Grammatica - loco

1111
2
3
4
5
6
7
8
9
1011
1
12111
3
4
5
6
7
8
9
20111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
30111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
40
41111
Exceptions: het mens ‘woman’ (see 9.1.2 (h)), het wijf ‘woman’ (pej.)
7.1.1.2
The names of most animals, including birds and fish
de haring ‘herring’, de leeuw ‘lion’, de mus ‘sparrow’
Exceptions: see 7.1.2.3.
7.1.1.3
The names of trees, flowers and fruit
de anjer ‘carnation’, de eik ‘oak’, de perzik ‘peach’
7.1.1.4
The names of (precious) stones, considered as individual objects
(see 7.1.2.4)
de baksteen ‘brick’, de diamant ‘diamond’, de robijn ‘ruby’
7.1.1.5
The names of days, months and seasons (except compounds with
jaar)
de laatste maandag in oktober ‘the last Monday in October’,
de lente ‘spring’, de zomer ‘summer’ but het voorjaar.
7.1.1.6
The names of mountains and large rivers
de Mont Blanc, de Vesuvius, de Nijl ‘Nile’, de Rijn ‘Rhine’
7.1.1.7
The names of objects whose names end in -aard, -aar
and -erd
de standaard ‘standard’, de lessenaar ‘desk’, de mosterd
‘mustard’
7.1.1.8
The names of tools or instruments, derived from verbs, and
ending in -el and -er
de beitel ‘chisel’, de sleutel ‘key’, de gieter ‘watering-can’
Rules for the
gender of
Dutch nouns
35