Seals - ExtraNet - GEA Tuchenhagen

Gebruikershandleiding / Operating Instructions 

Lobbenpomp VPSH/VPSU 

Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU 

Uitgave / Issue 2008-12 

Onderdeelnr. / Part no. 430-306 

Nederlands / English

Pomp gegevensblad 

Pump Data Sheet 

type: …………………………… serienummer: ………………………………… 

type serial number 

opdrachtnummer: …………………… 

order number 

aansluitingen diameter: ………………… aansluittype: ………………………………… 

connections diameter connection type 

Rotoren: 2 vleugel hoge druk rotoren 2 vleugel efficiency rotoren 

2 lobe high pressure rotors 2 lobe efficiency rotors 

Geleidering dichting enkel enkel, met spoeling dubbel, met spoeling 

mechanical shaft seal single single, with flush double, with flush 

2008-12 · Lobbenpomp VPSH/VPSU / Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU 

carbon / RVS carbon / SiC SiC / SiC 

carbon / carbon / SiC SiC / SiC 

stainless steel 

statische dichtingen NBR EPDM 

static seals 

FPM (Viton) overige ………………………………… 

other 

motor motor met reductiekast toeren: …………………………………rpm 

motor fixed speed geared motor speed rpm 

regelbare motor met red.kast toeren bereik: …………………………rpm 

variablespeedgearedmotor speed range rpm 

type: …………………………… motor serienummer: …………………… 

type motor serial number 

vermogen: …………………kW voltage: ………………………………Volt 

power voltage 

frequentie: …………………Hz protectieklasse: IP ………………………… 

frequency ………………… protection class …………………………… 

pool-omkeerbaar Ex-klasse ……………………………… 

pole-reversing ex-proof class 

externe fan NTC-weerstand 

external fan overload protection switch 

opties: verwarmingsmantel overigen: ……………………………… 

options heating jacket other 

Overstroomventiel type ……………………… 

pressure relief valve type

Inhoudsopgave 

Veiligheidsinstructies .............................................. 2 

Toepassing............................................................ 2 

Personeel.............................................................. 2 

Aanpassingen, onderdelen, toebehoren............ 2 

Algemene voorschriften .................................... 2 

Waarschuwingssymbolen in de 

gebruikershandsleiding ...................................... 3 

Overige symbolen................................................ 3 

Speciale veiligheidsinstructies ............................ 4 

Toepassing................................................................ 4 

Transport en opslag ................................................ 5 

Levering controleren .......................................... 5 

Transport .............................................................. 5 

Opslag .................................................................. 5 

Functie .................................................................... 6 

Installatie ................................................................ 7 

Bereik.................................................................... 7 

Pomp installeren.................................................. 8 

Leidingwerk ........................................................ 9 

Verwarmings- of koelmantels .......................... 10 

Mechanical seals .............................................. 10 

Afdichtingsmaterialen........................................14 

Afsluitplaat barierre .......................................... 15 

Overbelastingsprotectie .................................... 16 

Smering .................................................................. 16 

In gebruikname...................................................... 17 

Reiniging en sterilisatie ........................................ 19 

CIP-Reiniging...................................................... 19 

Handmatig reinigen .......................................... 21 

SIP-Reiniging ...................................................... 22 

Inspectie en reparatie van de pompkop .............. 24 

Afsluitplaat ........................................................ 25 

Rotoren .............................................................. 27 

Enkelwerkende mechanical seal ...................... 30 

Rotorhuis............................................................ 33 

Enkelwerkende mechanical seal 

met spoeling ...................................................... 34 

Dubbelwerkende mechanical seal.................... 35 

Dichtingshuizen ................................................ 37 

Rotortoleranties ................................................ 38 

Inspectie en reparatie van de aandrijving .......... 40 

Inspectie en reparatie van het lagerhuis.......... 41 

Lagerhuis, stelen, lagers.................................... 41 

Montage en instellen van de lagers ................ 42 

Technische Gegevens ............................................ 46 

Bijlagen 

Onderdelenlijst 

Verklaring van de fabrikant 


Contents 

Safety Instructions .................................................. 2 

Designated Use .................................................... 2 

Personnel.............................................................. 2 

Modifications, spare parts, accessories .............. 2 

General instructions ............................................ 2 

Marking of safety instructions in the 

operating manual................................................ 3 

Further symbols.................................................... 3 

Special hazardous spots ...................................... 4 

Designated Use........................................................ 5 

Transport and Storage ............................................ 5 

Checking the consignment.................................. 5 

Transport .............................................................. 5 

Storage ................................................................ 5 

Function .................................................................. 6 

Installation .............................................................. 7 

Working range .................................................... 7 

Installing the pump ............................................ 8 

Pipes .................................................................... 9 

Heating or cooling jackets .............................. 10 

Mechanical seals .............................................. 10 

Sealing materials ................................................14 

End cover barrier .............................................. 15 

Overload protection .......................................... 16 

Lubrication ............................................................ 16 

Commissioning ...................................................... 17 

Cleaning and Sterilisization .................................. 19 

CIP cleaning method.......................................... 19 

Manual cleaning ................................................ 21 

SIP cleaning method.......................................... 22 

Inspection and repair of the pump head ............24 

End cover............................................................ 25 

Rotors ................................................................ 27 

Single-acting mechanical shaft seal ................ 30 

Rotor case .......................................................... 33 

Single-acting mechanical shaft seal 

with flush .......................................................... 34 

Double-acting mechanical shaft seal................ 35 

Seal housings...................................................... 37 

Rotor clearance.................................................. 38 

Inspection and repair of the gear ........................ 40 

Inspection and repair of the bearing housing 41 

Bearing housing, shafts, bearings .................... 41 

Bearing set-up and adjustment ........................ 42 

Technical Data ........................................................ 46 

Annex 

Spare parts lists 

Manufacturer´s Declaration 

1

Veiligheidsinstructies 

Toepassing 

De pomp is alleen ontworpen om te gebruiken als 

hieronder beschreven wordt. Iedere andere manier van 

gebruik is ten strengste verboden. Tuchenhagen kan niet 

verantwoordelijk worden gehouden voor schade of letsel 

door oneigenlijk gebruik. Het risico ligt geheel bij de 

gebruiker. 

Om een goede werking van de pomp te garanderen, 

moet deze juist worden vervoerd en opgeslagen, alsook 

vakkundig worden gemonteerd en ge-installeerd. 

Voor een juist gebruik moeten ook de gebruiks-, inspectie- 

en onderhoudshandleidingen gelezen en begrepen 

worden. 

Personeel 

Personeel belast met het gebruik en onderhoud van de 

pomp moet hiervoor bevoegd en ter zake kundig zijn. 

Zij moeten ge-informeerd zijn over mogelijke gevaren 

en de veiligheidsinstructies in betreffende handleiding 

gelezen en begrepen hebben. Werk aan de electrische 

aansluitingen mag alleen door electrotechisch vakpersoneel 

gedaan worden. 

Aanpassingen, onderdelen, 

toebehoren 

Eigenhandige aanpassingen of veranderingen die de 

veiligheid van de pomp be-invloeden zijn verboden. 

Veiligheidsmaatregelen mogen niet omzeilt, verwijderd 

of uitgeschakeld worden. 

Alleen orginele onderdelen geleverd door de fabrikant 

mogen gebruikt worden. 

Algemene voorschriften 

De gebruiker is verplicht om de pomp alleen dan te 

gebruiken wanneer deze helemaal in goede staat is. 

Naast de instructies in de handleiding gelden de onderstaande 

maatregelen: 

– relevante ongelukpreventie regels 

– algemeen erkende veiligheidsmaatregelen 

– nationale regels voor het land van verbruik 

– interne werken veiligheidsregels op de werkplaats. 

Safety Instructions 

Designated use 

The pump is designed exclusively for the purposes 

described below. Using the pump for purposes other 

than those mentioned is considered contrary to its designated 

use. Tuchenhagen cannot be held liable for any 

damage resulting from such use; the risk of such misuse 

lies entirely with the user. 

The prerequisite for the reliable and safe operation of 

the pump is proper transportation and storage as well 

as competent installation and assembly. 

Operating the pump within the limits of its designated 

use also involves observing the operating, inspection 

and maintenance instructions. 

Personnel 

Personnel entrusted with the operation and maintenance 

of the pump must have the suitable qualification 

to carry out their tasks. They must be informed about 

possible dangers and must understand and observe the 

safety instructions given in the relevant manual. Only 

allow qualified personnel to make electrical connections. 

Modifications, spare parts, 

accessories 

Unauthorized modifications, additions or conversions 

which affect the safety of the pump are not permitted. 

Safety devices must not be bypassed, removed or made 

inactive. 

Only use original spare parts and accessories recommended 

by the manufacturer. 

General instructions 

The user is obliged to operate the pump only when it is 

in good working order. 

In addition to the instructions given in the operating 

manual, please observe the following: 

– relevant accident prevention regulations 

– generally accepted safety regulations 

– regulations effective in the country of installation 

– working and safety instructions effective in the user's 

plant. 

2 2008-12 · Lobbenpomp VPSH/VPSU / Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU

Waarschuwingssymbolen 

in de 

gebruikershandleiding 

Bepaalde instructies in de handleiding hebben speciale 

aandacht nodig. Zij worden vooraf gegaan door onderstaande 

symbolen en bijbehorende signaalwoorden. 

Het is van groot belang dat men tekst naast deze symbolen 

eerst goed leest alvorens door tegaan met het 

lezen van de instructies voor montage en gebruik van 

de pomp. 

Symbool Signaalwoord Verklaring 

GEVAAR Direct gevaar met kans op 

zware lichamelijke ver- 

wondingen of de dood 

tot gevolg. 

LET OP Gevaarlijke situatie met 

kans op lichte lichamelijke 

verwondingen en/of 

schade aan het materiaal. 

Overige symbolen 

Symbool Verklaring 

• proces/gebruiksstappen welke in de 

gegeven volgorde moeten worden 

doorlopen. 

✗ Informatie om tot een optimale werking 

van de pomp te komen. 

– Algemene opsomming 


Marking of safety 

instructions in the 

operating manual 

Special safety instructions are given directly before the 

operating instructions. They are marked by the following 

symbols and associated signal words. 

It is essential that you read and observe the texts belonging 

to these symbols before you continue reading the 

instructions and handling the pump. 

Symbol Signal word Meaning 

DANGER Imminent danger, which 

may cause severe bodily 

injury or death. 

CAUTION Dangerous situation, 

which may cause slight 

injury or damage to 

material. 

Further symbols 

Symbol Meaning 

• Process / operating steps which 

must be performed in the specified 

order. 

✗ Information as to the optimum 

use of the pump. 

– General enumeration 

3

Speciale veiligheidsinstructies 

GEVAAR 

Wanneer er een storing optreed, de pomp buiten bedrijf 

stellen (electra-aansluiting verbreken) en beveilig deze 

tegen inwerking treden. 

Storing onmiddelijk opheffen. 

LET OP 

Gebruik de pomp nooit, wanneer de afsluitplaat (73) 

niet gemonteerd is. 

Toepassing 

De pompen VPSH en VPSU zijn verdringerpompen en 

geschikt voor perfect hygienisch verpompen van kwetsbare 

viscosen en vloeistoffen met vaste delen 

. 

Deze zijn goed bruikbaar als produktpompen in de 

voedsel- en pharmaceutische industrie en als reinigingsmiddelenpomp 

in CIP-circuits. 

Special hazardous spots 

DANGER 

In the event of malfunctions, set the pump out of operation 

(disconnect the power supply) and secure it against 

inadvertent reactivation. 

Immediately remedy the malfunction. 

CAUTION 

Never use the pump, if the end cover (73) is not 

mounted. 

Designated Use 

The pumps VPSH and VPSU are positive displacement 

pumps and designed for hygioen hygienically safe delivery 

of sensible, viscous and solids containing fluids. 

They are suitable for the use as product pumps in the 

food and pharmaceutical industry and as detergent 

pumps in CIP circuits. 


Transport en 

Opslag 

Levering controleren 

Bij ontvangst van de pomp controleren of 

– Type- en serienummer op het typelabel overeenkomen 

met de gegevens op de inkooporder en het leveringsdocument, 

– de levering compleet is en alle onderdelen in orde zijn. 

Direct herkenbare schade of missende onderdelen moeten 

direct op de vrachtbrief van de vervoerder vermeld 

worden. De vervoerder zal onmiddelijk schriftlijk actie 

ondernemen naar de leverancier en zal Tuchenhagen 

over de voortgang informeren. 

Niet direct herkenbare vervoersschade kan binnen 6 

dagen bij de vervoerder gemeld worden. 

Later geconstateerde schades zijn voor kosten van de 

ontvanger. 

Transport 

GEVAAR 

Voor transport van verpakkingen/pompen moeten de 

juiste hef- en hijsmiddelen gebruikt worden. Let op de 

betreffende symbolen op de verpakking en de pomp. 

Opslag 

De opslag moet overkapt en goed geventileerd zijn. Een 

hoge luchtvochtigheid moet vermeden worden. 

Bij temperaturen onder het vriespunt moet de pomp 

gedraind worden. 


Transport and 

Storage 

Checking the consignment 

On receipt of the pump check whether the 

– type and serial number on the type plate correspond 

to the data in the order and delivery documents and 

– the equipment is complete and all components are in 

good order. 

The forwarding agent must immediately be notified of 

any transport damage detectable from the outside 

and/or missing packages (confirmation on the consignment 

note). The consignee shall take recourse against 

the forwarding agent immediately in writing and 

inform Tuchenhagen accordingly. 

Transport damages which cannot be recognized immediately 

shall be brought to the forwarder´s notice within 

6 days. Later claims on damages shall be born by the 

consignee. 

Transport 

DANGER 

For transport of the package units/pumps only use suitable 

lifting gears and slings. Observe the instruction 

symbols on the package and on the pump. 

Storage 

The storage area must be roofed and adequately ventilated. 

High atmospheric humidity must be avoided. 

Temperatures below zero requires draining the pump. 

5

Functie 

De pomp heeft 2 rotoren, 

die tegengesteld van 

elkaar draaien. 

Via de zuigaansluiting 

komt de vloeistof in de 

pomp en vult de kamers 

tussen de rotoren. 

