PDF downloaden - euregio rhein-maas-nord

(19.10.1895)natuurlijke personen die een onderneming voeren, worden ingediend. Concurrerendeondernemingen kunnen echter alleen aanspraak maken op een subsidie,wanneer zij binnen een project samenwerken met onderwijsinstellingen (universiteiten,hogescholen etc.) of als het plan een samenwerkingsproject betreft, dat doormeerdere ondernemingen gezamenlijk wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Bij dezevorm van subsidiëring ligt de prioriteit bij het midden- en kleinbedrijf.| Hoe kan een project worden gefinancierd?De totale financiering van een grensoverschrijdend project bestaat in de regel uit drieflexibele bouwstenen: EU-middelen, nationale middelen en eigen bijdragen van deprojectpartners.Voor de samenstelling van deze drie bouwstenen zijn binnen het INTERREG IV A programmaDeutschland-Nederland twee wezenlijke regelingen doorslaggevend:• De EU draagt maximaal 50% van de totale kosten van een project.• De deelnemende partners moeten samen tenminste 20% van de totale kosteninbrengen.De resterende financiering kan door de derde bouwsteen – nationale co-financiering – worden gedekt. Voor deze financiering komen aan Duitse zijde metname de Ministeries van Economische Zaken van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksenin aanmerking. Aan Nederlandse zijde zijn het Ministerie van EconomischeZaken van Nederland en de zeven Nederlandse grensprovincies de eerste aanspreekpartner.Het is zinvol reeds in een zeer vroeg stadium contact op te nemen met potentiële nationalecofinanciers (bijvoorbeeld de provincies waar het project wordt gerealiseerdof de verantwoordelijke ministeries). Ook het regionale programmamanagementbij de Euregio’s geeft advies over de totale financiële dekking van een project.| Hoe dien ik een projectaanvraag in?Een project begint met een idee. Dit idee moet eerst met de potentiële partners, financiersen het verantwoordelijke regionale programmamanagement uitvoerig wordenbesproken en verder worden uitgewerkt. Daartoe kan het model voor een projectconceptvan de website www.deutschland-nederland.eu worden gedownload. Dit modelbiedt de optimale voorbereiding voor de latere projectaanvraag.De eigenlijke aanvraag kan dan gemakkelijk met behulp van het programma “Inter-DB-SQL“ worden ingevuld. Dankzij deze internetondersteuning is de verantwoordelijkeprojectcoördinator bij het regionale programmamanagement altijd op de hoogtevan de status van de aanvraag. Zo is er al in de uitwerkingsfase een optimale begeleidingmogelijk. Nadat de volledig ingevulde en ondertekende aanvraag officieelis ingediend bij het regionale programmamanagement volgt er eerst daar en vervolgensdoor de betrokken provinciesen ministeries een inhoudelijken financieel onderzoek.Pas na dit onderzoek wordt het projectter stemming voorgelegd aan deregionale stuurgroep. De regionaalverantwoordelijke partners (ministeries,provincies etc.) maken deel uitvan de in totaal vier stuurgroepen(één voor elk programmamanagement).Gezamenlijk beslissen zij overde projecten. In het geval van majeureprojecten neemt het Comité vanToezicht deze beslissing.© soulstormer/photocase.com© bpk, Berlin, 2008 / R. NeuhaussEerst is ereen idee.De weg naar eensuccesvolle INTERREG aanvraag8.9.

