BTI 85 BTI 100

MODELLEN
MODELES
MODELLE
INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ET D’UTILISATION
INSTALLATIONS- UND GEBRAUCHSANWEISUNG
BTI 85
BTI 100
BELGIE / LUXEMBURG
BELGIQUE / LUXEMBOURG
BELGIEN / LUXEMBURG
WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN
CHAUFFE-EAU A ACCUMULATEUR
WARMWASSERSPEICHER
Deze instructiehandleiding is drie-talig:
- Pag. 2, deel 1: Nederlandstalig
- Pag. 26, deel 2: Franstalig
- Pag. 50, deel 3: Duitstalig
Ces instructions sont à troislangues:
- Page 2, partie 1: Hollandais
- Page 26, partie 2: Français
- Page 50, partie 3: Allemand
Diese Installations- und Benutzerhinweise wird in
drei Sprache geliefert
- Seite 2, Teil 1: Holländisch
- Seite 26, Teil 2: Französisch
- Seite 50, Teil 3: Deutsch

Lees eerst de installatievoorschriften alvorens het toestel te installeren. Lees de
gebruikersinstructies alvorens het toestel te ontsteken. Het niet zorgvuldig opvolgen van
deze instructies kan leiden tot explosiegevaar en/of brand en kan materiële schade en/of
lichamelijk letsel veroorzaken.
Het installeren én voor de eerste maal in bedrijf stellen dient te geschieden door een
erkend installateur. De gassoort en waarden waarop het toestel standaard (af fabriek)
is afgesteld, staan op de typeplaat vermeld. Het toestel mag alleen in een ruimte
geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste ventilatievoorschriften.
A.O.SMITH ACCEPTEERT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR GARANTIE,
SERVICEVERLENING EN/OF PRODUKTAANSPRAKELIJKHEID IN GEVAL VAN
ONGEAUTORISEERDE WIJZIGINGEN, PRODUKTMODIFICATIES OF REPARATIES.
2
Deel 1 : Nederlandstalig
Partie 1 : Hollandais
Teil 1 : Holländisch

INDEX PAGINA
1. ALGEMEEN
1.1 Toestelomschrijving ........................................................................................... 5
1.2 Technische beveiligingsapparatuur ................................................................... 6
1.2.1 Gasblok .............................................................................................................. 6
1.2.2 Zuil ..................................................................................................................... 6
1.2.3 Werking van het toestel ..................................................................................... 7
1.2.4 Rookgasafvoerbeveiliging ................................................................................. 7
1.3 Technische beschrijving .................................................................................... 8
1.3.1 Maatvoering ....................................................................................................... 8
1.3.2 Technische gegevens ..................................................................................... 10
2. VOOR DE INSTALLATEUR
2.1 Installatievoorschriften .................................................................................... 12
2.1.1 Installatie .......................................................................................................... 12
2.1.2 Wateraansluiting .............................................................................................. 12
2.1.3 Gasaansluiting ................................................................................................. 13
2.1.4 Rookgasafvoer ................................................................................................ 13
2.1.5 Rookgasafvoerbeveiliging ............................................................................... 13
2.1.6 Elektrische aansluiting ..................................................................................... 13
2.2 In bedrijf stellen ................................................................................................ 14
2.3 Demontage en montage van de zuil ................................................................. 15
2.4 Het instellen van de gasdruk ........................................................................... 15
2.5 Montage van de binnendeur ............................................................................ 16
2.6 Temperatuurregeling ........................................................................................ 16
2.7 Onderhoud ....................................................................................................... 17
2.7.1 Opofferingsanode ........................................................................................... 17
2.7.2 Reiniging .......................................................................................................... 17
2.7.3 Ontkalking ........................................................................................................ 17
2.7.4 Service onderdelen ......................................................................................... 17
2.8 Inlaatcombinatie ............................................................................................... 17
2.9 Gaslucht .......................................................................................................... 17
2.10 Condensatie ..................................................................................................... 18
2.11 Belangrijke waarschuwing .............................................................................. 18
3. VOOR DE GEBRUIKER
3.1 Gebruiksaanwijzing ......................................................................................... 19
3.2 Gebruik ............................................................................................................ 19
3.3 Maatregelen bij storing ..................................................................................... 20
4. GARANTIE. ...................................................................................................... 21
5. BIJLAGE 1. ...................................................................................................... 23
3