Door de draaiing van de 

rotoren wordt de vloeistof 

in de kamers verder 

getransporteerd en zodra 

de rotoren in elkaar grijpen, 

wordt de vloeistof 

via de persaansluiting uit 

de kamers gedrukt (zie afbeeldingen). 

De rotoren en het rotorhuis 

komen niet met 

elkaar in contact. 

Function 

The pump is equipped 

with 2 rotors which rotate 

in opposite directions. 

The fluid enters the pump 

via the suction port and 

fills the chamber between 

the rotors. 

Through the rotation of 

the rotors the fluid is 

transported in the chambers 

further, and as soon 

as the rotors catch in, the 

fluid is pressed out of the 

chamber through the 

discharge port. (see illustration). 

The rotors and the rotor 

case do not contact. 


Installatie 

LET OP 

Om de pompen VPSH en VPSU goed te installeren, is 

zorgvuldig werken belangrijk. 

Alleen als de capaciteitsgrenzen in acht genomen worden, 

kan een betrouwbare en probleemvrije werking 

gegarandeerd worden. 

LET OP 

Restanten en vuildeeltjes kunnen de pomp blokkeren en 

de rotoren, het rotorhuis en de stelen beschadigen. 

Daarom moet het gehele systeem zorgvuldig gereinigd 

worden alvorens de pomp in bedrijf te stellen. 

Bereik 

Aanzuiging 

De pompen VPSH en VPSU zijn niet zelfaanzuigend. Er 

moet daarom altijd vloeistof in de aanzuigaansluiting 

zijn. De aanzuigleiding moet verval naar de pomp toe 

hebben. 

Druk 

LET OP 

Gebruik de pomp nooit boven de maximaal toelaatbare 

druk. 

Cavitatie 

Onvoldoende druk aan de aanzuigzijde zal cavitatie in 

de pomp als gevolg hebben, waardoor er een lage prestatie, 

veel geluid en een korte levensduur ontstaat. 

Gewoonlijk is de atmosferische druk voldoende. Onder 

de volgende omstandigheden kan het nodig zijn om de 

daadwerkelijke druk te verhogen: 

– hoge viscositeiten 

– hoge temperaturen 

– hoge toeren van de pomp 

– vloeistoffen die snel vluchtig worden. 

Maak gebruik van zo kort mogelijke aanzuigleidingen 

om het drukverlies zo laag mogelijk te houden. 


Installation 

CAUTION 

Careful attention must be given to correct installation of 

the pumps VPSH and VPSU. 

Only if the performance limitations of the pumps are 

observed, reliable and trouble-free operation is ensured. 

CAUTION 

Residues and dirt particles may block the pump and 

damage the rotors, the rotor case and the shafts. 

Therefore, the entire system must be thoroughly cleaned 

before setting the pump into operation. 

Performance limitations 

Priming 

The pumps VPSH and VPSU are not self-priming. 

Therefore the suction port must always be flooded with 

liquid and the suction pipe be placed to the pump with 

a slope. 

Pressure 

CAUTION 

Do not operate the pump above the maximum differential 

pressure. 

Cavitation 

Insufficient inlet pressure will cause the pump to cavitate 

leading to low performance, strong noise and short 

service life. Normally atmospheric pressure is sufficient 

However, the actual pressure needed may be higher 

under the following conditions: 

– high visicosities 

– high temperatures 

– high pump speeds 

– volatile liquids 

Make sure that the suction pipes are short in order to 

keep the pressure drop as low as possible. 

7

Pomp installeren 

• De pomp zo plaatsen dat er voldoende luchtcirculatie 

voor de motor en voldoende ruimte voor onderhoudswerkzaamheden 

is. 

• Plaats de pomp zo dicht mogelijk bij de opslagtank en 

zo laag mogelijk onder het laagste aanzuigniveau om 

een zo hoog mogelijk druk te creeeren op de aanzuiging 

van de pomp. 

• Als de pomp zelf-drainend moet zijn, dan moeten de 

aansluitingen verticaal staan. 

✗De pompen VPSH en VPSU werken in biede draairichtingen 

met een gelijke capaciteit. 

Inbouwpositie 

Dankzij uitwisselbare poten en de draaibare aandrijvingsdeksel 

zijn de volgende inbouwposities mogelijk: 

– horizontale aansluitingen, aandrijfas boven (A) 

standaard voor VPSH 

– horizontale aansluitingen, aandrijfas onder (B) 

– verticale aansluitingen, aandrijfas aan zijkant (C) 

standaard voor VPSU 

A B 

Installing the pump 

• Install the pump to provide sufficient air circulation 

for the motor and enough space for maintenance 

work. 

• The pump should be located as close as possible to the 

storage tank and as low as possible below the lowest 

inlet pressure level in order to maximize the net inlet 

pressure available to the pump. 

• If self-draining of the pump is required, the port axis 

must be vertical. 

✗The pumps VPSH and VPSU run in both directions of 

rotation with the same efficiency. 

Installation position 

Exchangeable feet and the rotatable gear cover of the 

pump allow the following installation positions: 

– horizontal ports, top drive shaft (A) 

standard supply for VPSH 

– horizontal ports, bottom drive shaft (B) 

– vertical ports, lateral drive shaft (C) 

standard supply for VPSU 

8 2008-12 · Lobbenpomp VPSH/VPSU / Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU 

C

Leidingwerk 

Leidinglengten en -diameters moeten worden vastgelegd 

wanneer de pomp gekozen is. Wanneer de pomp 

ge-installeerd wordt, moet men controleren of er geen 

afwijkingen in het leidingwerk t.o.v. het orginele plan 

zijn, aangezien wijzigingen in lengte en/of diameter de 

druk in het systeem volledig kunnen veranderen. 

Bij het aansluiten van de pomp of het leidingwerk moeten 

de volgende instructies gevolgd worden: 

– Leidingen kort houden en de diameters zo groot 

mogelijk. In het bijzonder bij hoog viscose stoffen kan 

het nodig zijn om grotere diameters te gebruiken dan 

de aansluiting op de pomp aangeeft. 

– De aanzuigleiding moet zo kort mogelijk en de diameter 

zo groot mogelijk zijn, dit om cavitatie te voorkomen. 

– Gebruik bochten met een grote radius en ventielen 

met rechtdoor gaande stroming. Vermijdt kogelkranen 

en naaldafsluiters bij viscose vloeistoffen. 

– Monteer afsluitkleppen aan de zuigen drukzijde van 

de pomp, zodat de pomp in noodgevallen kan worden 

gedemonteerd zonder dat deze eerst gedraind moet 

worden. 

– Vermijdt filters aan de zuigzijde van de pomp. 

Een verstopt filter veroorzaakt extreem drukverlies. 

Om de pomp te beschermen tegen harde deeltjes moet 

men een controleerbare vuilvanger (max. gatgrootte 

50 μm) inbouwen. 

– Het leidingwerk ondersteunen, zodat het gewicht van 

de leiding niet op de aansluitingen van de pomp 

drukt. 

– Installeer compensatoren, zodat uitzetting en krimp 

van het leidingwerk geen invloed op de pomp heeft. 

– Zorg er voor dat alle aansluitingen goed dicht zijn, 

d.w.z. luchtdicht bij vacuum, vloeistofdicht onder 

druk en stoomdicht bij sterilisatie. 

– Gebruik verwarmingsmantels om de pomp en het leidingwerk, 

wanneer er vloeistoffen doorheen gaan die 

dikker worden als ze afkoelen. 

Controleer of de vloeistof de benodigde temperatuur 

bereikt heeft alvorens de pomp in werking te stellen. 

Alleen dan kan overdruk, cavitatie of zelfs het blokkeren 

van de pomp voorkomen worden. Deze zaken 

kunnen zware beschadigingen aan de pomp toebrengen. 


Pipework 

Pipe lengths and sizes sould be established at the time 

the pump is selected. When installing the pump, check 

and make sure that the pipe design does not deviate 

from the initial specifications, since a change of the 

pipes in cross section or length may completely change 

the pressure conditions in a system. 

When connecting the pump to the pipe system, observe 

the following instructions: 

– Keep pipe runs short and pipe diameter large. Pipes 

may need to be larger in diameter than the pump 

ports especially when pumping viscous liquids. 

– Inlet pipes must be as short as possible and as large as 

possible to prevent cavitation. 

– Use large radius bends and straight-through valves . 

Avoid globe or needle valves on viscous fluids. 

– Install shut-off valves on the primary and delivery 

side of the pump so that the pump can be dismounted 

in case of emergency without the need of draining the 

system. 

– Avoid filters on the inlet side of the pump. A clogged 

filter will cause extreme pressure drops. A monitored 

dirt trap - maximum hole size 5 microns - will help to 

protect the pump from damage by hard particles. 

– Support pipework - do not allow weight of pipe (and 

fluids therein) to be taken on the pump ports. 

– Install expansion compensators to prevent thermal 

expansion forces being transmitted to the pump. 

– Ensure that all pipe joints are adequately sealed, i.e. to 

be air-tight under vacuum, liquid-tight under pressure 

and steam-tight when sterilising. 

– Use heating jackets at pumps and pipes, if liquids are 

conveyed which thicken when cool. 

Make sure that the liquid has reached the required 

temperature before the pump is started. 

As otherwise over pressure, cavitation or even 

blocking of the pump may occur causing severe damage 

on the pump. 

9

Verwarmingsofkoelmantels 

Met verwarmings- of koelmantels 

kan een produkt op tempe-ratuur 

gehouden worden 

en/of koud produkt verwarmd 

wor-den voor de pomp 

gestart wordt. 

Er zijn verwarmings- of koelmantels 

voor de pompdeksel 

en verwarmingsmantels die 

aan de zijkant bevestigd kunnen 

worden. 

Bereik: 

– Druk voor verwarmingsmantel: 

2 bar 

– Temperatuur: 130 °C 

Mechanical 

seal 

Enkelwerkende 

mechanical 

seal 

LET OP 

Pompen met enkele afdichtingen 

(zie afbeelding) mogen 

nooit langer dan 30 seconden 

drooglopen, omdat het oppervlak 

van de afdichtingen dan 

heet worden en vervormen. 

Gebruik daarom gespoelde 

afdichtingen wanneer de 

pomp moet drooglopen. 

Enkelwerkende afdichtingen 

zonder spoeling hebben geen 

bijzondere installatie nodig. 

Enkelwerkende mechanical seal 

Single acting mechanical seal 

Heating or 

cooling 

jackets 

Heating or cooling jackets 

allow to keep the product 

temperature constant 

and/or to heat cold product 

before starting the 

pump. 

There are heating or cooling 

jackets available for 

pump covers and heating 

jackets laterally fitted to 

the pump body. 

Application range: 

– Pressure for heating 

jackets: 2 bar 

– Temperature: 130 °C 

Mechanical 

shaft seals 

Single acting 

mechanical 

seal 

CAUTION 

Pumps fitted with single 

seals (see illustration) 

must never be run completely 

dry for more than 

30 seconds as this will 

cause excessive heating of 

the seal faces and cause 

distruction. 

Therefore use flushed 

seals in pumps that need 

to run dry. 

Pumps fitted with single 

seals without flush require 

no special installation. 


Enkelwerkende 

mechanical 

seal met spoeling 

Bij enkelwerkende 

dichtin-gen met spoeling 

(zie afbeelding) vormt de 

spoelvloeistof (A) een versperring 

met lage druk 

tussen de pompkamer (B) 

en de atmosfeer (C). 

Installatie 

– Spoelvloeistof op het 

produkt afstemmen, 

meest gebruikelijke 

spoelvloeistof: water 

– Druk van de spoelvloei-stof 

ca. 0,5 bar 

– Maximale watertemperatuur 

ca. 70° C, bij 

vluchtige spoelvloeistoffen 

altijd onder het 

kookpunt. 

– debiet per afdichting: 

0,2 tot 0,3 l/min 

– Toevoer van de spoelvloeistof 

op het laagste 

punt van de spoelkamer, 

afvoer op het 

hoogste punt om luchtbellen 

te voorkomen 

– Spoelleidingen volgens 

afbeelding monteren. 


B 

Enkelwerkende mechnical seal met 

spoeling 

Single flushed mechanical seal 

A 

overtollig water 

waste water 

C 

Single acting 

shaft seal 

with flush 

Single acting shaft seals 

with flush (see illustr.) run 

with a low-pressure liquid 

flush (A) that forms a barrier 

between the pump 

chamber (B) and the 

atmosphere (C). 

Installation 

– Flush liquid must be 

compatible with the 

pumped product, most 

commonly used liquid 

is water 

– Pressure of the flush 

liquid approx. 0,5 bar 

– Maximum water temperature 

approx. 70° C, 

for volatile flush 

liquids always below 

the boiling point. 

– Flow rate per seal: 

0,2 to 0,3 l/min 

– The flush liquid inlet to 

be at the lowest point 

of the flush chamber, 

outlet at the highest 

point to vent air bubbles. 

– Flush pipes to be installed 

as shown in the 

illustration. 

11

Dubbelwerkende mechanical 

seal met spoeling 

Bij de dubbelwerkende afdichting 

(zie afbeelding) 

vormt de spoelvloeistof 

(A) een afsperring met 

hoge druk tussen de produktzijde 

(B) en de atmosfeer 

(C). 

Installatie 

– Gebruik als spoelvloeistof 

een vloeistof welke 

afgestemd is op het produkt 

en welke niet 

gevaarlijk of schurend 

is. 

– Druk van de spoelvloeistof 

1 bar boven de 

pompdruk 

– Debiet per afdichting 

ca. 0,2 tot 0,3 l/min 

– Toevoer van de spoelvloeistof 

op het laagste 

punt van de spoelkamer, 

afvoer op het 

hoogste punt om luchtbellen 

te voorkomen 

– Spoelleidingen volgens 

afbeelding monteren. 

B 

Dubbelwerkende mechanical seal 

met spoeling 

Double acting shaft seal with flush 

A 

Double acting shaft seal 

with flush 

On double seals, the high 

pressure flush liquid (A) 

forms a barrier between 

the product side (B) and 

the atmosphere (C), see 

illustration. 

Installation 

– Use a flush liquid which 

is compatible with the 

pumped product and 

non-abrasive or nonhazardous. 

– Pressure of the flush 

liquid 1 bar above 

pump pressure 

– Flow rate per seal: 

approx. 0,2 to 0,3 l/min 

– The flush liquid inlet to 

be at the lowest point of 

the flush chamber, outlet 

at the highest point 

to vent air bubbles. 