©bpk, Berlin, 2008 /Gerhard Kiesling (1956)Eerst is ereen idee.Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat:Het Gemeenschappelijke INTERREG Secretariaat ondersteunt de beheersautoriteit bijde uitvoering van het INTERREG programma. Het secretariaat bereidt onder andere dezittingen van het Comité van Toezicht voor, behandelt verzoeken om informatie en isvoor de voorlichting over het programma verantwoordelijk. Het GemeenschappelijkeINTERREG Secretariaat zetelt bij de Euregio Rijn-Waal in Kleve.Inter DB-SQL:Voor het projectbeheer wordt bij het INTERREG IV A programma Deutschland-Nederlandgebruik gemaakt van het internetondersteunde systeem “InterDB-SQL“. Delead partner krijgt toegang tot het systeem als hij een aanvraag wil indienen. In “InterDB-SQL“worden onder andere ook de uitbetalingsaanvragen beheerd.Majeure projecten:“Majeure projecten“ zijn projecten die betrekking hebben op grote delen van hetprogrammagebied. Zij worden voor de lange termijn opgezet. De omvang van hetgebied en de duur van majeure projecten vinden in het algemeen ook hun weerslagin de omvang van de totale kosten.Regionale programmamanagements:De regionale programmamanagements zijn bij de Eems Dollard Regio, de EUREGIO,de Euregio Rijn-Waal en de euregio rijn-maas-noord ondergebracht. Daar kunnengeïnteresseerden informatie en vakkundig advies verkrijgen over de INTERREGsubsidie. Het programmamanagement is bovendien verantwoordelijk voor de toetsingvan de projectaanvragen en de begeleiding van de uitvoering van projecten.De weg naar eensuccesvolle INTERREG aanvraagINTERREG partners:Om de subsidiegelden die het INTERREG IV A programma Deutschland-Nederlandter beschikking heeft effectief in te zetten, hebben 14 partnerorganisaties uit beidedeelnemende landen zich verenigd. Daartoe behoren de Ministeries van EconomischeZaken van Nederland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen, de zeven Nederlandseprovincies, alsmede de grensoverschrijdende organisaties Eems Dollard Regio, EU-REGIO, Euregio Rijn-Waal en euregio rijn-maas-noord. Zij hebben een overeenkomstgesloten waarin de samenwerking en de gebieden waarvoor de partners verantwoordelijkzijn, worden geregeld.Lead partner:Als “lead partner“ wordt de organisatie aangemerkt die de projectaanvraag officieelindient en die de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van het project op zichneemt. Tijdens de uitvoering is de “lead partner“ de eerste contactpersoon voor eenproject. Hij is bovendien verantwoordelijk voor het opstellen van de uitbetalingsaanvraagen voor de rapportage over de voortgang van het project.Stuurgroep:In het INTERREG IV A programma is er per regionaal programmamanagement éénstuurgroep. In totaal zijn er vier stuurgroepen. In deze commissies beslissen de regionaleINTERREG partners (ministeries, provincies en euregio) over projectaanvragen.Uitbetalingsaanvraag:Het INTERREG IV A programma werktvolgens het principe van kostenvergoeding.In de uitbetalingsaanvragengeven de projectpartnersregelmatig een weergave van degemaakte kosten en vragen daarmee,na een onafhankelijke accountantscontrole,de uitbetaling van de toegewezenmiddelen aan.© istockphoto.com/lisafx12.13.

