Grammatica - loco

1111
2
3
4
5
6
7
8
9
1011
1
12111
3
4
5
6
7
8
9
20111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
30111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
40
41111
Hun huis is erg mooi maar heb je het hare gezien?
Their house is very nice but have you seen hers?
or
Heb je dat van haar gezien?
Dit is de mijne en dat is de hunne. (stilted)
This is mine and that is theirs.
or
Dit is van mij en dat is van hen. (normal)
(b) When ‘mine/yours/his’ etc. are used predicatively, they are simply
rendered by van mij/jou/hem etc.:
Dit boek is van ons en dat is van jullie.
This book is ours and that (one) is yours.
(c) Note that a friend of ‘yours/ours/theirs’ etc. is rendered in Dutch
by using the following construction:
een vriend van jou/van ons/van hen
Compare: een vriend van mijn moeder ‘a friend of my
mother’
(d) The formal forms are found in higher style with -n (i.e. de
mijnen, de uwen, de zijnen) in the sense of ‘me and mine’,
‘you and yours’, ‘he and his’ etc. (i.e. ‘I and my family/you
and your family/he and his family’, but the reference can be to
any group that belongs together of which I, you or he are part,
for example):
Hij en de zijnen gingen op reis.
He and his family went travelling.
8.3
Reflexive pronouns
Wederkerende voornaamwoorden
Reflexive pronouns, both with and without verbs, plus the use of zelf and
eigen are dealt with under reflexive verbs (see 11.17).
Reflexive
pronouns
83