– Flush pipes to be installed 

as shown in the illustration. 


C

Dubbelwerkende mechnical seal 

met stoombarriere 

De stoom moet een steriele barriere vormen tussen de 

produktzijde en de atmosfeer. 

Installatie 

– Als spoelvloeistof moet 

een steriele vloeistof of 

stoomcondensaat 

gebruikt worden. 

– Wanneer stoom 

gebruikt wordt, moet er 

veel aandacht geschonken 

worden aan de 

montage van het leidingwerk. 

Ook moet er 

controle apparatuur 

aanwezig zijn. 

– De stoom moet schoon, 

gefilterd en nat zijn. 

Droge stoom is niet 

geschikt. 

– De stoomaansluiting op 

de spoelkamer moet op 

het hoogste punt zijn, 

zodat het condensaat op 

het laagste punt kan 

drainen. 

– Gebruik geen carbide 

/siliconen carbide/siliconen 

afdichtingen voor 

stoom gespoelde toepassingen, 

omdat de 

siliconen kapot gaan bij 

hoge temperaturen. 

– Installatie is gelijk aan 

de installatie van gespoelde 

afdichtingen. 


Double acting shaft seal 

with steam barrier 

The steam shall form sterile barrier between the product 

side and atmosphere. 

Installation 

– Sterile liquid or steam 

condensate should be 

used as flush liquid. 

– Where steam is used, 

great care must be taken 

with the design and 

installation of the pipe 

work. Monitoring elements 

will be required. 

– The steam must be 

clean, filtered and wet, 

i.e. not superheated 

– The steam should be 

connected to the flush 

chamber at the highest 

point so that the condensate 

can drain at the 

lowest point. 

– Do not use silicone carbide/silicone 

carbide 

seals for steam flushed 

applications because 

silicone gets destroyed 

at high temperatures. 

– Installation the same as 

for flushed seals. 

13

Afdichtingsmaterialen 

Mechanical seals 

Alle produktberoerde afdichtingen zijn in diverse materialen 

verkrijgbaar. 

Type dichting Toepassing 

Carbon/siliconen carbide voor niet schurende media 

Siliconen carbide/ voor schurende media, 

Siliconen carbide die kristallen en droge substanties 

bevatten, niet voor 

dichtingen met een stoombarriere 

alleen VPSH voor niet schurende en 

Carbon/RVS smerende media 

Alle niet produktberoerde afdichtingen hebben een 

afdichtingsoppervlak van carbon/siliconen carbide. 

Elastomeren 

Elastomeren die in aanraking komen met produkt moeten 

in overeenstemming zijn met het produkt en de procesbesturing. 

Hierbij moet rekening gehouden worden 

met chemische bestendigheid, temperaturen en de 

gevraagde standaards voor materialen. 

In de tabel staan de verkrijgbare elastomeren: 

VPSH VPSU 

Nitril EPDM 

EPDM 

FPM 

FPM 

Seal materials 

Mechanical seals 

All primary seals are available in different materials. 

Seal faces Application 

Carbon/Silicone carbide for non-abrasive media 

Silicone carbide/ for non-abrasive media con- 

Silicone carbide taining cristals and dry sub 

stances, not recommended for 

seals with steam barrier 

VPSH only for non-abrasive and lubrica- 

Carbon/stainless steel ting media 

All secondary double mechanical seals have combined 

carbon/silicone carbide faces. 

Elastomers 

Product contacting elastomers must be compatible with 

the product and the process operations. Consideration 

must be given to chemical compatibility, temperatures 

and required material standards. 

The elastomers available are listed in the table below: 

VPSH VPSU 

Nitril EPDM 

EPDM 

FPM 

FPM 


Afsluitplaat 

barriere 

De pomp VPSU kan geleverd 

worden met een sterielbarriere 

(A) in de afsluitplaat 

(zie afb.). Als 

medium voor de barriere 

kan stoom of vloeistof 


De druk van het steriele 

medium mag de 2 bar niet 

overschreiden. 

Vloeistofbarriere 

– De vloeistof in de steriele 

barriere moet 

afgestemd worden op 

de te verpompen vloeistof. 

– Toevoer van de steriele 

vloeistof op het laagste 

punt van de afsluitplaat, 

afvoer op het hoogste 

punt om luchtbellen te 

voorkomen. 

– Installatie volgens de 

afbeelding. 

Stoombarriere 

– Stoomdruk zo laag 

mogelijk 

– Temperatuur constant 

houden 

– De stoomaansluiting op 

de afsluitplaat moet op 

het hoogste punt zijn, 

zodat het condensaat op 

het laagste punt kan 

drainen. 

– Installatie volgens de 

afbeelding. 


A 

Afsluitplaat barriere 

End cover barrier 

overtollig water 

waste water 

End cover 

barrier 

The pump VPSU may also 

be fitteed with an end 

cover to accommodate a 

sterile barrier (A) of sterile 

liquid or steam 

(see illustration). 

The pressure of the sterile 

medium must not exceed 

2 bar. 

Liquid barrier 

– The liquid in the sterile 

barrier must be compatible 

with the pumped 

liquid. 

– The inlet of the sterile 

medium should be 

connected at the 

lowest point of the end 

cover, the outlet at the 

highest point to vent 

air bubbles. 

– Carry out the installation 

acc. to the illustration. 

Steam barrier 

– Steam pressure to be as 

low as possible 

– Keep the temperature 

constant 

– The inlet of the steam 

should be connected at 

the lowest point of the 

end cover, the outlet at 

the highest point to 

drain condensate. 

– Carry out the installation 

acc. to the illustration. 

15

Overbelastingsprotectie 

GEVAAR 

Door overdruk op de pomp kunnen mensen gewond en 

de pomp beschadigd raken. Daarom moeten de volgende 

veiligheidsapparatuur ge-installeerd worden: 

– Drukschakelaar of sensor die motor stopt bij overdruk. 

In combinatie met motorrem is meest ideaal. 

– Veiligheidsventiel of breekplaatje aan de afvoerzijde 

van de pomp. 

– Overbelastingskoppeling tussen pomp en motor 

– Motor overbelastingsschakelaar 

✗De overbelastingskoppeling tussen pomp en motor en 

de motor overbelastingsschakelaar zijn moeilijk in te 

stellen – vooral wanneer er viscose media verpompt 

wordt. 

Het veiligheidsniveau van de drukschakelaar, het veiligheidsventiel 

en en de overdrukprotectie op het deksel 

zijn hoger. 

Smering 

De pompen worden zonder olie in het aandrijfhuis geleverd. 

• Kijk op het gevensblad van de bepaalde pomp voor de 

juiste hoeveelheid olie. 

• Neem de olie die juist is voor de omgevingstemperatuur 

ter plekke (zie tabel). Bij het verpompen van 

hete vloeistoffen of als de aandrijving tijdens gebruik 

heter dan 80° C wordt, moet olie voor hoge temperaturen 


Omgevingstemperatuur Type olie 

– 18° C bis 0° C EP 150 

0° C bis 30° C EP 220 

30° C bis 80° C EP 320 

• Vullen met olie voor in gebruikname. 

•Na de eerste 120 bedrijfsuren de aandrijfolie vervangen. 

• Regelmatig het oliepeil in de aandrijving controleren 

en, indien nodig bijvullen. 

• Bij elk groot olieverlies direct een onderzoek instellen. 

Overload protection 

DANGER 

To prevent injury to personnel or damage to the pump 

or system caused by excessive pressures, a protection 

device should be fitted, such as: 

– Pressure switch or sensor to stop the motor. Ideally, in 

combination with a motor brake. 

– Pressure relief valve or bursting disk fitted in the 

system downstream the pump 

– Torque limiting coupling between pump and motor 

– Motor overload switch 

✗The torque limiting coupling between pump and 

motor and the motor overload switch are difficult to 

adjust accurately – especially when pumping viscous 

media. 

The level of protection of the pressure switch, relief 

valve and the excess pressure protection at the cover 

are superior. 

Lubrication 

The pumps are supplied without oil in the gear box. 

• Refer to performace data sheet of the specific pump 

for the required amount of oil. 

• Select the oil to conform to the local ambient temperatures 

(see table). If pumping hot liquids or if the gear 

during operation reaches more than 80° C , use high 

temperature oil. 

Ambient temperature Oil grade 

– 18° C to 0° C EP 150 

0° C to 30° C EP 220 

30° C to 80° C EP 320 

• Fill-in oil before commissioning. 

• After the first 120 hours of service, exchange gear oil. 

• Check gear oil level regularly and refill if necessary. 

• Any substantial oil losses should be investigated 

immediately. 


De olie moet elke jaar of na 2500 bedrijfsuren vervangen 

worden. 

Olie voor hoge temperaturen moet elk half jaar of na 

1000 bedrijfsuren vervangen worden. 

In gebruik name 

GEVAAR 

Voor de eerste in gebruik-name of na onderhoud of 

reparatie, moet de pomp gecontroleerd worden volgens 

onderstaande checklist – door dit niet te doen kan er 

beschading aan de pomp of verwon-dingen aan personen 

komen: 

– Alle bouten en schroe-ven op het pomphoofd en andere 

geschroefde onderdelen moeten goede aangedraaid 

zijn 

– Alle leidingaansluitingen moeten dicht zijn. 

– Alle veiligheidsen beschermingsapparatuur moet geinstalleerd 

zijn en werken. 

– Bij gespoelde dichtingen moet de spoelvloeistof stromen. 

– Alle ventielen moeten geopend zijn. NOOIT tegen een 

gesloten ventiel pompen. 

– Let op de draairichting 

bij het aansluiten van 

de motor (zie afb.). 

– Pomp en leidingen moeten 

vrij zijn van lasslakken 

en andere “vreemde” 

voorwerpen. 


Oil change every 12 months or after every 2.500 operating 

hours. 

Change high temperature oil every 6 months or after 

every 1.000 operating hours. 

Commissioning 

DANGER 

Before starting the pump for the first time or after 

maintenance or repair work, check the pump according 

to the below check list – failure to do so may damge the 

equipment or cause injury to the personnel: 

– All bolts and screws at the pump head and other 

fixing elements to be tight. 

– All pipe connections to be secure. 

– All safety and protection devices to be in place and 

functionable. 

– For flushed seals, flushing medium must flow. 

– All valves to be opened. NEVER run pump against a 

closed valve. 

– When connecting the 

motor, observe correct 

sense of direction (see 

illustration). 

– Pump and pipes to be 

clear of welding flash or 

other debris. 

17

– Gebruik de pomp nooit voor de eerste reiniging van 

het systeem. Het systeem met een daarvoor bestem-de 

pomp en reinigingsmiddel doorspoelen. Zorg er voor 

dat metaaldelen en ander “vreemde” materialen zich 

op het laagste punt in het systeem verzamelen. 

– De pomp moet correct met olie gevuld zijn. 

. 

GEVAAR 

Alle oppervlakken die tijdens het in bedrijf zijn heet 

worden, b.v. boven de 60°C, moeten stickers met waarschuwingen 

hiervoor bevatten. 

– Leidingen en pomphoofd (indien verwarmd) moeten 

de bedrijfstemperatuur bereikt hebben. 

– Indien mogelijk, de pomp langzaam starten. 

– Let op onverwachtte geluiden. 

– Controleren op lekken. 

– Controleren of de pomp het gewenste debiet bereikt. 

– Pomp stoppen als er geen vloeistof stroomt. Drooglopen 

kan de dichtingen beschadigen. 

– De pomp tijdens de eerste bedrijfsuren regelmatig 

controleren. Controleer op abnormale geluiden en 

zeer hoge temperaturen van het aandrijfhuis, b.v. 

boven de 80 °C, tenzij er hete vloeistoffen verpompt 

worden, waarbij de 110°C bereikt kan worden. 

– NEVER use the pump for cleaning the system for the 

first time. Flush the whole system using a suitable 

cleaning pump and detergents. Be aware that heavy or 

metal debris tend to collect at the lowest point in the 

system. 

– See to it that the pump is correctly filled with oil. 

DANGER 

All surfaces which heat up during operation, e.g. more 

than 60°C should carry warning labels. 

– Pipes and the pump head (if heated) must have reached 

their operating temperature. 

– If possible, start pump slowly. 

– Listen for unexpected noises. 

– Check for leaks. 

– Check that pump gives the desired flow rate. 

– Stop the pump if liquid is not flowing, dry run can 

damage seals. 

– Observe the pump during the first operating hours. 

Check for abnormal noises and excessive temperatures 

of the pump gear box, i.e. above 80 °C, unless 

pumping hot liquids when 110°C may be reached. 


Reiniging en 

Sterilisatie 

De pompen VPSH ens VPSU zijn zo ontworpen dat ze 

in het proces gereinigd kunnen worden. 

De graad van reiniging is afhankelijk van de eisen van 

het proces en het produkt. De hier gegeven informatie 

dient slechts als richtlijn. Het is de verantwoordelijkheid 

van de gebruiker, dat de mate van reiniging voldoet aan 

de vereisten van produkt en proces. 

Er zijn 3 manieren van reinigen 

– handmatige reiniging 

– CIP (clean in place) 

– SIP (sterilize in place) 

Bij handmatige reiniging moet de pomp ontmanteld 

worden. 

Bij CIP- en SIP-reiniging wordt de pomp doorgespoeld 

met reinigingsvloeistof en/of stoom. 

De pomp VPSH is goed geschikt voor CIP- en SIP-reiniging. 

Daarnaast is de pomp snel te ontmantelen en 

handmatig te reinigen. 

De pomp VPSU is zeer geschikt voor CIP- en SIP-reiniging, 

maar is minder goed geschikt voor handmatige 

reiniging. 

De manier van reinigen hangt af van het gewenste resultaat 

en de mate van vervuiling. Organische materialen, 

zoals vetten, olien en proteinen, vragen een heel andere 

manier/soort reiniging dan anorganische materialen, 

zoals mineraalzouten. De reinigingsmiddel-enfabrikant 

kan een advies geven over het juiste gebruik van een reinigingsmiddel. 

Een CIP-reiniging vraagt om een debiet 

van 1,5 m/s in het leidingwerk om een goede turbulente 

stroming te verkrijgen. 

CIP-reiniging 

Elke pomp wordt geheel schoon geleverd. De gebruiker 

is er voor verantwoordelijk dat de pomp gereinigd 

wordt voordat de pomp voor het eerst gestart wordt. 

