Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>KCE</strong> reports vol. 6A Prenatale zorg 21<br />
Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de parasiet toxoplasma gondii. Een primaire<br />
infectie verloopt meestal asymptomatisch. Eens geïnfecteerd is levenslange immuniteit<br />
verzekerd. Het risico op foetomaternale transmissie neemt toe met de<br />
zwangerschapsduur waarop de besmetting plaatsvindt. Het algemene risico op<br />
congenitale toxoplasmose bedraagt 18-44%. Het risico is laag vroeg in de zwangerschap:<br />
6-26% tussen 7 en 15 weken zwangerschap en neemt toe tot 32-93% tussen 29 en 34<br />
weken zwangerschap. 4[471-473] [3] De klinische manifestaties van congenitale<br />
toxoplasmose zoals visusstoornissen en hersenschade komen voor bij 14-27% van de<br />
pasgeborenen van geïnfecteerde moeders. In tegenstelling tot <strong>het</strong> transmissierisico is<br />
<strong>het</strong> risico dat een geïnfecteerd kind klinische symptomen ontwikkelt <strong>het</strong> hoogst<br />
wanneer de maternale infectie vroeg in de zwangerschap plaatsvindt: een risico van 61%<br />
op 13 weken en van 9% op 36 weken. 4[472,473] [3]<br />
In België is ongeveer 47% van de zwangere vrouwen niet immuun. De incidentie van een<br />
primaire infectie tijdens de zwangerschap wordt geschat op 8.5/1000 en de incidentie<br />
van congenitale toxoplasmose op 2/1000. 21,22 [2b,4]<br />
Preventie van een primaire toxoplasmose infectie kan zowel op primair als op secundair<br />
niveau gebeuren. In de praktijk gebeurt vaak een combinatie van de twee. Secundaire<br />
preventie start met een serologisch onderzoek (IgM, IgG) op de preconceptie- of eerste<br />
raadpleging. Indien blijkt dat de vrouw niet immuun is voor toxoplasmose, wordt dit<br />
onderzoek meestal driemaandelijks (of meer) herhaald om eventuele seroconversie op<br />
te sporen. 4[474] [3] Wanneer een primaire infectie wordt vastgesteld zijn er drie<br />
mogelijkheden (die elkaar niet uitsluiten): automatische behandeling, behandeling na<br />
prenatale diagnose en zwangerschapsafbreking.<br />
Met betrekking tot de effectiviteit van de behandeling (de gebruikte farmaca in de<br />
studies zijn spiramycine, pyrimethamine en sulfonamide) is er geen eenduidigheid in de<br />
literatuur. Twee systematic reviews over de effectiviteit van de behandeling werden<br />
teruggevonden. Het eerste kon geen RCT´s identificeren. Het tweede identificeerde 9<br />
cohort studies waarin behandeling werd vergeleken met geen behandeling. In 5 van deze<br />
studies werd een effect van behandeling vastgesteld en in 4 werd er geen effect<br />
vastgesteld. 4[476,477] [1a,2b]<br />
Prenatale diagnose aan de hand van een amniocentese gaat gepaard met een additioneel<br />
risico van ongeveer 1% op een miskraam. 4[307] Voor de derde optie,<br />
zwangerschapsafbreking, is <strong>het</strong> essentieel dat vrouwen de kansen op een handicap ten<br />
gevolge van hersenbeschadiging of visuele stoornissen kennen. De informatie over de<br />
uitkomst op langere termijn is in vele gevallen minder betrouwbaar. 4 [4]<br />
Mogelijke kosten verbonden aan secundaire preventie zijn: onnodige behandeling,<br />
onnodige abortus van niet-geïnfecteerde of onaangetaste foetussen, onnodige<br />
amniocentese en distress geassocieerd met de diverse onderzoeken (pre- en postnataal).<br />
Een ander probleem is dat congenitale toxoplasmose slechts kan uitgesloten worden als<br />
<strong>het</strong> kind 12 maanden oud is, zelfs in <strong>het</strong> geval dat de prenatale diagnose negatief was. 4<br />
[4]<br />
Een mogelijk alternatief voor secundaire preventie is de primaire preventie van<br />
toxoplasmose. In België lijkt deze aanpak effectief. Uit een cohort onderzoek bleek<br />
immers dat een informatiecampagne over preventiemaatregelen de incidentie van<br />
seroconversie kon doen dalen met 92%. 23 [2b]<br />
Belgische praktijk:<br />
Het serologisch onderzoek naar toxoplasmose is een gangbare praktijk.<br />
Bij 88.1% gebeurt dit onderzoek zeker 1 maal. De frequentie waarmee de test herhaald<br />
wordt, varieert. Bij 23.40% van de vrouwen gebeurt deze test eenmalig (deels te<br />
verklaren door de bij <strong>het</strong> eerste onderzoek vastgestelde verworven immuniteit). 12.75%<br />
ondergaat de test 3 maal en bij 34.55% wordt ze meer dan 3 maal herhaald. 3