Copie de publication index juillet.indd - Blanc Bleu Belge

More documents

Recommendations

Info

Interpretatie van de indexen Bij een genetische evaluatie worden de bekomen fokwaarden uitgedrukt in de meeteenheid van het betreffend kenmerk. om het gebruik van de berekende fokwaarden te vergemakkelijken worden ze uitgedrukt als gestandaardiseerde indexen met een gemiddelde van 100 en een spreiding (standaard afwijking) van 10. Een index van 100 betekent dat de nakomelingen van de stier voor dit kenmerk in het gemiddelde van de populatie zijn. Een index hogere dan 100 duidt aan dat het dier hoger dan de gemiddelde populatie is. Toch betekent dat niet altijd “beter”: het hangt af van het betreffend kenmerk (gebreken, sterfte,…). Door het gebruik van de standaard afwijking kan een dier voor een bepaald kenmerk binnen de populatie gesitueerd worden: 68% van de dieren hebben voor een bepaald kenmerk een index tussen 90 en 110 ; 95 % hebben een index tussen 80 en 120. Dieren met een index voor een bepaald kenmerk hoger dan 120 behoren bij de 2,5 % dieren van de populatie met het hoogste index voor dit kenmerk. De indexen berekend bij de genetische evaluaties zijn alleen maar een schatting van de werkelijke fokwaarde van het dier. Bij iedere index wordt een bepaalde nauwkeurigheid (R 2 ) weergegeven. Voor herinnering, aan elke nauwkeurigheid wordt een voorspellingsfout (Er Pred) gekoppeld. De overeenstemming tussen deze twee parameters word weergegeven in het tabel hieronder. R² Er Pred R² Er Pred R² Er Pred 0,50 7,07 0,80 4,47 0,97 1,73 0,60 6,32 0,90 3,16 0,98 1,41 0,70 5,48 0,95 2,24 0,99 1,00 Hoe de voorgestelde tabellen interpreteren ? De eerste tabel (pedigree) bevat de naam van de stier, zijn geboortedatum, zijn KI centrum, zijn vader en zijn groot-moeder’s vader. De twee volgende tabellen stellen de zootechnische en functionele indexen van het nakomelingen onderzoek (1 ste en 2 de bezoeken) voor. Elke lijn stemt overeen met een stier. Worden weergegeven: de identificatie van de stier, zijn indexen bij het eerste bezoek, zijn indexen bij het tweede bezoek, en zijn nauwkeurigheid. Een laatste tabel bevat de indexen van de lineaire beoordeling. Een stier is aanwezig in de lijst als hij ten minste een publiceerbare index heeft. Sommige hokjes zijn leeg omdat de publicatie voorwaarden niet voldaan zijn voor deze index (gebrek aan gegevens). In de tabel van de lineaire beoordeling, de indexen: - dubbel onderlijnd zijn betrouwbaarheid hoger dan 90 %, vb.: 100 - éénmaal onderlijnd zijn betrouwbaarheid tussen 80 en 90 %, vb.: 100 - niet onderlijnd zijn betrouwbaarheid lager dan 80%, vb.: 100 om het fokpotentieel van de stieren voor elk afzonderlijk kenmerk in te schatten, werden kleurcodes gebruikt: Index zeer verbeterend voor dit kenmerk min. 20 punten boven / onder het gemiddelde verbeterend voor dit kenmerk 10 tot 19 punten boven / onder het gemiddelde gemiddeld voor dit kenmerk 0 tot 9 punten boven / onder het gemiddelde verslechterend voor dit kenmerk 10 tot 19 punten boven / onder het gemiddelde zeer verslechterend voor dit kenmerk min. 20 punten boven / onder het gemiddelde
De meerderheid van de zootechnische indexen drukt gunstige kenmerken uit wanneer ze hoog zijn (behalve voor de drachtduur), in tegenstelling tot de functionele indexen (gebreken en sterftecijfer). Toch is voor sommige criteria beter om het gemiddelde na te streven . men spreekt hier over de ruglijn, de voorbenen, de achterbenen en de spronggewricht. Voor wat betreft het geboortegewicht werd als fokdoel voor een stabilisatie gekozen (en index van 100 is gunstig). om een meer huidige gemiddelde te bepalen, werd het potentieel van de stier geëvalueerd op basis van de vrouwelijke dieren aanwezig in bedrijven met geregistreerde gegevens en die in het jaar 2004 geboren zijn. Voor alle criteria werden de indexen aan dat gemiddelde aangepast. Ten gevolg wordt een index van 100 meer representatief van het gemiddelde van de huidige populatie. De “EConomISCH InDEx” berekend op basis van de gegevens verzameld op het 2 de bezoek is nu “gE- WICHT-ConfoRmATIE” genoemd. Vandaag moet inderdaad een economische index meer eigenschappen dan het gewicht en de conformatie in aanmerking nemen. De tabellen hieronder vertonen de overeenstemming tussen de functionele indexen en de verwachte frequentie van de gebreken bij de nakomelingen van de stieren (%). Publicatie criteria De indexen worden als « officieel » beschouwd vanaf een nauwkeurigheid drempel. Drempel voor eerste en tweede bezoeken: 0,70 Drempel voor “sterfte” , “levenskracht” en “drinkvermogen” : 0,50 Drempel voor de lineaire beoordeling: 0,70 voor de gedeeltelijke nota bespiering. Overeenstemming 1 ste bezoek INDEX Gebrek voorpoten Rechte spronggew. Kromme spronggew. Lange tong Scheve muil Snoek-muil Sterfte-cijfer 70 2.08 0.93 1.73 3.88 11.83 2.02 1.90 80 3.02 1.36 2.50 5.46 15.61 2.89 2.47 90 4.37 1.98 3.60 7.63 20.32 4.12 2.99 100 6.28 2.86 5.15 10.57 26.02 5.85 4.13 110 8.96 4.13 7.31 14.47 32.66 8.23 5.32 120 12.63 5.93 10.29 19.49 40.07 11.47 6.83 125 14.90 7.08 12.15 22.45 43.98 13.48 7.72 2 de bezoek INDEX Gebrek voorpoten Rechte spronggew. Kromme spronggew. Gebrek achterpot. Scheve muil Varkensmuil Snoek-muil Sterftecijfer 70 0.72 0.39 2.87 0.93 0.31 0.45 0.28 2.35 80 1.19 0.63 4.30 1.46 0.64 0.87 0.52 3.03 90 1.96 1.04 6.38 2.28 1.29 1.70 0.98 3.90 100 3.21 1.69 9.37 3.56 2.60 3.27 1.83 5.01 110 5.20 2.75 13.57 5.52 5.16 6.21 3.39 6.42 120 8.32 4.45 19.24 8.45 9.97 11.48 6.20 8.18 125 10.46 5.63 22.68 10.39 13.65 15.36 8.32 9.22
Page 1: Évaluations gÉnÉtiques bbb bwb g
Page 4 and 5: Interprétation des index Lors d’
Page 8 and 9: Interpretation of the indexes The b
Page 10 and 11: CTI BS Date naiss. Geb. Dt Birth da
Page 18 and 19: 1 ère visite - 1 ste bezoek - 1st
Page 30 and 31: 2 ème visite - 2 de bezoek - 2 nd
Page 40 and 41: CoTATIonS LInEAIRES - LInEAIRE BEoo
Page 46: CoLLABoRATIonS - mEDEWERKIng mInIST

Copie de publication index juillet.indd - Blanc Bleu Belge

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?