De volgende richtlijnen helpen bij een effectieve reiniging 

en minimalizeren het risico op beschadiging 

. 

Spoelvloeistof 

– De pomp met een geschikte vloeistof spoelen – over 

het algemeen water van ca. 50°C – en dit zo snel 

mogelijk na be-eindigen van het produktieproces om 

te voorkomen dat het residu opdroogt op de oppervlakken. 


Cleaning and 

Sterilization 

The pumps VPSH and VPSU are designed that they are 

cleaned in the process. 

The degree of cleaning or sterilization depends on the 

needs of the process and product. The information given 

here is provided for guidance only. It is within the responsibility 

of the pump user that the cleaning cycle chosen 

is adequate to achieve the desired degree of cleanliness. 

There are 3 types of cleaning 

– manual cleaning 

– CIP (clean in place) 

– SIP (sterilize in place) 

For manual celaning the pump must be dismantled. 

In the CIP/SIP cleaning method, the pump is flushed 

with cleaning agents and/or steam. 

The pump VPSH is most suitable for the CIP and SIP 

method. Equally the pump can be quickly stripped to 

gain access to all liquid contacted areas. 

The pump VPSU offers an exceptonally high standard 

for CIP/ SIP, but is less suitable for manual cleaning. 

The type of the cleaning method/system depends partly 

on the level of cleaning required, but also on the type of 

inproperties to be removed. Organic materialials, such 

as oils, fats and proteins need a different cleaning 

method/system to inorganic materials such as mineral 

salts. Detergent manufacturers can give advice on the 

correct use of detergents. CIP usually needs a flow velocity 

of 1,5 m/s through the pipe to achieve the turbulent 

flow required. 

Cleaning-in-Place (CIP) 

Each pump is supplied in a generally clean condition, 

but it is the responsibility of the user to clean the pump 

pior to the pump`s first start-up. 

The following guidelines will help with effective cleaning 

and minimize the risk of damage to the pump. 

Rinsing liquid 

– Rinse the pump via the system with a suitable liquid, 

usually water at approx. 50°C – and that as soon as 

possible after completion of the production process to 

remove residues before they dry onto surfaces. 

19

– Wanneer direct aansluitend geen CIP-reiniging wordt 

uitgevoerd, moet men het eerste spoelwater in de 

pomp en het leidingwerk laten staan. 

Reinigingsmiddelen 

– Gebruik de reinigingsmiddelen in concentratie, temperatuur 

en tijd als aangegeven in de instructies van 

de fabrikant. 

– De reinigingstemperatuur mag hierbij niet boven de 

90°C komen. 

– Controleer of het materiaal van de pomp bestand is 

tegen het reinigingsmiddel 

. 

Debiet 

– De ClP-vloeistof moet in de hoofdleiding een debiet 

van tenminste 1,5 m/s bereiken. 

– Wanneer een lobbenpomp wordt gebruikt voor de circulatie 

van de CIP-vloeistof, gebruik dan het technisch 

gegevensblad om het toertal en het benodigde debiet 

van de pomp in te stellen. Let er op dat er rekening 

gehouden wordt met het drukverlies in het systeem. 

Houdt er ook rekening mee dat alle pompen bij hete 

vloeistoffen sneller cavitatie kunnen krijgen. Zorg er 

dus voor dat er voldoende druk op de aanzuigzijde 

staat. 

– Wanneer er een aparte CIP-pomp gebruikt wordt, 

moet de lobbenpomp met een voldoende toerental 

meedraaien om een toereikende vloeistofstroom door 

de pomp te krijgen. Wanneer hierdoor geen voldoende 

debiet in het leidingwerk bereikt kan worden, moet er 

een bypass aangelegd worden, zodat er een toereikende 

vloeistofstroom langs de pomp geleid kan worden. 

Druk 

– De druk van de CIP-reiniging moet gelijk of hoger zijn 

aan de procesdruk om te bereiken dat alle oppervlakken 

goed gereinigd worden. 

– Het kan nodig zijn om de doorstroming in het systeem 

aan de drukzijde te knijpen. 

– De druk mag niet boven de differenciaaldruk van de 

pomp uitkomen (zie gegevensblad van de pomp). 

Voor een effectieve reiniging wordt een differenciaaldruk 

van tenminste 1 bar aanbevolen. 

– If CIP is not carried out immediately after rinsing 

leave the first rinsing water in the pump and system. 

Cleaning agents 

– Use cleaning agents in concentration, temperature and 

times according to the manufacturer`s instructions. 

– The cleaning temperature should not exceed 90°C . 

– Check the compatibility of the cleaning agent with the 

pump`s material of construction. 

Flow velocity 

– ClP fluid flow must reach in the main pipe a flow 

velocity of at least 1,5 m/s. 

– If using a lobe pump to circulate CIP fluid, refer to the 

performance data sheet for fixing the speed and the 

required flow rate for the pump. Take the system`s 

pressure drops into account and note that all pumps 

are more susceptible to caviation when pumping hot 

liquids. Therefore ensure sufficient net inlet pressure . 

– If using a separate pump to circulate the CIP fluid, the 

lobe pump may need to be rotated at a speed sufficiently 

high to allow a sufficient amount of fluid to 

pass the pump freely. If sufficient pipe velocity cannot 

be achieved, fit a by-pass loop to divert excess flow 

past the pump. 

Pressure 

– The CIP fluid pressure must be equal to or exceed the 

system pressure to ensure that the fluid reaches all 

contact surfaces. 

– It may be necesary to restrict the system flow at the 

pressure side. 

– The pressure must not exceed the differential pressure 

and the temperatures of the pump shown on the 

pump performance data sheet. A minimum differential 

pressure of at least 1 bar is recommended for effective 

cleaning. 


Na de reiniging 

– Na de CIP-reiniging moet er gespoeld worden met een 

neutralizerende vloeistof en water, zodat er geen 

resten van de reinigingsvloeistof achterblijven. 

LET OP 

Laat geen koude vloeistoffen vlak na de hete reiniging 

door het systeem stromen. Door te snel afkoelen kan de 

pomp beschadigd raken. 

Handmatig reinigen 

GEVAAR 

Alvorens de pomp te demonteren moet de stekker uit 

het stopkontakt worden gehaald of de hoofdschakelaar 

omgedraaid worden en de zekering eruit gedraaid. Het 

pomphuis moet vrij van druk en gedraind zijn en de 

kamertemperatuur hebben aangenomen. De afsluitapparatuur 

in de zuigen drukleiding moeten gesloten 

zijn. 

Oppervlakken, vooral die van de dichtingen, niet 

beschadigen. 

Gebruik geen schuursponsjes of staalborstels op produktberoerende 

oppervlakken, omdat dan deeltjes zich 

in het oppervlak kunnen nestellen en corrosie kunnen 

veroorzaken. 

Gebruik geschikte reinigingsmiddelen en volg de 

instructies van de fabrikant. 

• Het vloeistofberoerde deel van de pomp ontmantelen. 

Bij deze manier van reinigen moeten in ieder geval de 

rotoren en de sluitplaat verwijderd worden. 

• Na de reiniging de pomp volgens de montage-instructies 

weer in elkaar zetten. 


After cleaning 

– After CIP, rinse through with neutralizers and clean 

water to remove all traces of cleaning agents left in the 

system. 

CAUTION 

Do not circulate cold liquid through the pump immediately 

after hot cleaning. Allow temperature to decrease 

slowly as otherwise the pump may get damaged. 

Manual cleaning 

DANGER 

Prior to dismantling the pump, pull the mains plug or 

switch off the main switch and deactivate the fuse, in 

order to secure the pump against inadvertent starting. 

The pump housing must be depressurized, empty and 

cooled down to room temperature. The shut-off devices 

in the suction and pressure pipes must be closed. 

Take care not to scratch or damage pump parts, especially 

seal faces. 

Do not use steel abrasive wool or wire brushes on fluid 

wetted surfaces, as particles may become embedded in 

the surface and cause corrosion. 

Use suitable cleaning agents in accordance with the 

manufacturer`s instructions. 

• Dismantle the fluid contact parts of the pump. As a 

minimum it will be necessary to remove the end cover 

and the rotors. 

• Re-assemble the pump after cleaning according to the 

mounting intructions. 

21

SIP-Reiniging 

Het is mogelijk om stoom door het systeem te voeren en 

zo de binnen oppervlakken te steriliseren zonder dat de 

pomp ontmanteld moet worden. 

Om steriliteit te bereiken is het bevordelijk om de stoom 

zo lang door het systeem te leiden, tot de oppervlakken 

een zo’n hoge temperatuur bereikt hebben dat alle 

micro-organismen gedood worden. 

Bij een chemische sterilisatie wordt gewerkt als bij een 

CIP-Reiniging. 

Als er stoom gebruikt wordt, moet hier bij de pompkeuze 

reeds rekening mee gehouden worden. 

Dichtingen 

LET OP 

Steriliseer NOOIT enkelwerkende mechanical seals met 

siliconen carbide/siliconen carbide oppervlak. 

– EPDM is voor herhaalde stoomsterilisatie goed 

geschikt, maar moet regelmatig vervangen worden 

– PTFE (Teflon) is het slechts geschikt voor contact met 

stoom. PTFE-sluitplaatdichtingen moeten na elke 

stoomsterilisatie vervangen worden. 

Alvorens te steriliseren 

– De pomp moet gemonteerd zijn met verticaal staande 

aansluitingen, zodat deze zelf-drainend is en er geen 

vloeistof in de pomp kan blijven staan. 

– De pomp en het systeem voor de sterilisatie zorgvuldig 

reinigen. 

– Wanneer de pomp is uitgerust met sterielbarrieres 

(asdichtingen en kap) moet het barriere vloeistofsysteem 

aangesloten blijven om een her-infectie te 

voorkomen. 

Sterilization-in-Place (SIP) 

It is possible to pass steam through the system and to 

sterilize the internal surfaces without the need of dismantling 

the pump. 

To achieve sterility, it is important to steam through the 

system for a period long enough to allow that all surfaces 

reach a sufficiently high temperature to kill off 

micro-organisms. 

If using chemical sanitizers, follow the guidelines as 

described before for CIP. 

If using steam, the following must be taken into account 

at the time of selecting the pump: 

Seals 

CAUTION 

NEVER sterilze single-acting mechanical seals with silicone 

carbide/silicone carbide face. 

– EPDM offers best resistance to repeated steam contact, 

but will need to be changed at regular intervals. 

– PTFE (Teflon) is at least suitable for steam contact. 

PTFE end cover joints may need to be replaced every 

time the pump is sterilized. 

Prior to sterilization 

– The pump should be mounted with the port axis vertical 

to ensure self-draining and thus avoid liquid pools. 

– Thoroughly clean pump and system prior to sterilization. 

– If the pump is fitted with sterile barriers (shaft seals 

and cover), the barrier fluid system must be connected 

throughout the SIP cycle to avolid re-infection. 


Sterilisatie procedure 

GEVAAR 

De hete stoom kan tot zware verwondingen leiden. 

Open in geen geval de pompkap of een andere aansluiting 

tijdens het sterilisatieproces. 

De stoom t.b.v sterilisatie moet vrij zijn van kalk, roest 

en andere deeltjes. Indien nodig, een filter gebruiken. 

• Voer schone, natte stoom door het systeem totdat de 

temperatuur in het systeem zich gestabiliseerd heeft. 

• De benodigde opwarmtijd is systeemafhankelijk en 

moet met temperatuurvoelers nauwkeurig vastgesteld 

worden. De pomp mag tijdens dit proces niet 

draaien. 

LET OP 

Tijdens de sterilisatie kunnen de oppervlakken van de 

pomp zeer heet worden, aanraking kan verbranding tot 

gevolg hebben. 

Duur van de sterilisatie 

– De duur van de sterilisatie is afhankelijk van het gebruik 

en de mate van steriliteit van het systeem. 

– Over het algemeen is de sterilistatieduur 20 tot 60 

minuten. 

– De lobbenpomp mag alleen draaien als het strikt 

noodzakelijk is om een optimale steriliteit te bereiken. 

Alle pomponderdelen bereiken over het algemeen de 

gewenst temperatuur, zonder dat de pomp draait. 

Indien nodig, dan de pomp handmatig gedraaid worden 

of met een maximum toerental van 50 rpm, indien 

de pomp enkelwerkende dichtingen van carbon/siliconen 

carbide heeft. 

Als er gespoelde of dubbelwerkende dichtingen 

gebruikt zijn, kan de pomp ook draaien met een maximum 

toerental van 50 rpm, alleen als de 

spoel/barriere vloeistof (b.v. condensaat) stroomt. De 

druk van de spoel/barierre vloeistof moet hoger zijn 

dan de druk van de sterilisatiestoom. 


SIP Procedure 

DANGER 

Hot steam my cause severe bodily injury. NEVER loosen 

the pump cover or connections during the sterilization 

process. 

Steam used for sterilization must be free from lime, rust 

and other particles. Use a filter, if necessary. 

• Pass clean, wet steam through the system until the 

system temperature has stabilized. 

• The heating time needed depends on the system and 

must be precisely ascertained using temperature sensors. 

Do not rotate the pump during this heating 

phase. 

CAUTION 

During sterilization, the surfaces of the pump may get 

very hot and any contact with the pump may cause burnings. 

Soak time 

– The soak time depends on the application and the 

required sterility level of the system. 

– Soak time is typically 20 to 60 minutes. 

– The rotary lobe pump should not run during this hold 

time unless absolutely essential to achieve sterility. 

All pump components will normally reach the desired 

temperature by thermal conduction without rotating 

the pump. 

If essential, the pump can be rotated during the hold 

time by hand or at maximum speed of 50 rpm, if the 

pump is fitted with single acting carbon/silicone 

carbid seals . 

If flushed or double-acting seals are used, the pump 

may also run at maximum speed of 50 rpm, provided 

liquid flush/sealing flush, (e.g. with condensate) are 

connected and are operating at a pressure above the 

steam pressure within the pump during SIP . 

23

Wanneer de pomp is uitgerust met een enkelwer-kende 

siliconen carbide/siliconen carbide dichting, mag 

de pomp niet meedraaien,omdat de afdichtvlak-ken 

zich dan met elkaar kunnen versmelten. 

