PDF format (503 kB) - ECN

Worrell: Stel dat het klimaat beleid wringt, dan gaat de bereidwilligheid van de partners omhoog om iets te veranderen
aan het materiaalgebruik. Bestaande engineering rules leiden vaak nog tot overmatig materiaalgebruik.
Kleine bedrijven met kleine R&D afdelingen leiden ertoe dat bijvoorbeeld veel boterkuipjes overdesigned
zijn. Er zijn toch nog wel grote mogelijkheden tot verdere besparingen.
De heer Clement heeft indruk dat het bedrijfsleven al veel heeft gedaan en verwacht niet veel substantiële veranderingen,
behalve als men innovaties bedenkt. Twijfelt of het potentieel groot is.
Worrell: De aandacht voor het verminderen van verpakkingsmateriaal dateert vanaf het verpakkingenconvenant
1 in 1991. Dit is een relatief korte periode van 7 jaar, als je het vergelijkt met termijnen die in het algemeen
nodig zijn bij het bedenken en doorvoeren van innovaties. Hierbij denk je al snel aan een periode van 20
jaar. Voor verpakkingen zijn grote innovaties daarom niet uitgesloten.
Brezet: Bij grote bedrijven is men nu pas aan het werk om databases over verpakkings-innovaties tussen
bedrijfsonderdelen uit te wisselen. Als je bedenkt dat het daarbij om innovatieve bedrijven gaat dan geeft dat
aan dat er nog wel veel mogelijk is.
Bergsma: Vraagt of CO2 heffing zou helpen? En stelt nog een vraag aan VROM: Zou een alternatief voor het
poldermodel heffingen zijn?
Hekkert: Als in het model een CO2-tax wordt ingevoerd dan zullen duurdere maatregelen interessant worden.
Welke verschuivingen precies op zullen treden is vooraf moeilijk te voorspellen.
Gielen: Uit de voorlopige resultaten blijkt dat het aandeel kunststof-verpakkingen toeneemt in de t.g.v. de goede
prijs/milieuperformance verhouding
Zijlstra: Gelooft niet in heffingen, vindt het markant dat hij bij het bedrijfsleven vrijwel geen verschil ziet met
heffingen.
Clement: De verpakking is een klein deel van de totale prijs, heffingen vormen daarom geen incentive.