Jahrbuch - Ostfriesische Landschaft

— 372 —
dat hij in onze Schepenbrieven werd aangetroffen. — Of Laureys van
Steenwinckel, die in de ontdekte acten geboekt staat als metser, ook
aan het stadhuis van Antwerpen, gebouwt tusschen 1561—64, werkzaam
was, is uit ons onderzoek niet gebleken; zijn naam komt niet voor in
de rekeningen van den bouw, welke zorgvuldig werden nagezien. Het
is echter mogelijk dat hy, als ondergeschikte, arbeidde onder de leiding
van Cornelis de Vriendt alias Floris. Dat hy dezes plannen kende
en ze benuttigde toen hij het stadhuis van Emden ontwierp, valt niet
te betwijfelen: de overeenkompst van beide gebouwen, met hunne eigenaardige
gaanderij onder het dak, springt in het oog, bijzonder wanneer
men, gelyk Gy het doet opmerken, den toren van het Emder stadhuis
wegdenkt. — De brand der Spaansche Furie op 4. November 1576, welke
ons pas gebouwd stadhuis binnenwaarts vernielde, deed ook de Archieven
onzer stad in de vlammen opgaan. Wij bezitten dan ook maar weinige
bescheiden van voor 1576. Dit is de oorzaak dat wy de verwantschap
niet konden vaststellen tusschen Laureys van Steenwinckel en de nog al
talrijke leden dier familie welke hier geleefd hebben. Onder deze bevond
sich sekere Jan van Steenwinckel, die verscheiden jaren
Rentmeester en Tresorier 1 ) en, in 1581 en 82, Schepen van
Antwerpen was. Dezes s e g e 1 is in ons stadsarchief bewaard; myn
briet is er mede toegezegeld". Der schöne Siegelabdruck zeigt einen
durch einen Balken geteilten Schild, oben ein wachsender Löwe, das
untere Feld ist leer; Helmschmuck: ein wachsender Löwe.
An den Namen den Familie erinnert der „Steenwinckelen -
dyck", den der Magistrat von Antwerpen während der Belagerung
durch Alexander von Parma, um zum Schutze des Forts Lillo (nw. v.
Antw.) alles umgebende Land unter Wasser zu setzen, am 8. Juli 1584
an mehreren Stellen zu durchstechen beschloss (Antwerpsch Archievenblad
V S. 314).
60 ) (S. 350. Das Emder und das Antwerpener Rathaus.)
Die Anregung durch das Antwerpener Stadthaus ist, vielleicht unter dem
Eindrucke des in Antwerpen fehlenden Turmes auf dem Emder Rathause,
der Ungleichheit der beiden Flügel und der eigenartigen, eine Hauptzierde
des ganzen Baues bildenden Tordurchfahrt in Emden mit dem ihren
Reiz erhöhenden schönen ins Treppenhaus führenden Portale zur Rechten,
in neurer Zeit bezweifelt worden. Sello (Alt-Oldenburg 1903 S. 198) findet
ausser der Dachgalerie und der allgemeinen Silhouette zwischen dem
Antwerpener und dem Emder Rathause keine auffällige Aehnlichkeit;
dagegen könne als vermittelndes Glied, nach einem ihm vorliegenden
alten Stiche, das 1568 von Floris erbaute, 1893 durch Feuer zerstörte
') Nach dem Antwerpsch Archievenblad XIII S. 391 und 395 Bentmeester 1576; zweiter
Tresorier 1577—79. — Als Antwerpener könnte Meister Laurens v. St. in der Jahrb. XIV. S. 460
zitierten Stelle aus den Hechnungen der Fremden-Diakonie gemeint sein, nach welcher der be-
kannte grosse Antwerpener Kaufmann Gillis Hofmann (der u. a. die niederländische Schiffahrt nach
dem "Weissen Meere eröffnete) am 20. Januar 1570 »in't appoinctement allhier motten muormetser
ghemaect« den Emder Fremdlings-Armen 18 Gulden stiftete.