– Aan het einde van de sterilisatietijd moet de pomp 

afkoelen. Deze tijd kan door steriele lucht of gas verkort 

worden. Tijdens de afkoelperiode mag de pomp 

niet draaien. 

– De pomp mag niet abrupt afgekoeld worden (b.v. 

door koud water). 

– Wanneer de pomp is uitgerust met siliconen carbide/ 

siliconen carbide dichtingen, dan mag de pomp pas 

draaien als het pomphoofd gevuld is met vloeistof. 

Inspectie en reparatie 

van het pomphoofd 

De pompen VPSH en VPSU zijn vrijwel geheel onderhoudsvrij. 

Toch is het nodig om regelmatig het oliepeil 

te controleren. 

Om eventuele storing te voorkomen adviseert Tuchenhagen 

om regelmatig het pomphoofd visueel te inspecteren. 

Hierbij moet bijzondere aandacht gegeven worden 

aan de dichtingen en aansluitingen en de correcte 

werking van de pomp. 

Alle hoofddichtingen kunnen ge-inspecteerd worden 

zonder dat de pomp uit het systeem gehaald moet worden. 

LET OP 

De pomp moet volledig gedraind worden voordat men 

deze demonteerd. Als er zich gevaarlijke vloeistoffen in 

de pomp bevinden, zorg dat deze goed en veilig 

gedraind, behandeld en afgevoerd worden 

GEVAAR 

Voor elke demontage moet de stekker uit het stopcontact 

gehaald worden of de hoofdschakelaar uit gezet 

worden en de zekering gedeactiveerd worden, om te 

voorkomen dat de pomp kan starten. Het pomphuis 

moet drukvrij en gedraind zijn en de kamertemperatuur 

hebben aangenomen. De afsluitapparatuur in de zuigen 

drukleiding moet gesloten zijn. 

If the lobe pump is fitted with single-acting silicone 

carbide/silicone carbide seals, the pump must not be 

rotated during the hold time as the seal faces can bind 

together. 

– At the end of the hold time, the pump must be allowed 

to cool naturally. This time may be shortened by 

applying sterile air or gas. The pump must not run 

during the cooling phase. 

– The pump must not cool abruptly (e.g. by cold water). 

– If the pump is fitted with silicone carbide/silicone carbide 

seals, the pump may rotate when the pump head 

is filled with liquid. 

Inspection and 

repair of the pump 

head 

The pumps VPSH and VPSU are virtually maintenance 

free. It is advisable though, to check the oil level at regular 

intervals. 

As a preventive measure, Tuchenhagen recommends to 

carry out visual inspections of the pump head components 

periodically, (seals and joints) and to pay particular 

attention to tightness and the correct function of the 

pump. 

All main seals may be inspected without the need of 

removing the pump from the system. 

CAUTION 

Prior to dismantling, the pump must completely be 

drained. If the pump contains dangerous liquids, take 

care that these liquids are properly drained, handled 

and disposed of. 

DANGER 

Prior to dismantling the pump, pull the mains plug or 

switch off the main switch and deactivate the fuse, in 

order to secure the pump against inadvertent starting. 

The pump housing must be depressurized, empty and 

cooled down to room temperature. The shut-off devices 

in the suction and pressure pipes must be closed. 


• Electriciteit voor de pompmotor verbreken. 

• Het pomphuis uit het leidingwerk halen, drainen en af 

laten koelen tot kamertemperatuur. 

Afsluitplaat 

Afsluitplaat VPSH 

End cover VPSH 

Demonteren 

Afsluitplaat VPSU 

End cover VPSU 

LET OP 

Voordat men de afsluitplaat (73) verwijderd, moet men 

er zeker van zijn dat de pomp niet is aangesloten op het 

electrisch net, drukvrij en gedraind is. Dit geldt ook 

voor de verwarmingsmantels en de dichtings vloeistofbarrieres. 

Let er in het bijzonder op dat de pomp koud is en geen 

gevaarlijke vloeistoffen meer bevat. Wanneer de pompkap 

is uitgerust met een veiligheidsventiel, zie de 

beschrijving in het onderdeel „Overbelastingsprotectie“. 

LET OP 

De afsluitplaat (73) is zwaar. Houdt de afsluitplaat goed 

vast wanneer de bouten (39) verwijderd worden. 

Beschadig de oppervlakken en dichtingen niet. 

• Verwijder de bouten (39). Mocht de afsluitplaat (73) 

“plakken”, tik dan voorzichtig zijdelings met een rubber 

hamer. 

• Leg de afsluitplaat met de produktzijde naar boven op 

een schoon oppervlak. 


• Disconnect the pump motor . 

• Dismount the pump housing from the pipe system, 

drain and let it cool down to room temperature. 

End cover 

Removal 

Afsluitplaat met barriere VPSU 

End cover with barrier VPSU 

CAUTION 

Before removing the end cover (73), make sure that the 

pump is disconnected from the mains, the system is 

depressurized and drained of liquids. The same applies 

to heating jackets and the seal flushing system. 

See to it, that the pump is cold and does not contain 

hazardous fluids. If the pump cover is fitted with a 

safety valve refer to the relevant description in section 

„Overload protection“ 

CAUTION 

The end cover (73) is heavy. Take care to support the end 

cover, when removing the bolts (39). 

Take care not to damage the seal`s surface. . 

• Remove bolts (39). If the end cover (73) "sticks", tap 

carefully sideways with a rubber hammer. 

• Place the end cover with product side upwards on a 

clean surface. 

25

Monteren 

VPSH 

• Plaats de O-ring (74) in de groef in de afsluitplaat, 

zorg dat deze vlak in de groef zit. 

VPSU 

• Plaats de afdichting (74) in de groef in de afsluitplaat, 

zorg dat deze vlak in de groef zit. Om vervorming te 

voorkomen, de afdichting op 4 plaatsen vast drukken, 

daarna de rest in de groef drukken. 

• Plaats de bouten (39). 

•Controleer of de afsluitplaat op de juiste wijze op het 

pomphuis zit. 

• De bouten met het juiste draaimoment aandraaien. 

Installation 

VPSH 

• Place the O-ring (74) in the end cover groove, ensuring 

that it seats evenly. 

VPSU 

• Place the joint seal (74) in the end cover groove, ensuring 

that it seats evenly. To avoid forming loops, press 

in the seal at 4 places first and then press the rest. 

• Insert bolts (39). 

•Check that end cover is correctly located on the pump 

housing. 

• Tighten bolts to the correct torque. 


Rotoren 

Demontage 

• Ontkoppel de pomp 

van de motor. 

• Afsluitplaat verwijderen 

(zie deel „afsluitplaat“.) 

VPSH 

De rotoren zijn vastgezet 

met speciale geborgde 

schroeven – de rotorbout 

(7). De rotorbouten worden 

afgedicht door een Oring 

(63). 

• De rotoren worden geblokkerd 

met een zacht 

kunststof blok (wordt 

bij elke pomp geleverd) 

(zie afbeelding). 

✗Beide rotorbouten (7) 

hebben rechts draaiende 

draad. 

• Draai de rotorbouten 

los met het speciaal 

hier-voor meegeleverde 

gereedschap. 

LET OP 

Let op dat de vlakken van 

de mechanical seals op de 

as en in de rotor niet 

beschadigd raken bij het 

verwijderen van de rotor. 

• Verwijder de rotor voorzichtig. 

• Markeer de rotoren zo, 

dat ze bij montage weer 

op de juiste as komen 

en ook juist op het 

dichtvlak van de 

mechanical seals komen 

te zitten. 

Blokkeren van de rotoren 

Onderste rotor vrijmaken 

Locking the rotors 

Loosen the bottom rotors 


Rotors 

Removal 

• Disconnect the pump 

from the motor drive. 

• Remove end cover (see 

section „End cover“). 

VPSH 

The rotors are secured by 

special slotted screws – 

the rotor bolt (7). The 

rotor bolts are sealed by 

O-rings (63). 

• The rotors are locked 

using a soft plastic 

block (delivered with 

each pump), see illustration 

✗Both rotor bolts (7) have 

a right-hand thread. 

• Loosen the rotor bolts 

(7) with the special tool 

supplied. 

CAUTION 

Take care not to damage 

the sealing face of the 

mechanical seals on the 

shaft and in the rotor 

when pulling out the 

rotor. 

• Withdraw the rotors 

with care. 

• Mark the rotors to ensure 

that they are 

mounted on their initial 

shaft and that they mate 

correctly with the sealing 

faces of the mechanical 

seals on re-assembly. 

27

LET OP 

Zorg er voor dat de dichtvlakken 

van de mechanical 

seal (40) niet beschadigd 

worden. De-monteer 

de dichtvlakken niet, tenzij 

de elastomeren (56) 

vervangen moeten worden. 

VPSU 

De rotoren van de pomp 

VPSU hebben verlengde 

assen met draad op de 

uiteinden (151 en 152), en 

door de holle assen (5 en 

6) passen en welke met 

moeren (154) en ringen 

(153) buiten het aandrijfhuis 

vastgezet worden. 

• De rotoren worden geblokkeerd 

met een 

zacht kunststof blok 

(wordt bij elke pomp 

geleverd) (zie afbeelding). 

• De rotormoeren (154) 

en ringen (153) losdraaien. 

• De verlengde assen 

door de holle assen 

naar voren uit de pomp 

drukken. 

• Houdt de rotoren vast 

met een klem met 

“zachte” bek om schade 

aan de rotoren te 

voorkomen. 

• Schroef de rotoren van 

de verlengde assen (151 

en 152). 

• Zorg er voor dat de bij 

elkaar horende rotor en 

de verlengde as bij 

elkaar blijven. 


Onderste rotor vrijmaken 



CAUTION 


the faces of the mechanical 

seals (40). Do not 

dismount the seal face 

unless the elastomers of 

the seat (56) must be 

exchanged. 

VPSU 

The rotors of the pump 

VPSU are held in place 

with tie-rods (151 and 

152) which have threaded 

ends and pass through the 

hollow shafts. The tie rods 

are secured with nuts 

(154) and washers (153) 

outside the gear box. 

• The rotors are locked 

using a soft plastic 

block (delivered with 

each pump), see illustration 

• Undo the nuts (154) 

and washers (153). 

• Push the tie-rod 

through the hollow 

shaft out of the pump 

housing to the front. 

• Hold the rotors in a soft 

jaw vice to avoid damage 

on the rotors 

• Unscrew rotors from 

the tie-rods (151 and 

152). 

• Ensure that the rotors 

and the tie-rods are kept 

with correct rotor and 

shaft. 


• Markeer de rotoren zo, 

dat ze bij montage weer 

op de juiste as komen 

en ook juist op het 

dichtvlak van de 

mechanical seals komen 

te zitten. . 

LET OP 

Zorg er voor dat de dichtvlakken 

van de mechanical 

seal (40) niet beschadigd 

worden. De-monteer 

de dichtvlakken niet, tenzij 

de elastomeren (56) 

vervangen moeten worden. 

Monteren van 

de rotoren 

• Plaats de dichting en 

het dichtvlak op de juiste 

wijze in de rotor. 

LET OP 

Smeer NOOIT de dichtvlakken 

in. 

• Reinig de dichtvlakken 

met een zachte doek. 

• Schuif de rotoren voorzichtig 

op de assen. De 

rotor moet soepel over 

de vertanding op de as 

glijden. 

VPSH 

• Plaats de O-ring (63) op 

de rotorschroef. 

• Blokkeer de rotoren met 

een zacht kunststof blok 


• De rotorbouten (7) met 

het juiste draaimoment 

aandraaien. 



Onderste rotor bevestigen 



• Mark the rotors to ensure 

that they are 

mounted on their initial 

shaft and that they mate 

correctly with the sealing 

faces of the mechanical 

seals. 

CAUTION 


the sealing face of the 

mechanical seals (40). Do 

not dismount the sealing 

face unless the elastomers 

of the seat (56) must be 

exchanged. 

Re-fitting the 

rotors 

• Correctly insert the the 

joint seal and seal face 

into the rotor. 

CAUTION 

NEVER lubricate the sealing 

faces 

• Clean the sealing faces 

with a soft tissue. 

• Slide the rotors with 

precaution onto their 

respective shafts. The 

rotor should slide freely 

on its drive splines. 

VPSH 

• Refit the O-ring (63) to 

the rotor screw. 

• Lock the rotors using a 

soft plastic block, (see 

illustration) 

• Tighten the rotor bolts 

(7) to the correct torque. 

. 

29

VPSU 

• Maak de verlengde 

assen met moeren(154) 

en ringen (153) vast. 

• Blokkeer de rotoren met 

een zacht kunststof blok 


• De rotorbouten (154) 

met het juiste draaimoment 

aandraaien. 

Enkelwerkende mechanical 

seals 

• Wanneer de rotoren zijn verwijderd (zie hfst. “rotoren”), 

controleer dan de dichtingen aan de produktzijde 

op slijtage, scheurtjes, deuken, krassen en tekenen 

van verdroging. 

• Controleer de elastomeren op schade en vervorming 

. 

• De dichtvlakken reinigen met een zachte, pluisvrije 

doek. 

Demontage van de produktberoerende 

mechanical seals 


Onderste rotor monteren 



• Gebruik voor het verwijderen van het statische deel 

van de mechanical seal (40) het meegeleverde speciale 

gereedschap. 

• Haal het statische deel van de mechanical seal (40) 

samen met de afdichting (8) voorzichtig uit het boorgat 

van het rotorhuis (1) met het speciale gereedschap. 

Schuif het speciale gereedschap voorzichtig langs de 

dichting en draai deze 90°, tot het gebogen deel achter 

het dichtvlak zit. Werk de “haak” voorzichtig om de 

afdichting heen en trek het geheel rustig uit het boorgat. 

Let er in het bijzonder op dat de dichtvlakken niet 

beschadigd raken. 

VPSU 

Single-acting mechanical 

shaft seals 

• When the rotors have been removed (acc. to section 

”rotors”), inspect the primary seal for wear, cracks, 

chips, scratches or signs of running dry. 

• Inspect elastomers for damage or deterioration. 

• Clean the seal faces with a soft, lint-free tissue before 

re-assembly. 

Dismantling the primary 


• Secure the tie-rods with 

nuts (154) and washers 

(153). 

• Lock the rotors using a 

soft plastic block, (see 

illustration) 

• Tighten the rotor bolts 

(154) to the correct torque. 