Eerst is ereen idee.| Regionale programmamanagements | Verdere programma-instellingenEems Dollard RegioDhr. H. WesselsBunderpoort 149693 ZG NieuweschansNederlandEuregio Rijn-WaalDhr. J.P.M. KampsPostbus 2207040 AE ‘s HeerenbergNederlandGemeenschappelijkINTERREG SecretariaatDhr. P.P. Knolc/o Euregio Rijn-WaalEmmericher Straße 24tel: + 31 (0)597 521 510tel: + 49 (0)2821 79 30 047533 Klevefax: + 31 (0)597 522 511fax: + 49 (0)2821 79 30 30Duitslande-mail: edr@edr.eue-mail: info@euregio.orgtel: + 49(0) 2821 79 30 29website: www.edr.euwebsite: www.euregio.org fax:e-mail:+ 49(0) 2821 79 30 50gis@euregio.orgCertificeringsautoriteitINTERREG IV ADhr. B. van der Vegtc/o EUREGIOGronausestraat 1258-12607534 AV GlanerbrugNederlandtel: + 31(0) 53 460 51 45fax: + 31(0) 53 460 51 47e-mail: b.vdvegt@euregio.nl De weg naar eensuccesvolle INTERREG aanvraagEUREGIODhr. R.W. RundePostbus 60087503 GA EnschedeNederlandtel: +31 (0)53 460 51 51fax: +31 (0)53 460 51 59e-mail: info@euregio.nlwebsite: www.euregio.nleuregio rijn-maas-noordDhr. M. ReichartzKonrad-Zuse-Ring 641179 MönchengladbachDuitslandtel: + 49 (0)2161 69 85 505fax: + 49 (0)2161 69 85 555e-mail: info@euregio-rmn.nlwebsite: www.euregio-rmn.euManager majeure projectenMevr. I. Klingec/o Ministerium für Wirtschaft,Mittelstand und Energiedes Landes Nordrhein-WestfalenHaroldstraße 440213 DüsseldorfDuitslandtel: + 49(0) 211 837 22 23fax: + 49(0) 211 837 27 18e-mail: klinge@euregio.orgBeschikkende instantieINTERREG IV AMevr. K. WeinekötterBezirksregierung MünsterDezernat 3448128 MünsterDuitslandtel: +49(0) 251 411 16 65fax: +49(0) 251 411 816 65e-mail: interreg@brms.nrw.de14.15.

© tomski/photocase.comAm Anfang stehteine Idee.Ein erfolgreiches, grenzübergreifendesINTERREG-Projekt fußt immer auf einerzukunftsweisenden Idee. Einer Vision, dieDeutsche und Niederländer gemeinsamentwickelt und mit Unterstützung derINTERREG-Förderung in die Tat umgesetzthaben. Wir wissen, dass in der Grenzregion| Das INTERREG IV A-Programm Deutschland-NederlandDie grenznahen Regionen gelten als die Nahtstellen der Europäischen Union. Nirgendwosonst zeigt sich die Bedeutung des Abbaus von nationalstaatlichen Grenzen durchden Europäischen Integrationsprozess besser. Um diese Nahtstellen noch besser miteinanderzu verknüpfen, hat die EU ein spezielles Förderprogramm für Grenzregionenaufgelegt: INTERREG IV A. Insgesamt 8,7 Milliarden Euro an EU-Geldern fließenzwischen 2007 und 2015 in grenzübergreifende, innovative Projekte in ganz Europa.Einen Teil dieser Fördermittel hat die Europäische Union für den deutsch-niederländischenGrenzraum zwischen Nordseeküste und Niederrhein zur Verfügung gestellt.Innerhalb des Fördergebietes des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederlandkönnen somit in den kommenden Jahren insgesamt fast 300 Millionen Euro in deutschniederländischeProjekte investiert werden. Die Schwerpunkte der Förderung liegen inden Bereichen:• Wirtschaft, Technologie und Innovation• Nachhaltige regionaleEntwicklung• Integration und GesellschaftAm Anfangsteht eine Idee.viele solcher Ideen und Visionen existieren. Mit dieser Broschüre wollen wirIhnen den Weg von einer Idee zu einem konkreten Projektantrag erleichtern.Hier finden Sie Antworten auf die wichtigsten Fragen zur INTERREG-Förderungim niederländisch-deutschen Grenzraum, ein kleines „INTERREG-ABC“ und diewichtigsten Ansprechpartner. Wir freuen uns auf Ihre Ideen!| Wo können Projektedurchgeführt werden?Projekte können prinzipiell im gesamtenProgrammgebiet des INTERREG IV A-Programms durchgeführt werden. Wieauf der nebenstehenden Karte zu sehenist, zählen dazu neben den westlichenTeilen von Nordrhein-Westfalen undNiedersachsen auch Teile der siebenDer Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag16.17.

