februari-juni - KVS

februari-juni - KVS februari-juni - KVS

05.09.2013 Views

30 interview / nl dE ENE RAyMoNd IS dE ANdERE NIEt thomas gunzig en manu riche oVer De VoorbereiDingen Van rayMond – SéBAStIEN HENdRICKX Het was de documentairemaker Manu Riche die het plan opvatte om iets te doen rond de de legendarische trainer Raymond Goethals (1921-2004). Raymond was aanvankelijk een filmproject. “Ik had een soort ‘biopic à la Belge’ voor ogen,” vertelt Riche. “Geen groots mythologisch verhaal op zijn Hollywoods maar een zoektocht naar de kleine eigenaardigheden van deze bijzondere man.” Uiteindelijk werd Raymond in plaats van een film een theatermonoloog, geschreven door Thomas Gunzig. Franstalig België kent Gunzig al enkele jaren als schrijver, columnist en frequente gast op radio- en televisieprogramma’s. Sinds hij Le Soir als vaste stek voor zijn columns inruilde voor De Standaard, is hij goed op weg om ook in Vlaanderen een publieke stem te worden. Op basis van de voorlopige tekst voor de monoloog Raymond voerden we een gesprek met Manu Riche en Thomas Gunzig. Manu, wat trok je zo aan in de figuur van Raymond Goethals? M: Net als vele Limburgers uit de streek waar ik mijn jeugd heb doorgebracht, ben ik altijd een grote fan van Standard geweest. Ik was 18 jaar in 1982, toen de ploeg onder Goethals na lange tijd opnieuw Belgisch kampioen werd. Het was een grote schok voor mij wanneer twee jaar later bleek dat de beslissende match, tegen Waterschei nota bene, het team uit een buurgemeente van waar ik woonde, was getrukeerd. Goethals mocht daarna geen trainer meer zijn in het Belgische voetbal. Hij verkaste naar Bordeaux en Marseille, waar hij zijn grootste successen heeft gekend. Die overwinning, de corruptieaffaire en de daaropvolgende verbanning, dat alles is een belangrijke plaats gaan innemen in mijn persoonlijke mythologie. Daarnaast was Goethals een levende legende aan beide kanten van de taalgrens. In zijn sappige, Brusselse dialect mixte hij vrolijk het Frans en het Nederlands door elkaar. Hij staat symbool voor het België waarin ik groot geworden ben en dat nu op het punt staat te verdwijnen, of eigenlijk al verdwenen is, na de opeenvolgende staatshervormingen. Jouw documentaires zijn vaak portretten van leidinggevende personen zoals de antwerpse havenbaas Fernand huts of de socialistische voorman steve stevaert. staan individuen aan de basis van historische ontwikkelingen of zijn ze er eerder producten van? M: Mijn films zijn niet zozeer psychologische karaktertekeningen maar sociologische portretten. Wat is de context waarin een bepaald individu functioneert en welke dialoog gaat hij met die context aan? Zo dook ik voordien al in de wereld van de politiek, de economie, de muziek… en nu dus in die van de sport. Nee, ik denk niet dat individuen de dingen echt kunnen sturen, ze worden meer gestuurd. Dat geldt ook voor de leidersfiguren in mijn films. Ze koesteren vaak de illusie dat ze de controle in handen hebben, dat ze kunnen beslissen. Daar kleeft iets tragisch aan dat me bijzonder fascineert. Vanuit het perspectief van de machthebber krijg je veel beter zicht op het ambivalente mechanisme van de macht dan wanneer je vertrekt van de figuur van de onderdaan of, nog sterker, het slachtoffer. Daarbij zie je vooral onrecht en lijden, de effecten van macht. © Danny Willems Thomas, in de monoloog die je aan het schrijven bent, neem je wat afstand van het oorspronkelijke documentaire opzet van Manu. Uw fictieve personage Raymond is slechts losjes gebaseerd op de biografie van Goethals. Vanwaar die keuze? T: Beperkingen kunnen erg stimulerend zijn voor een schrijver. Daarom hou ik ervan om in opdracht te werken, om iets te doen met een specifiek onderwerp dat me wordt voorgelegd. Toen ik deze zomer een telefoontje kreeg van KVS met de vraag of ik een monoloog wilde schrijven rond de figuur van Raymond Goethals, maakte ik direct duidelijk dat ik wel van sport