• For removal of the static part of the mechanical seal 

(40) use the special seal removal tool included in the 

delivery. 

• Carefully remove the static seal seats (40) from their 

bores of the rotor case (1) together with the joint seal 

ring (8) using the special seal removal tool. For this 

purpose insert the special tool carefully along the seal 

and rotate it by 90°, until the hooked end locks in position 

behind the seal seat. Work the "hook" gently 

around the circumference of the seal and carefully pull 

the seal face out of the bore. Take great care not to 

scratch or damage the smooth face of the seal. 


• De gedemonteerde 

delen zo wegleggen dat 

deze weer op dezelfde 

as gemonteerd worden, 

zodat de oorspronkelijke 

dichtvlakken weer 

op hun eigen plaats 

terecht komen. 

✗Demonteer het roterende 

deel van de mechanical 

seal (40) van de 

rotor (119) alleen dan 

wanneer het dichtvlak 

en de dichting ver-vangen 

moeten worden. 

LET OP 

Het dichtingsmateriaal is 

zeer broos, bescherm de 

ogen met een bril. 

• Verwijder de dichtingen 

(40) met twee stompe 

schroevendraaiers uit 

hun zitting. 

Montage van de produkt - 

beroerde mechanical seals 

Wanneer de oude dichtin-gen opnieuw gebruikt worden, 

let er dan op dat ze op hun oorspronkelijke plaats 

komen te zitten. 

LET OP 

Afdichting (8) niet bescha-digen of verdraaien tijdens 

montage. 

• De afdichting (8) op het statische deel van de productberoerde 

dichting monteren. 

• Het boorgat smeren – meestal is een beetje water voldoende. 


Afdichting (56) in rotor 

„Cup Rubber“(56) in the rotor 

Remounting the primary 


• Keep each seal with its 

respective shaft to ensure 

correct mating of the 

seal faces on re-assembly. 

✗Only remove the rotary 

seal seat (40) from the 

back of the rotor (119), if 

you intend to fit a new 

seal face and cup rubber 

(56). 

CAUTION 

Seal materials are brittle, 

eye protection is recommended. 

• Gently prize out the 

seals (40) from the seat 

using two blunt screwdrivers. 

If refitted previously used seal faces, ensure that rotary 

and static faces are mounted in their original pairs. 

CAUTION 

Take care not to damage or deteriorate the joint ring (8) 

during assembly. 

• Fit the joint seal ring (8) to the static primary seal face. 

• Lubricate the bore – mostly water will be suitable. 

31

• De statische dichtingszitting 

(40) zo in de 

rotor plaatsen dat de 

aangrijp punten van de 

drukplaat juist in het 

afdichtvlak vallen. 

• Plaats de dichting in het 

boorgat. Bij juiste plaatsing 

moet de dichting 

samen met de asveer 

vrij in het dichtingshuis 

kunnen bewegen. 

De dichting hoeft niet 

afgesteld te worden. 

Indien het rotorhuis gedemonteerd 

is (zie sectie 

„rotorhuis“), kan de 

dichting eenvoudig in het 

rotorhuis worden gemonteerd, 

alvorens het rotorhuis 

weer aan de aandrijving 

gemonteerd wordt. 

• Plaats de afdichting (56) 

in de rotor (119) en 

plaats dan de dichtingszitting. 

Zorg dat deze 

juist geplaatst wordt 

t.o.v. de pin in de rotor. 

Bevochtig de dichting 

ligt alvorens deze in de 

rotor te plaatsen. Bij correcte 

plaatsing zijn 

dichtvlak en rotorvlak 

parallel. “Scheve” plaatsing 

heeft lekkage tot 

gevolg. 

• Alle dichtvlakken met 

een zachte, pluisvrije 

doek van stof en vet 

ontdoen. Indien nodig 

een oplosmiddel gebruiken. 

Het afdichtingshuis (52) 

alleen dan demonteren als 

de staat van de asveren 

(54) en de drukplaat (53) 

gecontro-leerd moeten 

worden. 

Afdichting (56) in rotor 

„Cup Rubber“(56) im Rotor 

• Insert the static seal 

seat (40) into the rotor 

case such that the locks 

of the drive plate catch 

into the slots in the seal 

face. 

• Press the seal into the 

bore. When correctly 

aligned, the seal should 

slide freely with the 

wave spring (54) of the 

seal housing. 

The seal must not be 

aligned. 

If the rotor case has been 

removed (see section 

„Rotor case“), the static 

seals seats can easily be 

inserted into the rotor 

case before mounting the 

rotor case onto the gear. 

• First insert the cup rubber 

(56) into the rotor 

(119) and insert the seal 

seat. Ensure alignment 

of the seal seat with the 

pin in the rotor. Slightly 

wetten the seal seat 

before you press it into 

the rotor. When correctly 

fitted, the seal face is 

parallel with the rotor 

face. Any "run-out" of 

the seal will cause leakge 

of the seal. 

• Carefully clean all seal 

faces with a soft lint-free 

cloth to remove all dust 

and grease. It may be 

necessary to use a compatible 

solvent to remove 

oil or grease. 

Remove the seal housings 

(52) from the back of the 

rotor case only if the condition 

of the wave 

springs (54) and the drive 

plates (53) must be 

checked. 


• Bij hermontage van het dichtingshuis de 3 aangrijppunten 

op de drukplaat (53) in overeenstemming 

brengen met de 3 pinnen. 

• Na montage controleren of de drukplaat (53) vrij tegen 

de asveer kan glijden. 

Rotorhuis 

LET OP 

Zorg er voor dat het leidingwerk, de spoelen barierreaansluitingen 

drukvrij zijn, voordat zij los gekoppeld 

worden. 

Zet de pompvoeten (29) vast voordat het rotorhuis gedemonteerd 

wordt, dit om te voorkomen dat de aandrijving 

achterover valt als het rotorhuis verwijderd wordt. 

Het rotorhuis is zwaar en moet gezekerd worden voordat 

de 4 inbusschroeven losgedraaid worden 

LET OP 

Mochten de mechanical seals (40) nog aan het rotorhuis 

zitten bij demontage, let er dan op dat deze niet be-schadigd 

worden door de aseinden (5, 6). Indien er een 

gespoelde versie gemonteerd is, zorg er dan voor dat de 

lipseal niet beschadigd wordt door de asver-tanding of 

de pasringen (16). 

• Leidingwerk, spoelen barriere-aansluitingen los koppelen. 

• Afsluitplaat (73) demonteren (zie sectie “afsluitplaat”). 

• Rotoren demonteren (zie sectie „Rotoren“). 

• Draai de vier inbusschroeven (20) los, waarmee het 

rotorhuis (1) aan het aandrijfhuis (2) vast zit. 

• Het rotorhuis demonteren. 

✗Werk bij de hermontage in omgekeerde volgorde. 

• Draai de vier inbusschroeven met het juiste draaimoment 

aan (zie gegevensblad van de pomp). 


• When refitting the seal housings, align the three slots 

of the drive plate (53) with the three pins. 

• When fitted, ensure that drive plate (53) can slide 

freely against the wave spring. 

Rotor case 

CAUTION 

Disconnect process pipes and any flush/barrier connections, 

first ensuring that fluid is not under pressure. 

Secure pump feet (29) before removing the rotor case, as 

the gearbox will tip backwards without the rotor case 

being in position. The rotor case is heavy, ensure that it 

is supported before the four hex. socket screws are 

removed 

CAUTION 

If the mechanical seals (40) are still fitted to the rotor 

case, take care not to damage them on the shaft ends 

(5, 6) when dismounting. If flushed seals are fitted, take 

care not to damage the lip seal by the shaft splines or 

shims (16). 

• Remove the process pipes and any flush/barrier 

connections. 

• Remove the end cover (73) (see section“end cover”). 

• Remove rotors (see section„rotors“). 

• Undo the four hex. socket screws (20) holding the 

rotor case (1) to the gearbox (2). 

• Remove the rotor case. 

✗For assembly proceed in reverse order. 

• Torque the four hex. socket screws to the correct setting, 

(see pump data sheet). 

33

Enkelwerkende afdichting 

met spoeling 

Pompen met gespoelde dichtingen hebben lipseal (1) 

naar de atmosfeer. Om deze te vervangen moet het 

rotor-huis gedemonteerd worden. (zie sectie “rotorhuis“). 

• Verwijder schroeven en afdichtingshuis van het rotorhuis. 

• Druk de lipseals uit het huis. 

• Controleer of het deel van de as waar de lipseal zit 

niet beschadigd is. 

• Bij hermontage de nieuwe 

lipseal in het huis 

drukken. 

• Monteer de asveer (54) 

en de drukplaat (53) als 

aangegeven in de afbeelding. 

• Bij de hermontage van 

het afdichtingshuis 

moeten de 3 gaten in de 

drukplaat (53) over de 

pinnen vallen. 

• Controleer na hermontage 

of de drukplaat 

(53) vrij over de asveer 

beweegt. 

• Monteer afdichting (8) 

en de produktberoerde 

afdichting (zie sectie 

“enkelwerkende mechnical 

seal:”) 

• Zorg er bij de hermontage 

van het rotorhuis 

voor dat de lipseal niet 

beschadigd wordt door 

het getan-de deel van de 

as of de pasringen (16). 

56 8 

40 53 54 

Single flushed shaft seal 

Pumps fitted with flushed seals have lip seals (1) 

towards the atmosphere. To service lip seals it is necessary 

to remove the rotor case (see section „rotor case“). 

• Remove screws and seal housing from back of the 

rotor case. 

• Press lip seals out of the housing. 

• Check that surface of the shaft where the lip seal runs 

is smooth and not grooved. 

• To re-assemble, push 

new lip seal into the 

housing. 

• Mount wave spring (54) 

and drive plate (53) as 

shown in the illustration. 

• When refitting the seal 

housings, align the three 

slots of the drive plate 

(53) with the three pins. 

• When fitted, ensure that 

drive plate (53) can slide 

freely against the wave 

spring. 

• Install cap rubber (8) 

and static primary seal 

see section „single 

mechanical shaft seal“) 

• When re-fitting the 

rotor case, take care not 

to damage the lip seal 

by the shaft splines or 

shims (16). 


Dubbelwerkende 

mechanical seal 

Demontage 

Om de niet-produktberoerde 

dichtingen te vervangen, 

moet het rotorhuis 

gedemonteerd worden 

als beschreven in 

“gespoelde enkelwerkende 

mechanical seal” 

• Demonteer het statische 

deel van de afdichting. 


LET OP 

Beschadig de dichtvlakken 

niet bij het demonteren. 

Markeer de dichtvlakken, 

zodat ze bij hermontage 

weer op de juiste as 

komen te zitten. 

• Het roterende deel van 

de afdichting van de as 

trekken. 

Demontage van het 

afdichtingshuis is alleen 

noodzakenlijk als de dichtingen 

aan de atmosfeerzijde 

gecontroleerd of vervangen 

moeten worden. 

(zie sectie “af-dichtingshuizen”) 

56 8 52 


40 53 54 

Double acting mechanical 

seal 

Dismantling 

To service secondary 

seals, first dismount the 

rotor case see section 

„single flushed seals“. 

• Remove static faces of 

the seal 

(see illustration). 

CAUTION 

Take care not to scratch or 

damage the smooth faces 

of the seals. 

Mark the seal faces to 

ensure correct mating on 

re-asembly. 

• Pull the rotary seats off 

the shaft 

Removal of the seal housing 

is necessary only if 

the seals on the atmosphere 

side must be 

checked or replaced. See 

section „seal housing ). 

35

Montage 

LET OP 

Dichting (8) bij montage niet beschadigen of verdraaien 

. 

• O-ring bevochtigen. 

• De gleufen in de dichting moeten in de nokken op de 

drukplaat (53) vallen. 

• De dichting volledig in het huis drukken. De dichting 

moet zich samen met de asveer (54) en de drukplaat 

(53) vrij kunnen bewegen. 

• Bij eerste montage moet de draagring stevig tegen de 

schouders van de assen gedrukt worden. Zorg er voor 

dat de zachte sluitring op de draagring gemonteerd is 

. 

• Bij de hermontage van het dichtingshuis de drie gleuven 

in de drukplaat (53) over de drie pinnen laten vallen. 

• Controleer of de drukplaat (53) vrij tegen de asveer 

beweegt. 

• Plaats dichting (8) tegen het vlak van de productberoerde 

dichting. 

• Smeer het boorgat (meestal is een beetje water voldoende). 

• Plaats de dichting m.b.v. de nokken op de drukplaat 

(53) op de juiste wijze in het dichtingshuis. 

• Druk de dichting in het boorgat. 

Bij juiste plaatsing moet de afdichting met de asveer (54) 

van het dichtingshuis vrij kunnen bewegen. 

De afdichting hoeft niet afgesteld te worden. 

✗Verwijder alle stof en vet van de afdichtvlakken met 

een zachte pluisvrije doek. Indien nodig, een geschikt 

oplosmiddel gebruiken. 

Re-assembly 

CAUTION 

Take care not to damage or deteriorate the joint ring (8) 

during assembly 

• Wetten O-ring, 

• Align the slots in the seal face with dogs of the drive 

plate (53). 

• Push the seat fully into the housing. The seat should 

slide freely against the wave spring (54) and drive 

plate (53). 

• If fitting double seals to the pump for the first time, 

gently press the support ring against the shoulder on 

each shaft. Ensure that the soft washer is in place on 

the support ring. 

• When refitting the seal housings, align the three slots 

of the drive plate (53) with the three pins. 

• When fitted, ensure that drive plate (53) can slide 

freely against the wave spring. 

• Fit the joint ring (8) to the static primary seal face. 

• Lubricate the bore – mostly water will be suitable. 

• Align the seal with dogs of the drive plate (53) in the 

seal housing. 

• Press the seal into the bore. 

When correctly aligned, the seal should slide freely with 

the wave spring (54) of the seal housing. 

The seal must not be aligned 

✗Carefully clean all seal faces with a soft lint-free cloth 

and to remove all dust and grease. It may be necessary 

to use a compatible solvent to remove oil or grease. 


Dichtingshuizen 

Demontage 

Het dichtingshuis (52) aan de achterzijde van het rotorhuis 

moet alleen gedemonteerd worden als de asveer 

(54) en/of de drukplaat (53) gecontroleerd moeten worden. 