© bpk, Berlin, 2008niederländischen Provinzen, die in direkterGrenznähe liegen.Auf Grund der Größe und der Heterogenitätdes Programmgebietes beschränken sichProjekte häufig auf bestimmte Regionen.Allerdings werden auch Projekte durchgeführt,die sich in ihren Aktivitäten undResultaten auf das gesamte Programmgebietzwischen Nordseeküste und Niederrheinerstrecken. Diese Vorhaben können als„majeure Projekte“ eingestuft werden.| Was sind die Kriterien für ein INTERREG-Projekt?Die Europäische Union verfolgt mit der INTERREG-Förderung das Ziel, die Regionen in Grenznäheenger zusammenzuführen. Deshalb kommt eine Förderung nur dann in Frage, wennein Projekt grenzübergreifend angelegt ist. Das heißt, es müssen Partner und Personenvon beiden Seiten der Grenze aktiv in die Ausarbeitung und Durchführung des Projekteseingebunden sein. Außerdem muss die Finanzierung von beiden Seiten getragen werden.Für jedes Projekt muss ein Lead Partner benannt werden, der für sich und seine Partnerden gemeinsamen Förderantrag stellt und die Verantwortung für die Projektabwicklunggegenüber dem regionalen Programmmanagement übernimmt.Eine Chance auf Förderung haben nur Projekte, die den Zielsetzungen des Operationellen Programmsentsprechen und die in die nationalen und regionalen Entwicklungsstrategien passen.Die förderfähigen Gesamtkosten eines INTERREG-Projektes sollten mindestens 100.000 Eurobetragen. Aber auch für kleinere Maßnahmen gibt es über so genannte RahmenprojekteMöglichkeiten der Förderung. Weitere Informationen zu den Förderkriterien erhalten Sie beimregionalen Programmmanagement in Ihrer Nähe. Die Fördergrundsätze, und weitere wichtigeDokumente stehen außerdem auf www.deutschland-nederland.eu zum Download bereit.| Gelten für majeure Projekte besondere Kriterien?Neben den allgemein geltenden Kriterien werden an majeure Projekte besondereAnforderungen gestellt: Sie müssen sich grundsätzlich über große Teile des Programmgebietserstrecken und sind sehr langfristig angelegt. Die räumliche und zeitlicheAusdehnung der majeuren Projekte spiegelt sich in der Regel auch im Volumen derGesamtkosten wider. Prädestiniert sind Vorhaben, bei denen die Entwicklung vonnachhaltigen Technologien und Innovationen auf der Basis von angewandter Forschungim Mittelpunkt steht.Für die Koordinierung und Entwicklung dieser Art von Projekten ist der Managermajeure Projekte zuständig. Ideen für mögliche majeure Projekte können sowohlmit ihm, als auch mit den Verantwortlichen der regionalen Programmmanagementsbesprochen werden. Die Kontaktdaten des Managers majeure Projekte und derregionalen Programmmanagements finden Sie auf den Seiten 26 und 27 in dieserBroschüre.| Wer kann ein Projekt beantragen?Projektanträge im Rahmen des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederlandkönnen Gemeinden, Gemeindeverbände, Vereine und sonstige juristische Personendes öffentlichen und privaten Rechts sowie natürliche Personen, die ein Unternehmenbetreiben, stellen.© istockphoto.com/Thomas_EyeDesignAm Anfangsteht eine Idee.Der Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag18.19.