hield, maar dat voetbal me niet bijzonder aansprak. Ik weet er eigenlijk niet zoveel van af. De enige manier waarop ik voelde dat ik kon reageren op de vraag die me werd gesteld was door me te distantiëren van de ‘echte’ Goethals en iets volledig nieuws uit te vinden. Wat waren uw uitgangspunten bij het schrijven van de tekst? T: Ik wilde graag vertrekken van een kantelmoment, op zoek gaan naar datgene wat aan de basis lag van de mythe. Niet die van Goethals dus maar die van ‘mijn’ Raymond. Wat zorgde ervoor dat hij zich met zoveel energie in het leven stortte, zo geobsedeerd geraakte door een onderwerp? Wij worden immers niet geboren als de mensen die wij zijn. Er is een hele resem externe factoren – sociologische, historische, persoonlijke, etcetera – die ons vormen als subject. Jouw monoloog is op een bijzondere manier opgebouwd. Waarom koos je ervoor om dat wordingsproces van je personage op een nietlineaire manier te vertellen? T: Ik beschouw teksten als objecten, die een schrijver door specifieke ingrepen kan opladen met energie. In Raymond worden in het begin een aantal elementen geïnstalleerd waar vervolgens herhaaldelijk naar wordt teruggekeerd. Naarmate de tekst vordert, verrijk ik deze elementen met steeds nieuwe informatie. Iets wat ik in het begin subtiel aanzet, kan verderop worden onderstreept en aan het eind zelfs in een volledig ander daglicht worden gesteld. In plaats van mijn tekst lineair op te bouwen, waarbij de oorzaken netjes voor de gevolgen komen, koos ik voor een complexere constructie, die desondanks niet moeilijk is om te begrijpen. In ons dagelijkse leven denken en praten we immers op zo’n manier. We zeggen iets en komen daar wat later op terug. Door iets opnieuw te formuleren krijgen we vaak een beter zicht op wat we daarvoor eigenlijk probeerden te zeggen. Zal Raymond, de ‘echte’ dan, nog een rol spelen in de uiteindelijke voorstelling? T: Mijn personage heeft natuurlijk wel nog een aantal kenmerken gemeen met Raymond Goethals. En daarnaast is het aan Manu en Josse De Pauw om mijn tekst in alle vrijheid naar hun hand te zetten. Een theaterstuk is geen gesloten tekst. Hij is gemaakt om in scène te worden gezet, om door een regisseur, een acteur, een scenograaf, etcetera, tot leven te worden gewekt. M: Ik denk eraan om Goethals terug binnen te brengen met behulp van cinematografische middelen. Niet op het vlak van beeld, maar op het vlak van geluid. Ik ga waarschijnlijk een montage maken met het audiomateriaal dat ik in de archieven terugvond. Het zou mooi zijn om Goethals aanwezig te stellen in een geluidswerk dat de woorden van Thomas ‘omringt’. ThoMas GUnZiG Thomas Gunzig (1970) is momenteel één van de meest gelezen en veelzijdige franstalige auteurs in België. Naast romans verschenen van zijn hand ook kortverhalen, jeugdboeken, hoorspelen en theaterteksten. Zijn literair werk werd meermaals bekroond en verscheen al in vele talen (helaas nog niet in het Nederlands). Gunzig doceert ook literatuur aan verschillende hogescholen en is ook bekend als kroniekschrijver en gast bij radio- en tv-programma’s van de RTBF. Sinds kort verschijnen zijn columns in De Standaard. Zijn werk wordt gekenmerkt door een grote verbeeldingskracht en zwarte humor. ManU Riche Documentairemaker Manu Riche (1964) was één van de eerste medewerkers aan het ‘cinéma verité’- magazine Strip-Tease van de RTBF. In de jaren ‘90 produceerde hij verschillende onafhankelijke documentaires in coproductie met Europese openbare zenders. Begin 2000 onderzocht hij de relatie tussen fictie en realiteit in twee films rond Belgische iconen: Koning Boudewijn en Georges Simenon. Riche is bedenker, producent en regisseur van de reeks documentaires Hoge Bomen (VRT & RTBF), bijzondere portretten van mensen met macht. Hij legt momenteel de laatste hand aan zijn nieuwste documentaire Snake Dance en is in preproductie van de fictiefilm Problemski Hotel. raYmonD p. 06 © Danny Willems 31