✗De dichtingshuizen voor enkelwerkende, gespoelde 

en dubbelwerkende dichtingen zijn verschillend. 

• Afsluitplaat (73) demonteren volgens sectie “afsluitplaat“. 

• Rotoren demonteren volgens sectie “rotoren“. 

• Rotorhuis (1) demonteren volgens sectie “rotorhuis” 

. 

• Leg het rotorhuis met de afdichtingshuiszijde naar 

boven op een schone ondergrond, zodat de voorkant 

van het rotorhuis niet beschadigd raakt. 

• Bij dubbelwerkende dichtingen het statische deel van 

de dichting demonteren. Let er op dat de bij elkaar 

horende dichtvlakken bij elkaar bewaard worden 

. 

• De schroeven verwijderen en voorzichtig het dichtinghuis 

verwijderen. Let hierbij op de positie van de 

druk-plaat, veer en draagring. 

• Alle onderdelen op beschadiging controleren en zo 

nodig vervangen. 

• het statische deel van de dichting uit het huis drukken. 

Bij elkaar horende delen bij elkaar houden. 

Montage 

• Plaats de achterring, asveer (54) en drukplaat (53) in 

elke dichtingshuis. 

• Plaats de stiften op het huis in de gleuven van de 

drukplaat. Dubbelwerkende dichtingen hebben twee 

drukplaten (53) en een asveer (54) per huis. 

• Bij gespoelde of dubbel werkende dichtingen de 

O-ring over het buitendeel van het dichtingshuis 

plaatsen. 


Seal housings 

Removal 

Remove the seal housings (52) from the back of the rotor 

case only if the condition of the wave springs (54) and 

the drive plates (53) must be checked. 

✗Seal housings vary for single, flushed and double 

seals. 

• Remove the end cover (73) (see section“end cover”) 

• Remove rotors (see section„rotors“). 

• Remove the rotor case (1) see section„Rotor case“. 

• Position rotor case face down on a clean smooth surface 

so that the front of the rotor case does not get 

damaged. 

• If double seals are fitted, remove the static seal seats. 

Take care that the mating seal faces are kept in pairs. 

• Remove screws and carefully withdraw the seal housings. 

Note the position of the drive plates, spring and 

support ring. 

• Inspect all components for wear and replace as 

required 

• Press static primary seals seats out of the housing. 

Keep mating seal faces together. 

Assembly 

• Locate back ring, wave spring (54) and drive plate (53) 

into each seal housing. 

• Engage slots on drive plate with the pins in the housing. 

Note, for double mechanical seals there are two 

drive plates (53) and one wave spring (54) per housing. 

• For flushed or double seals, position the O-ring on to 

the step on the outside diameter of the seal housing. 

37

• Houdt het dichtingshuis (52), drukpla(a)t(en) (53), 

asveer (54),achterring en O-ring samen, wanneer men 

het huissamenstel plaatst. Controleer of het huis precies 

op de achterkant van het rotorhuis past en dat de 

drukplaat (53) vrij kan bewegen. 

• Draai de schroeven van het huis met het juiste draaimoment 

aan. 

Rotortoleranties 

De pomp heeft een zeer kleine, zorgvuldig gecontroleerde 

tolerantie tussen de rotoren en het rotorhuis. 

Als de tolerantie niet correct 

is kan dit als volgt 

afge-steld worden (zie 

afb.): 

• Meet in de gemonteerde 

pomp met een schuifmaat 

de tolerantie tussen 

rotor en rotorhuis 

op. Hierbij is de afsluitplaat 

(73) gedemonteerd, 

de rotoren (119) 

en het rotorhuis (1) zijn 

met de voorgeschreven 

draai-momenten aangedraaid. 

• Als de tolerantie niet 

correct is, dan de rotoren 

(119) en de O-ringen 

(63) demonteren. 

✗De O-ringen (49) en de 

pasringen (16) kunnen 

zonder demontage van 

het rotorhuis verwijderd 

worden. De pasringen 

bevatten sleuven, zodat 

deze probleemloos van 

de as verwijderd kunnen 

worden. 

• Trek de O-ringen (49) 

en de pasringen (16) 

van de as. 

LET OP 

Als de mechanical seals 

(40) gemonteerd zijn, dan 

er op letten dat deze niet 

beschadigd raken. 

119 

• Hold seal housing (52), drive plate(s) (53), wave 

spring (54), backing ring and O-ring together, when 

positioning the housing assembly. Ensure that housing 

fits flat with rear face of the rotor case and that the 

drive plate (53) is free to move. 

• Tighten housing screws to the correct torque.. 

Rotor clearance 

The pumpe has very small, carefully controlled clearances 

between the rotor and the rotor case. 

1 1 

Pasring / Meten van de tolerantie 

Shim / Clearance measuring 

119 16 

If the clearances are incorrect 

they can be adjusted 

as follows (see illstr. ): 

• Measure the rotor front 

end clearances using a 

depth gauge or feeler 

gauge and straight edge 

with the pump assembled, 

the end cover (73) 

removed and the rotors 

(119) and the rotor case 

(1) are fully secured to 

the correct torques. 

• If the clearance is incorrect, 

remove the rotors 

(119) and the rotor retainer 

O-rings (63). 

✗The O-rings (49) and the 

shims (16) cannot be 

removed without dismantling 

the rotor case. 

The shims are slotted to 

allow them to slide easily 

over the shaft. 

• Withdraw O-rings (49) 

and shims (16) from the 

shaft. 

CAUTION 

When the mechanical 

seals are installed (40), 

take care not to damage 

the seal faces. 


• Meet de dikte van het 

pasringenpakket op beide 

assen. 


• Bereken hoeveel pasringen 

verwijderd of toegevoegd 

moeten worden 

om de tolerantie, als 

aangegeven in het gegevensblad, 

te verkrijgen. 

Pasringen zijn te ver-krijgen 

in een dikte van 

0,025mm 

• De rotoren (19) monteren 

en de rotorbouten 

(7)met het juiste draaimoment 

aandraaien. 

• De tolerantie controleren 

en, indien nodig, 

op-nieuw afstellen. 

• Plaats de O-ringen (49) 

in hun groeven in de 

assen (5, 6), waarbij de 

groeven de pasringen 

op hun plaats houden. 

Als de rotoren een zijwaartse 

beweging maken, 

of de radiale tolerantie 

niet correct is, controleer 

dan de staat van de lagers 

(zie sectie “Inspectie en 

reparatie van de aandrijving”). 

De radiale tolerantie 

kan niet afgesteld 

worden. Indien nodig de 

lagers en assen vervangen. 

✗Monteer de mechanical 

seal (40) in schone staat. 

Hierbij mogen de O-ringen 

(63) niet vergeten 

worden. Zorg bij de 

montage van de pomp 

dat de schroeven altijd 

met het juiste draaimoment 

worden aangedraaid 

(zie sectie “technische 

gegevens”). 

Pasringen / Meten van de tolerantie 

Shim / Clearance measuring 


16 

• Measure the thickness 

of the shim packs (16) 

on both shafts. (see illustration). 

• Calculate, based on the 

thickness, how many 

shims must be added or 

removed on each shaft 

to obtain the front clearance 

specified in the 

performance data sheet 

of the pump. 

Shims are available in 

increments of 0,025 mm. 

• Refit the rotors (119) 

and tighten the rotor 

bolts (7) to the correct 

torque. 

• Check the clearance 

again, and if necessary, 

re-adjust. 

• Refit the O-rings (49) in 

the groove of the shafts 

(5, 6), as the grooves 

secure the shims in 

position. 

If any side-to-side movement 

of the rotors is noticed, 

or if the radial clearance 

is incorrect, check 

the condition of the bearings, 

(see section „Inspection 

and repair of the 

gearbox“). There is no 

adjustment for radial clearance 

- if worn, replace 

the bearings and shafts. 

✗Refit the mechanical 

seal (40) in clean condition 

and remember to 

refit the O-rings (63). 

When re-assembling the 

pump, always tighten 

the screws to the correct 

torque (see section 

„Technical Data“). 

39

Inspectie en reparatie 

van de aandrijving 

De vermogensoverdracht 

naar de pomp gebeurd 

via de aandrijfas (5). 

De aandrijving heeft twee 

tegengesteld draaiende 

assen (5, 6), welke in een 

groefkogellager (25, 24) 

geplaatst zijn. 

De assen worden door 

twee precisietandwielen 

(11) gesynchroniseerd, 

welke het vermogen van 

de aandrijfas (5) overbrengen 

op de aangedreven 

as (6). 

De aandrijving is gemaakt 

voor eenvoudig onderhoud 

en reparaties. 

Voor een betrouwbare 

werking moeten de tandwielen 

van de aangedreven 

aandrijving (11) met 

de markeringen naar 

elkaar toewijzend ingesteld 

worden. 

Tevens moet men de de 

groefkogellagers (25, 24) 

op de juiste wijze instellen. 

Dit moet zeer zorgvuldig 

gebeuren, aangezien 

alleen een correc-te 

instelling een effectief 

gebruik en lange levensduur 

garandeerd. 

Mocht u niet zeker van u 

zelf zijn, neem dan 

contact op met de leverancier 

of de fabrikant. 

Aandrijfhuis 

Gearbox 

Inspection and repair 

of the gear box 

Power input to the pump 

is via the drive shaft (5). 

The gear box has two contra-rotating 

shafts (5, 6), 

supported by taper roller 

bearings (25, 24). 

The shafts are synchronized 

by a pair precision cut 

gears (11) that distribute 

power between the drive 

shaft (5) and the driven 

shaft (6). 

The gear boxes have been 

designed for easy maintenance 

and repair. 

For reliable pump operation, 

it is important to correctly 

line-up the timing 

marks on the gears (11). 

In addition, a correct preloading 

of the taper roller 

bearings (25, 24) must be 

ensured. Care must be 

taken, as correct gear box 

assembly is essential for 

effective pump operation 

and long-life. 

If in doubt, consult your 

pump supplier or manufacturer. 


Inspectie en reparatie van 

het lagerhuis 

✗Alvorens het aandrijfdeksel (23) te verwijderen voor 

inspectie moet men tenminste een nieuwe afdichting 

(22) en 2 schroefafdichtingen (46) klaar hebben liggen 

Voor de inspectie van het lagerhuis (2) en de binnendelen 

moet het aandrijfdeksel (23) gedemonteerd worden: 

• De pomp van de aandrijving ontkoppelen en de askoppeling 

verwijderen. 

• De olie uit de aandrijving drainen. 

• Verwijder de schroeven van de aandrijfdeksel (37) en 

de schroefafdichtingen (46). 

LET OP 

Bij de demontage van de aswig en de aandrijfdeksel er 

op letten dat de lipseals in de asdoorvoer niet beschadigd 

raken. 

• De inlegspie (13) en de aandrijfdeksel (23) verwijderen. 

Het lagerhuis (2) en de binnendelen zijn nu toegankelijk 

voor inspectie. 

• Monteer in omgekeerde volgorde. Hierbij een nieuwe 

aandrijfdekselafdichting en schroefafdichting plaatsen. 

Lagerhuis, assen, 

lagers 

Wanneer de assen gedemonteerd moeten worden, markeer 

dan alle onderdelen, zodat deze bij montage niet 

verwisselt worden. 

• Pomp en aandrijving scheiden. 

• Rotorhuis demonteren (zie hoofdstuk „rotorhuis”). 

• De olie drainen. 

• Aandrijfdeksel (23) verwijderen. 

• Buig de borgplaatjes (30) naar beneden, welke de moeren 

(9) op de tandwielen borgen. 

• Blok de rotoren op de as met het plastic blok wat voor 

dit doel met de pomp is meegeleverd. 

• Moeren (9) op de tandwielen met een steeksleutel los 

draaien. 


Inspection and repair of 

the bearing housing 

✗Before removing the gear cover (23) for inspection it is 

advisable to have available at least a new gasket (22) 

and two gear cover screw seals (46). 

Remove the gear cover (23) for the inspection of the 

bearing housing (2) and internal parts. Then proceed as 

follows: 

• Disconnect the pump from the drive and remove shaft 

coupling. 

• Drain oil from the pump gear box. 

• Remove hex. screws (37) and plastic sealing washers 

(46). 

CAUTION 

When removing the drive shaft key and the gear cover, 

take care not to damage the lip seals on the drive shaft 

key-way. 

• Remove the drive shaft key (13) and the gear cover 

(23) . 

The bearing housing (2) and internal parts are now 

accessible for inspection. 

• Refit in reverse order. Use a new gear cover gasket 

and new screw seals. 

Bearing housing, shafts, 

bearings 

If the shafts are to be removed for any reason, label all 

components to avoid mix-up of the parts during 

assembly. 

• Disconnect the pump from the drive. 

• Remove rotor case (see section „rotor case”). 

• Drain oil. 

• Remove gear cover (23). 

• Bend down the tab washers (30) which lock the gear 

nuts (9) 

• Lock the rotors on the shaft using the plastic block 

supplied for this purpose. 

• Loosen the gear nuts (9) using an open spanner. 

41

• Verwijderen de tandwielmoeren (9), borgplaatjes (30), 

de precisietandwielen (11) en de aandrijfas (12). 

LET OP 

Zorg er voor dat het aandrijfhuis en de lagerzitting niet 

beschadigd raken bij het demonteren van de as. 

• Met lichte druk de assen (5, 6) richting het rotorhuis 

uit de lagerdrager drukken. Hierbij gelijktijdig de 

voorste lipseal (26) samen met het binnenste deel van 

het achterste lager eruit drukken. 

Alleen bij VPSU 

De aluminium- en RVS-onderdelen van de lagerdrager 

zijn als geheel gefabriceerd en mogen nooit gedemonteerd 

worden. 

• Het monteren gebeurt in omgekeerde volgorde. Hierbij 

de lagerspanning controleren en, indien nodig, 

deze bijstellen. 

Montage en instellen van 

de lagers 

Elke as wordt door twee groefkogellagers [voor: (25), 

achter (24)] met de overeenkomstige instellingen op zijn 

plaats gehouden. 

Deze lagerinstelling is nodig om te voorkomen dat de 

assen (5, 6) niet in zijwaartse of axiale richting kunnen 

bewegen. 

Als er toch beweging waargenomen wordt, dan moeten 

er nieuwe lagers met de overeenkomstige instellingen 

gemonteerd worden(zie sectie „lagerhuis, assen, lagers“) 

• Remove gear nuts (9), tab washers (30), timing gears 

(11) and the drive shaft key (12). 