© bpk, Berlin, 2008Im Wettbewerb stehende Unternehmenkönnen eine Förderung allerdings nur dann inAnspruch nehmen, wenn sie in einem Projektmit Bildungseinrichtungen (Universitäten,Fachhochschulen etc.) zusammenarbeitenoder wenn es sich bei dem geplanten Vorhabenum ein Verbundprojekt handelt, das vonmehreren Unternehmen gemeinsam entwickeltund durchgeführt wird. Bei dieser Art der Förderung werden kleine und mittlereUnternehmen vorrangig berücksichtigt.| Wie kann ein Projekt finanziert werden?Die Gesamtfinanzierung eines grenzübergreifenden Projektes setzt sich in der Regel aus dreiflexiblen Bausteinen zusammen: EU-Mittel, nationale Mittel und Eigenbeiträge der Projektpartner.Entscheidend für die Zusammensetzung dieser drei Bausteine sind zwei wesentlicheRegelungen, die im Rahmen des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederland gelten:• Die EU trägt maximal 50% der Gesamtkosten eines Projektes.• Die beteiligten Partner müssen zusammen mindestens 20% zu den Gesamtkostenbeisteuern.Die verbleibende Finanzierungslücke kann durch den dritten Baustein – die nationaleKofinanzierung – gedeckt werden. Für diese Finanzierung kommen auf deutscher Seiteinsbesondere die Wirtschaftsministerien Nordrhein-Westfalens und Niedersachsens inFrage. Auf der niederländischen Seite sind das Wirtschaftsministerium der Niederlandeund die sieben niederländischen Grenzprovinzen erste Ansprechpartner.Es ist sinnvoll, bereits in einem sehr frühen Stadium mit den potentiellen nationalenKofinanziers (z.B. Provinzen, in denen das Projekt durchgeführt wird, oder zuständigeMinisterien) Kontakt aufzunehmen.Beratung zur gesamten finanziellen Kalkulation eines Projektes bieten auch dieregionalen Programmmanagements bei den Euregios.| Wie stelle ich einen Projektantrag?Am Anfang jedes Projektes steht eine Idee. Diese Idee sollte zunächst mit potentiellenPartnern, Finanziers und dem zuständigen regionalen Programmmanagement ausführlichbesprochen und weiter ausgearbeitet werden. Dafür kann die Vorlage für einProjektkonzept von der Website www.deutschland-nederland.eu heruntergeladenwerden. Diese Skizze bietet die optimale Vorbereitung für den späteren Projektantrag.Der eigentliche Antrag kann dannbequem mit Hilfe des Programms„InterDB-SQL“ ausgefüllt werden.Dank dieses internetgestütztenSystems ist der zuständige Projektkoordinatorbeim regionalen Programmmanagementjederzeit überden Stand der Antragserstellunginformiert. So ist eine optimaleBetreuung schon in der Erstellungsphasemöglich.Nachdem der vollständig ausgefüllteund unterschriebene Antrag offiziellbeim regionalen Programmmanagementeingereicht ist, wird er zunächstdort und dann durch die beteiligtenProvinzen und Ministerien inhaltlichund finanziell geprüft. Erst nach© istockphoto.com/Manfred_KonradAm Anfangsteht eine Idee.Der Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag20.21.

© bpk, Berlin, 2008diesem Prüfprozess wird das Projekt dem regionalenLenkungsausschuss zur Abstimmungvorgelegt. In den insgesamt vier Lenkungsausschüssen(einer pro Programmmanagement)sitzen jeweils die regional zuständigen Partner(Ministerien, Provinzen, usw.) und entscheidengemeinsam über Projekte. Im Falle von majeurenProjekten übernimmt diese Funktion derBegleitausschuss. Da es sich bei den Fördermittelnzum größten Teil um öffentliche Gelder– also Steuergelder – handelt, werden diebeantragten INTERREG-Projekte sehr intensivbetreut und geprüft. Das bedeutet, dass der Weg von einer Projektidee zum genehmigtenAntrag mehrere Monate dauern kann.