30<br />

interview / nl<br />

dE ENE RAyMoNd<br />

IS dE ANdERE NIEt<br />

thomas gunzig en manu riche oVer De VoorbereiDingen Van rayMond<br />

– SéBAStIEN HENdRICKX<br />

Het was de documentairemaker Manu Riche die het<br />

plan opvatte om iets te doen rond de de legendarische<br />

trainer Raymond Goethals (1921-2004). Raymond<br />

was aanvankelijk een filmproject. “Ik had een<br />

soort ‘biopic à la Belge’ voor ogen,” vertelt Riche.<br />

“Geen groots mythologisch verhaal op zijn Hollywoods<br />

maar een zoektocht naar de kleine eigenaardigheden<br />

van deze bijzondere man.” Uiteindelijk<br />

werd Raymond in plaats van een film een theatermonoloog,<br />

geschreven door Thomas Gunzig. Franstalig<br />

België kent Gunzig al enkele jaren als schrijver,<br />

columnist en frequente gast op radio- en televisieprogramma’s.<br />

Sinds hij Le Soir als vaste stek voor<br />

zijn columns inruilde voor De Standaard, is hij goed<br />

op weg om ook in Vlaanderen een publieke stem te<br />

worden. Op basis van de voorlopige tekst voor de<br />

monoloog Raymond voerden we een gesprek met<br />

Manu Riche en Thomas Gunzig.<br />

Manu, wat trok je zo aan in de figuur van<br />

Raymond Goethals?<br />

M: Net als vele Limburgers uit de streek waar ik<br />

mijn jeugd heb doorgebracht, ben ik altijd een grote<br />

fan van Standard geweest. Ik was 18 jaar in 1982,<br />

toen de ploeg onder Goethals na lange tijd opnieuw<br />

Belgisch kampioen werd. Het was een grote schok<br />

voor mij wanneer twee jaar later bleek dat de beslissende<br />

match, tegen Waterschei nota bene, het<br />

team uit een buurgemeente van waar ik woonde,<br />

was getrukeerd. Goethals mocht daarna geen trainer<br />

meer zijn in het Belgische voetbal. Hij verkaste<br />

naar Bordeaux en Marseille, waar hij zijn grootste<br />

successen heeft gekend. Die overwinning, de corruptieaffaire<br />

en de daaropvolgende verbanning,<br />

dat alles is een belangrijke plaats gaan innemen in<br />

mijn persoonlijke mythologie. Daarnaast was Goethals<br />

een levende legende aan beide kanten van de<br />

taalgrens. In zijn sappige, Brusselse dialect mixte<br />

hij vrolijk het Frans en het Nederlands door elkaar.<br />

Hij staat symbool voor het België waarin ik groot<br />

geworden ben en dat nu op het punt staat te verdwijnen,<br />

of eigenlijk al verdwenen is, na de opeenvolgende<br />

staatshervormingen.<br />

Jouw documentaires zijn vaak portretten van<br />

leidinggevende personen zoals de antwerpse<br />

havenbaas Fernand huts of de socialistische<br />

voorman steve stevaert. staan individuen aan<br />

de basis van historische ontwikkelingen of<br />

zijn ze er eerder producten van?<br />

M: Mijn films zijn niet zozeer psychologische<br />

karaktertekeningen maar sociologische portretten.<br />

Wat is de context waarin een bepaald individu<br />

functioneert en welke dialoog gaat hij met die context<br />

aan? Zo dook ik voordien al in de wereld van<br />

de politiek, de economie, de muziek… en nu dus in<br />

die van de sport. Nee, ik denk niet dat individuen<br />

de dingen echt kunnen sturen, ze worden meer gestuurd.<br />

Dat geldt ook voor de leidersfiguren in mijn<br />

films. Ze koesteren vaak de illusie dat ze de controle<br />

in handen hebben, dat ze kunnen beslissen.<br />

Daar kleeft iets tragisch aan dat me bijzonder fascineert.<br />

Vanuit het perspectief van de machthebber<br />

krijg je veel beter zicht op het ambivalente mechanisme<br />

van de macht dan wanneer je vertrekt<br />

van de figuur van de onderdaan of, nog sterker, het<br />

slachtoffer. Daarbij zie je vooral onrecht en lijden,<br />

de effecten van macht.<br />

© Danny Willems<br />

Thomas, in de monoloog die je aan het<br />

schrijven bent, neem je wat afstand van het<br />

oorspronkelijke documentaire opzet van<br />

Manu. Uw fictieve personage Raymond is<br />

slechts losjes gebaseerd op de biografie van<br />

Goethals. Vanwaar die keuze?<br />

T: Beperkingen kunnen erg stimulerend zijn<br />

voor een schrijver. Daarom hou ik ervan om in opdracht<br />

te werken, om iets te doen met een specifiek<br />

onderwerp dat me wordt voorgelegd. Toen ik<br />

deze zomer een telefoontje kreeg van <strong>KVS</strong> met de<br />

vraag of ik een monoloog wilde schrijven rond de<br />

figuur van Raymond Goethals, maakte ik direct<br />

duidelijk dat ik wel van sport hield, maar dat voetbal<br />

me niet bijzonder aansprak. Ik weet er eigenlijk<br />

