Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
Download het volledig rapport (302 p.) - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports vol. 6A Prenatale zorg xxi<br />
Beleidsaanbevelingen ter implementatie van de richtlijn<br />
De verspreiding en implementatie van deze richtlijn op nationaal niveau dient bij<br />
voorkeur te gebeuren in samenwerking met een partner die <strong>het</strong> bevorderen van een<br />
goede medische praktijk ondersteunt. De coördinatie zou bijvoorbeeld kunnen<br />
georganiseerd worden onder de auspiciën van de NRKP (Nationale Raad voor<br />
Kwaliteitspromotie) binnen <strong>het</strong> RIZIV of <strong>het</strong> College Moeder Kind van de FOD<br />
Volksgezondheid. Andere geïnteresseerde partners zijn eveneens welkom vermits een<br />
multifacettaire aanpak de kans op daadwerkelijke wijdverspreide implementatie<br />
verhogen.<br />
De voornaamste doelgroepen van deze richtlijn zijn de gynaecologen, de huisartsen, de<br />
vroedvrouwen, de (toekomstige) zwangere vrouwen en hun omgeving. Sensibiliseren<br />
van de doelorganisaties (onderwijsinstellingen, hogescholen en universiteiten,<br />
wetenschappelijke verenigingen, beroepsorganisaties, ziekenfondsen, Kind en Gezin en<br />
ONE) is eveneens aan te bevelen. Zij kunnen immers fungeren als doorgeefluik naar de<br />
voornoemde doelgroepen.<br />
De (financiële) middelen waarover de partner die instaat voor de coördinatie beschikt<br />
zal de meest adequate en mogelijke strategie om deze richtlijn te implementeren mee<br />
bepalen. Potentiële barrières dienen onderzocht te worden, zowel van de kant van de<br />
zorgverstrekkers als van de kant van de zwangere vrouwen. Men mag verwachten dat<br />
artsen <strong>het</strong> principe van diagnostische en therapeutische vrijheid zullen aanhalen en dat<br />
toekomstige ouders meer technische onderzoeken (zoals echografieën) zullen vragen.<br />
Het verspreiden van een richtlijn op zich biedt geen garantie tot effectieve<br />
implementatie. Verankering in de klinische praktijkvoering kan enkel plaatsvinden<br />
wanneer specifieke maatregelen genomen worden om de implementatie van de richtlijn<br />
aan te moedigen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn: <strong>het</strong> betrekken van<br />
opinieleiders, bekrachtiging van de richtlijn door professionele organisaties, organisatie<br />
van congressen, voorlichting aan zwangere vrouwen en aan vrouwen die zwanger<br />
wensen te worden via brochures, organisatie van een kwaliteitscontrole op basis van de<br />
richtlijn en <strong>het</strong> linken van de aanbevelingen aan (financiële) incentives. Er dient op<br />
gewezen te worden dat <strong>het</strong> gecoördineerd ontplooien van meerdere maatregelen met<br />
verschillende doelgroepen, de kans vergroot dat de richtlijn effectief wordt toegepast.<br />
Evaluatie van de implementatie van de richtlijn gebeurt idealiter door een groep van<br />
wetenschappelijke experten (eventueel in de schoot van hoger vermelde coördinerende<br />
instantie) en kan principieel drie aspecten bevatten: evaluatie van <strong>het</strong><br />
verspreidingsproces, evaluatie van veranderingen in medische praktijkvoering en een<br />
economische evaluatie. Een evaluatie van de impact op de medische praktijk gebeurt<br />
idealiter met gevalideerde kwaliteitsindicatoren die ook kunnen aangewend worden in<br />
<strong>het</strong> kader van een (lokaal) kwaliteitsverbeterende proces; Het verschaffen van de nodige<br />
feedbackgegevens over de individuele praktijkvoering aan geïnteresseerde<br />
zorgverstrekkers in de doelgroep maakt integraal deel uit van een gestructureerde en<br />
systematische kwaliteitsborging en -verbetering.<br />
Herziening van de richtlijn<br />
Een strategie voor de revisie van de huidige richtlijn dient bepaald te worden. Het is aan<br />
te bevelen driejaarlijks te evalueren of een update nodig is. Een multidisciplinaire<br />
werkgroep (gelijk aan deze die de richtlijn ontwikkeld heeft) moet nagaan in hoeverre<br />
nieuwe wetenschappelijke informatie een revisie van de richtlijn noodzaakt. Daarnaast<br />
dienen lessen getrokken te worden uit de evaluatie van <strong>het</strong> verspreidings- en<br />
implementatieproces van deze richtlijn.