| Wie geht’s weiter nach der Genehmigung?Kurz nach der Entscheidung des Lenkungs- oder Begleitausschusses, verschickt die bewilligendeStelle bei der Bezirksregierung Münster eine Bewilligung, in der die Fördermittelfür das Projekt offiziell zugesagt werden. Damit ist der offizielle Startschuss für ein Projektgefallen. Um die für ein Projekt bewilligten Mittel abzurufen, können über den Lead Partnermehrmals im Jahr so genannte Mittelabrufe eingereicht werden, in denen die angefallenenKosten aller Partner zusammengestellt sind. Nach einer Prüfung werden die Fördergeldervon der Bescheinigungsbehörde ausgezahlt. Vorschüsse werden im Rahmen des INTERREG-Programms nicht gezahlt.Um den inhaltlichen und finanziellen Fortschritt des Projektes zu dokumentieren, müssen dieProjektpartner zwei Mal im Jahr Bericht an das regionale Programmmanagement erstatten.Das funktioniert – ähnlich wie beim Antragsverfahren – einfach und komfortabel mit Hilfedes Programms „InterDB-SQL“.| Kleines INTERREG-ABC:Begleitausschuss:Drei Mal im Jahr kommen die Vertreter aller 14 INTERREG-Partner im Begleitausschusszusammen, um richtungsweisende Entscheidungen für das INTERREG IV A-ProgrammDeutschland-Nederland zu treffen. Sie entscheiden außerdem über majeure Projekte.Bescheinigungsbehörde:Die sogenannte „Bescheinigungsbehörde“ verwaltet die nationalen und europäischenFördermittel und ist außerdem für die korrekte Auszahlung dieser Mittel an die LeadPartner zuständig. Die Bescheinigungsbehörde hat ihren Sitz bei der EUREGIO.Bewilligende Stelle:Nach der Genehmigung eines Projektes im Lenkungs- oder Begleitausschuss erstelltdie bewilligende Stelle die offizielle Bewilligung, in der dem Lead Partner die Fördergelderoffiziell zugesagt und mögliche Auflagen mitgeteilt werden. Die Funktion derbewilligenden Stelle nimmt die Bezirksregierung in Münster wahr.Gemeinsames INTERREG-Sekretariat:Das Gemeinsame INTERREG-Sekretariat unterstützt die Verwaltungsbehörde bei derDurchführung des INTERREG-Programms. Das Sekretariat bereitet u.a. die Sitzungendes Begleitausschusses vor, bearbeitet Informationsanfragen und ist für die Öffentlichkeitsarbeitdes Programms verantwortlich. Seinen Sitz hat das Gemeinsame INTERREG-Sekretariat bei der Euregio Rhein-Waal in Kleve.© istockphoto.com/BernhardLoAm Anfangsteht eine Idee.Der Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag22.23.

© Wikimedia Commons, MercatorInter DB-SQL:Zur Projektverwaltung wird im INTERREG IV A-Programm Deutschland-Nederland dasinternetgestützte System „InterDB-SQL“genutzt. Der Lead Partner erhält Zugang zudem System, wenn er einen Antrag einreichenwill. In „InterDB-SQL“ werden u.a. auch dieMittelabrufe verwaltet.INTERREG-Partner:Um die zur Verfügung stehenden Fördermittel des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederland effektiv einzusetzen, haben sich 14 Partnerorganisationen aus beiden beteiligtenLändern zusammengeschlossen. Dazu zählen die Wirtschaftsministerien der Niederlande,Nordrhein-Westfalens und Niedersachsens, sieben niederländische Provinzen sowie diegrenzübergreifenden Organisationen Ems Dollart Region, EUREGIO, Euregio Rhein-Waal undeuregio rhein-maas-nord. Eine Vereinbarung regelt die Zusammenarbeit und die Verantwortungsbereicheder Partner.Majeure Projekte:„Majeure Projekte“ sind Projekte, die sich über große Teile des Programmgebiets erstrekkenund langfristig angelegt sind. Die räumliche und zeitliche Ausdehnung der majeurenProjekte spiegelt sich in der Regel auch im Volumen der Gesamtkosten wieder.Mittelabruf:Das INTERREG IV A-Programm