CAUTION 

Take care not to damage the bearing housing and the 

journals when dismounting the shaft. 

• By light pressing, drive the shafts (5, 6) out of the bearing 

carrier towards the front of the rotor case . This 

will push out the front oil lip seals (26) and remove 

the inner race of the rear bearing. 

VPSU only 

The aluminium and stainless steel components of the 

bearing carrier are machined as an assembly and should 

never be dismantled. 

• Re-assemble in reverse order. Check the bearing pre - 

loads and if necessary, re-adjust. 

Bearing set-up and 

pre-load 

Each shaft is supported by two taper-roller bearings 

[front: (25), rear: (24)] with a corresponding pre-load. 

Bearing pre-load is necessary to avoid unwanted movement 

of the shafts (5, 6) - side-to-side or axially - 

If movement is noticed all the same, new bearings must 

be fitted and correctly pre-loaded, (see section „bearing 

housing, shafts, bearings“) 


Montage van de assen 

GEVAAR 

Het binnenloopvlak van de lagers moeten tot 110°C verhit 

worden. Daarom altijd veiligheidshandschoenen 

dragen bij de montage van de assen. 

• Monteer het binnenloopvlak van de lagers op de assen 

(5, 6). Het binnenloopvlak van het lager moet tegen de 

aanslag (trap op de as) zitten. 

LET OP 

Doe geen extra olie op het lager. 

• Het buitenloopvlak van het lager (voor en achter) in 

de lagerdrager drukken. 

• Het binnenloopvlak van het achterste groefkogellager 

(24) verhitten. 

• De aandrijfas van voren in het aandrijfhuis (2) plaatsen. 

• Schuif het binnenloopvlak van het groefkogellager 

(24) op de as tot het voorste en achterste lager licht 

contact maken met het buitenloopvlak. 

• Monteer de inlegspie (12), het tandwiel van de synchroonaandrijving 

(11), de borgplaten (30) en de tandwielmoer 

(9). 

• Tandwielmoer (9) handvast aandraaien, zodat de 

onderdelen op hun positie blijven, zonder dat de 

assen draaien. 

• De assen minimaal 4x rond draaien en de tandwielmoeren 

(9) met de hand aandraaien. 

• De assen nogmaals 4x rond draaien en de tandwielmoeren 

(9) nogmaals met de hand aandraaien. 

• De tandwielmoeren (9) vast draaien door deze nog 

een kwart slag aan te draaien. 


Assembly of the shafts 

DANGER 

The bearing`s inner races require heating to 110°C . 

Therefore protective gloves are essential when mounting 

the shafts. 

• Mount the front inner races and the shafts (5, 6). Make 

sure that the inner races are pressed tight up against 

the shoulders (step of the shafts). 

CAUTION 

Do not put addtional oil on the bearings 

• Press both front and rear outer races into the bearing 

carrier. 

• Heat the inner races of the rear taper roller bearings 

(24). 

• Place drive shaft into the bearing housing from the 

front (2). 

• Slide the hot inner races of the taper roller bearings 

(24) on to the shafts until the front and rear inner bearing 

races are in light contact with their outer races. 

• Fit the gear drive key (12), the gear (11), tab washers 

(30) and gear nut (9). 

• Tighten gear nut (9) by hand to hold the assembly in 

place, taking-up any end float. 

• Rotate the shafts at least four times and tighten the 

gear nuts (9) again by hand. 

• Rotate the shafts a further four times and tighten the 

gear nuts (9) again by hand. 

• Then secure the gear nuts (9) by a further quarter 

turn. 

43

• Herhaal de procedure voor de aandrijfassen. 

Bij het monteren van het tweede tandwiel, let er dan 

op dat de markeringen op de tandwielen juist 

geplaatst worden (zie afbeelding). 

• Controleren of er geen beweging in de as zit, in welke 

richting dan ook. 

• De borgplaten van de tandwielmoeren ombuigen. 

LET OP 

De lipseals mogen bij de montage niet vervormt of 

beschadigt raken. 

• De voorste lipseals (26) zo in het lagerhuis (2) drukken 

dat deze gelijk zitten met het aandrijfhuis. 

• Het aandrijfdeksel (23) monteren, inclusief 

– een nieuwe afdichting (22), 

– nieuwe oliedichtingen en 

– schroefdichtingen (46) voor de dekselschroeven 

Markeringen op tandwielen 

Gear timing marks 

• Repeat procedure for the drive shafts. 

When fitting the second gear, align according to gear 

timing marks, (see illustration). 

• Check that ther is no perceptible movement of either 

shaft in any direction. 

• Finally bend over the tab washer to lock the gear nuts. 

CAUTION 

Tanke care not to damage or curl the lip seals or displace 

the gaiter spring on the shaft. 

• The front oil seals (26) should be pressed in square, 

until they are flush with the front seal face of the bearing 

housing (2). 

• Assemble the gear cover (23, using 

– a new gasket (22), 

– new oil seals and 

– and gear cover screw seals (46) 


✗Zich er van verzekeren dat de ontluchtingsschroef 

zich weer op het hoogste punt van het aandrijfhuis 

bevind. Het oliekijkglas laat de oliestand zien als het 

aandrijfhuis voor 2/3 gevuld is en de oliedrainschroef 

bevindt zich op het laagste punt. 

• Afdichtingshuis monteren (indien verwijderd). 

• Rotorhuis afdichtingen monteren (zie sectie „Rotorhuis“). 

• Rotoren (119) monteren (zie sectie „Rotoren“). 

• Afsluitplaat (73) monteren (zie sectie „Afsluitplaat“). 

• Rotortoleranties controleren (zie sectie „Rotortoleranties”) 

• De aandrijving met olie vullen (zie sectie „Smering“). 


✗Ensure that vent plug of the gear box is at the highest 

point. The sight glass shows the oil level when the 

gear box is filled to 2/3 and the oil drain outlet is at 

the lowest point. 

• REfit seal housing, (if removed). 

• Mount rotor case gaskets (see section „rotor case“). 

• Mount rotors (119) (see section „rotors“). 

• Mount end cover (73) (see section „End cover“). 

• Check rotor clearances (see section „rotor clearances ) 

• Fill gear box with oil (see section „lubrication“). 

45

Technische Gegevens / Technical Data 

Grootte VPSH / VPSU 

Size 42 44 52 54 62 64 

Capaciteit (l/100 UpM) 12,3 20,4 26,5 45,5 64 95 

Capacity (l/100 UpM) 

Aansluiting, standaard mm (Inch) 25 (1") 38/40 (1 1/2") 38/40 (1 1/2") 50 (2") 65 (2 1/2") 76/80 (3") 

Connection, standard mm (Inch) 

Aansluiting, vergroot mm (Inch) 38/40 (1 1/2") 50 (2") 50 (2") 76/80 (3") 76/80 (3") 100 (4") 

Connection, enlarged mm (Inch) 

Max. druk (bar) 15 8 15 8 15 8 

Max. pressure (bar) 

Max. toerental (rpm) 1.000 1.000 960 960 720 720 

Max. speed (UpM) 

Max. capaciteit (l/min) 123 204 254 437 461 684 

Max. capacity 

Max. as aandraaimoment (Nm) 60 60 150 150 520 520 

Max. input shaft torque (Nm) 

Max. radiale asbelasting (N) 280 280 2250 2250 6240 6240 

Max. shaft radial load (N) 

Max. diameter zachte deeltjes (mm) 10 10 15 15 20 20 

Max. soft particle dia. (mm) 

Debiet 123 204 265 455 640 950 

Displacement (cc/rev) 

Debiet 12,3 20,4 26,5 45,5 64,0 95,0 

Displacement (litres/100revs) 

Gewicht pomp zonder aandrijving 18 20 32 35 67 73 

Bareshaft pump weight (kg) 

Olie capaciteit 1000 1000 1100 1100 1300 1300 

Oil capacity (cc) 

Stop volume 107 184 460 828 1135 1740 

Hold up volume (cc) 

Aandraai momenten (Nm) VPSH / VPSU 

Tightening Torques (Nm) 42 44 52 54 62 64 

Afsluitplaatbouten 

End cover bolts 

20 20 20 20 20 20 

Rotorschroeven 

Rotor retainer screws 

55 55 55 55 100 100 

Rotorhuisschroeven 

Rotor case screws 

20 20 20 20 20 20 

Aandrijfdekselschroeven 

Gear cover screws 

15 15 15 15 15 15 

Tandwielmoeren 

Gear nuts 

50 50 100 100 150 150 

Rotor trekstangmoeren VPSU 

Rotor tie rod nuts 

40 40 150 150 


Onderdelenlijst – Lobbenpomp VPSH 

Spare parts list – Rotary Lobe Pump VPSH 

37 

Omschrijvng stuks 

Designation piece 

8.2 / 47 

34 

23 14 

22 

9 

30 

11 

1 Rotorhuis 

Rotor case 1 

2 Lagerhuis 

Bearing housing 1 

4 Bout 

Hex screw 3 

5 Aandrijfas 

Drive shaft 1 

6 Aangedreven as 

Driven shaft 1 

7 Rotorbout 

Rotor screw 2 

8 Vierkant afdichting 

Quad ring 2 

9 Tandwielmoer 

Gear nut 2 

11 Synchroonaandrijving 

Timing gear 2 

12 Inlegspie - 

Synchroonaandrijving 

Feather key - Timing gear 2 

24 

Omschrijving stuks 


13 Inlegspie - aandrijfas 

Feather key - Drive shaft 1 

14 Olievulschroef 

Oil filler cap 1 

16 Pasring 

Disc 2 

20 Cylinderschroef met 

inbus 

Skt HD screw 4 

22 Afdichting aandrijfhuis 

Gasket-Gear housing 1 

23 Aandrijfdeksel 

Gear cover 1 

24 Groefkogellager achter 

Bearing rear 2 

25 Groefkogellager voor 

Bearing front 2 

26 Lipseal 

Lip seal 2 

29 Voet voor hor. montage 

Foot - horizontal ports 2 


2 

4 

29 

55 

33 

52 54 53 1 20 38 118 51 

25 

8 

26 

13 40 

56 

12 119 

63 

31 5 



30 Borgplaat 

Tab washer 2 

31 Cylinderschroef met 

inbus 

Skt HD Screw 4 

33 Oogbout M10 

Eye bolt M10 1 

34 Lipseal 

Lip seal 2 

37 Bout 

Hex HD screw 2 

38 Afdichtring 

Seal ring 2 

39 Bout 


40 Mechanical seal 

Inner face kit 2 

46 Schroefafdichting 

Washer 8 

49 O-ring 

O-Ring - Shim retention 2 

6 

7 

16 49 

74 

73 

39 



51 Bout 

Hex HD Bolt 8 

52 Mechnical seal huis 

Mechnical seal housing 2 

53 Drukplaat 

Drive ring 2 

54 Asveer 

Wave spring 2 

55 Klemring 

Clamp washer 4 

56 Afdichtingsset 

Single seal elastomere kit 2 

63 O-ring - rotorschroef 

O-Ring - rotor screw 2 

73 Afsluitplaat 

End cover 1 

74 O-ring - Afsluitplaat 

O-Ring - End cover 1 

118 Aansluiting 

Port 2 

119 Rotor 

Rotor 2 

47

Onderdelenlijst – Lobbenpomp VPSU 

Spare parts list – Rotary Lobe Pump VPSU 

34 

37 

27 

23 14 



1 Rotorhuis 

Rotor case 1 

2 Lagerhuis 

Bearing housing 1 

4 Bout 

Hex screw 3 

5 Aandrijfas 

Drive shaft 1 

6 Aangedreven as 

Driven shaft 1 

8 Vierkant afdichting 

Quad ring 2 

9 Tandwielmoer 

Gear nut 2 

11 Synchroonaandrijving 

Timing gear 2 

12 Inlegspie – 

Synchroonaandrijving 

Feather key - Timing gear 2 

13 Inlegspie – Aandrijfas 

Feather key – Drive shaft 1 

14 Olievulschroef 

Oil filler cap 1 

9 

22 

30 

11 

24 

2 

31 



16 Vulplaat 

Disc 2 

20 Cylinderschroef met inbus 

Skt HD screw 4 

22 Afdichting 

Aandrijfhuis 

Gasket-Gear housing 1 

23 Aandrijfdeksel 

Gear cover 1 

24 Groefkogellager achter 

Bearing rear 2 

25 Groefkogellager voor 

Bearing front 2 

26 Lipseal 

Lip seal 2 

27 Borgschroef 

Locking screw 2 

29 Voet voor vert. montage 

Foot – vertical ports 2 

30 Borgplaat 

Tab washer 2 

4 

29 25 26 13 

55 154 

153 52 54 53 



31 Cylinderschroef met inbus 

Skt HD Screw 4 

33 Oogbout M10 

Eye bolt M10 1 

34 Lipseal 

Lip seal 2 

37 Bout 


39 Bout 


40 Mechnical seal 

Inner face kit 2 

49 O-Ring 

O-Ring – Shim retention 2 

46 Schroefafdichting 

Washer 2 

52 Mechanical seal huis 

Mechnical seal housing 2 

53 Drukplaat 

Drive ring 2 

54 Asveer 

Wave spring 2 

1 

151 152 

8 

20 

40 



55 Klemring 

Clamp washer 4 

56 Afdichtingsset 

Single seal elastomere kit2 

73 Afsluitplaat 

End cover 1 

74 O-Ring – Afsluitplaat 

O-Ring – End cover 1 

119 Rotor 

Rotor 2 

151 Rotorbouten aandrijfzijde 

Rotor bolt drive side 1 

152 Rotorbouten aanged zijde 

Rotor bolt driven side 1 

153 Ring 

Washer 2 

154 Rotormoer buitenzijde 

outside rotor nut 1 


12 

5 6 16 49 

56 

119 

74 

39 

73

2008-12 · Drehkolbenpumpe VPSH/VPSU / Rotary Lobe Pump VPSH/VPSU 

49

Process Equipment 

GEA Tuchenhagen GmbH 

Am Industriepark 2-10, 21514 Büchen, Germany 

Telefon +49 4155 49-0, Telefax: +49 4155 49-2428 

fc-sales@tuchenhagen.de, www.tuchenhagen.com

Seals - ExtraNet - GEA Tuchenhagen

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?