niet zoveel van af. De enige manier waarop ik<br />

voelde dat ik kon reageren op de vraag die me werd<br />

gesteld was door me te distantiëren van de ‘echte’<br />

Goethals en iets volledig nieuws uit te vinden.<br />

Wat waren uw uitgangspunten bij het<br />

schrijven van de tekst?<br />

T: Ik wilde graag vertrekken van een kantelmoment,<br />

op zoek gaan naar datgene wat aan de basis<br />

lag van de mythe. Niet die van Goethals dus maar<br />

die van ‘mijn’ Raymond. Wat zorgde ervoor dat hij<br />

zich met zoveel energie in het leven stortte, zo<br />

geobsedeerd geraakte door een onderwerp? Wij<br />

worden immers niet geboren als de mensen die wij<br />

zijn. Er is een hele resem externe factoren – sociologische,<br />

historische, persoonlijke, etcetera – die<br />

ons vormen als subject.<br />

Jouw monoloog is op een bijzondere manier<br />

opgebouwd. Waarom koos je ervoor om dat<br />

wordingsproces van je personage op een nietlineaire<br />

manier te vertellen?<br />

T: Ik beschouw teksten als objecten, die een<br />

schrijver door specifieke ingrepen kan opladen<br />

met energie. In Raymond worden in het begin een<br />

aantal elementen geïnstalleerd waar vervolgens<br />

herhaaldelijk naar wordt teruggekeerd. Naarmate<br />

de tekst vordert, verrijk ik deze elementen met<br />

steeds nieuwe informatie. Iets wat ik in het begin<br />

subtiel aanzet, kan verderop worden onderstreept<br />

en aan het eind zelfs in een volledig ander daglicht<br />

worden gesteld. In plaats van mijn tekst lineair<br />

op te bouwen, waarbij de oorzaken netjes voor<br />

de gevolgen komen, koos ik voor een complexere<br />

constructie, die desondanks niet moeilijk is om te<br />

begrijpen. In ons dagelijkse leven denken en praten<br />

we immers op zo’n manier. We zeggen iets en<br />

komen daar wat later op terug. Door iets opnieuw<br />

te formuleren krijgen we vaak een beter zicht op<br />

wat we daarvoor eigenlijk probeerden te zeggen.<br />

Zal Raymond, de ‘echte’ dan, nog een rol<br />

spelen in de uiteindelijke voorstelling?<br />

T: Mijn personage heeft natuurlijk wel nog een<br />

aantal kenmerken gemeen met Raymond Goethals.<br />

En daarnaast is het aan Manu en Josse De Pauw<br />

om mijn tekst in alle vrijheid naar hun hand te zetten.<br />

Een theaterstuk is geen gesloten tekst. Hij is<br />

gemaakt om in scène te worden gezet, om door een<br />

regisseur, een acteur, een scenograaf, etcetera, tot<br />

leven te worden gewekt.<br />

M: Ik denk eraan om Goethals terug binnen te<br />

brengen met behulp van cinematografische middelen.<br />

Niet op het vlak van beeld, maar op het vlak<br />

van geluid. Ik ga waarschijnlijk een montage maken<br />

met het audiomateriaal dat ik in de archieven terugvond.<br />

Het zou mooi zijn om Goethals aanwezig<br />

te stellen in een geluidswerk dat de woorden van<br />

Thomas ‘omringt’.<br />

ThoMas GUnZiG<br />

Thomas Gunzig (1970) is momenteel één van de<br />

meest gelezen en veelzijdige franstalige auteurs<br />

in België. Naast romans verschenen van zijn hand<br />

ook kortverhalen, jeugdboeken, hoorspelen en theaterteksten.<br />

Zijn literair werk werd meermaals<br />

bekroond en verscheen al in vele talen (helaas<br />

nog niet in het Nederlands). Gunzig doceert ook<br />

literatuur aan verschillende hogescholen en is ook<br />

bekend als kroniekschrijver en gast bij radio- en<br />

tv-programma’s van de RTBF. Sinds kort verschijnen<br />

zijn columns in De Standaard. Zijn werk wordt<br />

gekenmerkt door een grote verbeeldingskracht en<br />

zwarte humor.<br />

ManU Riche<br />

Documentairemaker Manu Riche (1964) was één<br />

van de eerste medewerkers aan het ‘cinéma verité’-<br />

magazine Strip-Tease van de RTBF. In de jaren ‘90<br />

produceerde hij verschillende onafhankelijke documentaires<br />

in coproductie met Europese openbare<br />

zenders. Begin 2000 onderzocht hij de relatie tussen<br />

fictie en realiteit in twee films rond Belgische<br />

iconen: Koning Boudewijn en Georges Simenon.<br />

Riche is bedenker, producent en regisseur van de<br />

reeks documentaires Hoge Bomen (VRT & RTBF),<br />

bijzondere portretten van mensen met macht. Hij<br />

legt momenteel de laatste hand aan zijn nieuwste<br />

documentaire Snake Dance en is in preproductie<br />

van de fictiefilm Problemski Hotel.<br />

raYmonD<br />

p. 06<br />

© Danny Willems<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!