arbeitet nach dem Kostenerstattungsprinzip. In denMittelabrufen stellen die Projektpartner regelmäßig die angefallenen Kosten tabellarischzusammen und beantragen nach Prüfung durch einen Wirtschaftsprüferdamit die Auszahlung der zugesagten Mittel.Regionale Programmmanagements:Die regionalen Programmmanagements sind bei der Ems Dollart Region, der EUREGIO,der Euregio Rhein-Waal und der euregio rhein-maas-nord angesiedelt. Dort erhaltenInteressierte Informationen und qualifizierte Beratung zur INTERREG-Förderung. DieProgrammmanagements sind außerdem zuständig für die Prüfung von Projektanträgenund die Begleitung von Projekten bei der Durchführung.Am Anfangsteht eine Idee.Lead Partner:Als „Lead Partner“ wird diejenige Organisation bezeichnet, die den Projektantrag offizielleinreicht und die Verantwortung für die Projektabwicklung übernimmt. Während derDurchführung ist der „Lead Partner“ erster Ansprechpartner für ein Projekt. Er ist außerdemverantwortlich für die Erstellung der Mittelabrufe und für die Berichterstattung über denFortschritt eines Projektes.Lenkungsausschuss:Im INTERREG IV A-Programm gibt es entsprechend der regionalen Programmmanagementsvier Lenkungsausschüsse. In diesen Gremien entscheiden die regionalen INTERREG-Partner(Ministerien, Provinzen, Euregio) über Projektanträge.Verwaltungsbehörde:Als so genannte „Verwaltungsbehörde“ fungiert das Wirtschaftsministerium Nordrhein-Westfalen. In dieser Funktion trägt das Ministerium gegenüber der EU die Verantwortungfür die erfolgreiche Umsetzung des Programms.© istockphoto.com/mato750Der Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag24.25.

| Regionale Programmmanagements | Weitere ProgrammeinrichtungenEms Dollart RegionHerr H. WesselsPostfach 120226828 BundeDeutschlandTel: +31 (0)597 521 510Fax: +31 (0)597 522 511Email: edr@edr.euWebsite: www.edr.euEuregio Rhein-WaalHerr J.P.M. KampsEmmericher Straße 2447533 KleveDeutschlandTel: + 49 (0)2821 79 30 0Fax: + 49 (0)2821 79 30 30Email: info@euregio.orgWebsite: www.euregio.orgGemeinsamesINTERREG-SekretariatHerr P.P. Knolc/o Euregio Rhein-WaalEmmericher Straße 2447533 KleveDeutschlandTel: + 49 (0)2821 79 30 29Fax: + 49 (0)2821 79 30 50Email: gis@euregio.orgBescheinigungsbehördeINTERREG IV AHerr B. van der Vegtc/o EUREGIOGronausestraat 1258-12607534 AV GlanerbrugNiederlandeTel: + 49 (0)2562 702 45Fax: + 49 (0)2562 702 47Email: b.vdvegt@euregio.deEUREGIOHerr R.W. RundeEnscheder Straße 36248599 GronauDeutschlandTel: + 49 (0)2562 70 20Fax: + 49 (0)2562 70 25 9Email: info@euregio.deWebsite: www.euregio.deeuregio rhein-maas-nordHerr M. ReichartzKonrad-Zuse-Ring 641179 MönchengladbachDeutschlandTel: + 49 (0)2161 6985 505Fax: + 49 (0)2161 6985 555Email: info@euregio-rmn.deWebsite: www.euregio-rmn.eu Manager majeure projekteFrau I. Klingec/o Ministerium für Wirtschaft,Mittelstand und Energie des LandesNordrhein-WestfalenHaroldstraße 440213 DüsseldorfDeutschlandTel: + 49 (0)211 837 22 23Fax: + 49 (0)211 837 27 18Email: klinge@euregio.orgBewilligende StelleINTERREG IV AFrau K. Weinekötterc/o Bezirksregierung MünsterDezernat 3448128 MünsterDeutschlandTel: +49 (0)251 411 16 65Fax: +49 (0)251 411 816 65Email: interreg@brms.nrw.deAm Anfangsteht eine Idee.Der Weg zu einemerfolgreichen INTERREG-Antrag26.27.

INTERREG - Grenzregionen gestalten EuropaEuropäischer Fonds für Regionale Enwicklung der Europäischen UnionINTERREG - Grensregio’s bouwen aan EuropaEuropees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Uniewww.deutschland-nederland.eu© erdbeermarmelade/photocase.com