1 ALGEMEEN
1.1 TOESTELOMSCHRIJVING
Bouwwijze en uitrusting van het
voorraadtoestel zijn volgens de
Europese norm voor gasgestookte
warmwatervoorraadtoestellen voor
sanitair gebruik (EN89). Het toestel
voldoet daarmee aan de Europese
Richtlijn voor Gastoestellen en heeft
daarom het recht de CE-markering te
dragen. Het is een open toestel zonder
ventilator met een rookgasafvoerbeveiliging
(categorie B 11BS )
Het voorraadtoestel is geschikt voor
een werkdruk tot 8 bar. De tank is van
plaatstaal en aan de binnenzijde
glasslined. Tevens is de tank voorzien
van een opofferingsanode als extra
bescherming tegen corrosie. Een dikke,
CFK-vrij, PU-isolatielaag bekleed met
een stalen ommanteling voorkomt
onnodig warmteverlies. Als het
voorraadtoestel volledig met water
gevuld is, dan staat het voortdurend
onder waterleidingdruk. Bij het aftappen
van warmwater uit het toestel wordt er
direct weer koudwater toegevoegd.
Voor een betere warmteoverdracht zijn
in de vlampijp vier wervelstrips ingebouwd.
De rookgassen geven hun
warmte af aan het water door straling
en geleiding. De rookgassen worden via
de trekonderbreker in de schoorsteen
geleid. De afvoer van de rookgassen
gebeurt door een natuurlijke, thermische
trek (zie afbeelding 1).
Om extra comfort te creëren kan bij
lange leidingen een circulatieleiding met
een circulatiepomp aangesloten
worden. De circulatieleiding is op de
koudwaterleiding aan te sluiten.
1) Trekonderbreker
2) Warmwater uitlaat
3) Isolatiemateriaal
4) Vlampijp
5) Glasslined tank
6) Gasblok en vonkontsteking
7) Zuil met complete besturing
8) Reinigingsopening
9) Ontstekingselectrode
10) Koudwater inlaat
11) TTB-resetknop
12) T&P-aansluiting
13) Staalmantel
14) Wervelstrip
15) Opofferingsanode
16) Aftapkraan
17) Hoofdbrander Afbeelding 1 - doorsnede toestel
5

1.2 TECHNISCHE
BEVEILIGINGSAPPARATUUR
1.2.1 Gasblok
Het toestel is voorzien van een gasblok
dat de toevoer van gas naar de brander
regelt. Het gasblok is voorzien van een
veiligheidsklep, een gasklep en een
branderdrukregeling (bij standaard
aardgas afstelling). De stand van de
veiligheids- en gasklep wordt geregeld
vanuit de branderautomaat. Om een
beter ontsteekgedrag te verkrijgen
opent de gasklep vertraagd (softlite).
Het gasblok is geschikt voor gassen uit
de eerste, tweede en derde gasfamilie.
De maximale ingangsdruk is 60 mbar.
De automatische vonkontsteking zorgt
ervoor dat de brander ontsteekt zodra
er vraag is naar warmte.
6
A
Afbeelding 2 - Bovenaanzicht zuil
A) Warmwater uitlaat
B) Koudwater inlaat
1
3
5
1.2.2 Zuil
De temperatuurregeling van het
boilerwater is ondergebracht in de zuil
die op de mantel van het toestel is
gemonteerd. (zie afbeelding 2).
Vanwege veiligheidsdoeleinden is het
toestel voorzien van 2 thermostaten:
een regelthermostaat regelbaar tussen
40 °C en 80 °C. en een veiligheidsthermostaat
die schakelt bij 90 °C. De
zuil is uitgevoerd met een AAN/UIT knop
(I/O). In stand ”I” wordt het gasblok
bestuurd op basis van de warmtebehoefte
van de regelthermostaat. In
stand ”O” staat het toestel uit.
4
2
IMD 0392
1) Elektrische aansluiting
2) AAN/UIT schakelaar
3) Resetknop ontstekingsregelaar
4) Temperatuurregelknop
5) Resetknop veiligheidsthermostaat
B

1.2.3 Werking van het toestel
Normale bediening.
Zodra er vraag is naar warmte moet
een wachtperiode van 1 seconde
overbrugd worden voordat de
branderautomaat en het gasblok in
werking komen. De ontstekingspen
ontsteekt de waakvlam en de daarop
volgende vlam wordt waargenomen
door de ionisatie electrode. Zodra de
waakvlam wordt waargenomen,
wordt het ontsteken van de waakvlam
gestopt en de hoofdgasklep wordt
geopend. De hoofdbrander wordt door
de waakvlam ontstoken. Het toestel is
nu in werking. Wanneer de temperatuur
van het water de ingestelde
temperatuur heeft bereikt schakelt de
thermostaat uit en het elektrisch
signaal naar de brander automaat
wordt verbroken. De gastoevoer is nu
gesloten.
Foutmelding ontsteking.
Als de vlam niet ontsteekt binnen de
vastgestelde veiligheidsperiode van 25
seconden wordt de automatische
ontsteking buiten werking gesteld. Dit
wordt weergegeven door het oplichten
van de RESET-knop op de zuil. Het
toestel moet handmatig worden
gereset door de RESET knop in te
drukken. Als de vlam dooft gedurende
het normale proces wordt de startvolgorde
opnieuw herhaald door de
automatische ontsteking.
1.2.4 Rookgasafvoerbeveiliging
Het toestel is voorzien van een
rookgasafvoerbeveiliging. De werking
van de beveiliging berust op het
principe van de Thermische Terugslag
Beveiliging, kortweg TTB genoemd.
Het doel van de TTB is te voorkomen
dat de rookgassen van het toestel in
de ruimte komen waar het toestel staat
opgesteld, in plaats van via de
rookgasafvoer naar buiten (terugslag).
Bij het in werking treden van de TTB
door opwarming van de voeler door de
hete rookgassen wordt de gastoevoer
afgesloten.
Na opsporing van de oorzaak van de
terugslag kan het toestel weer in bedrijf
gesteld worden door de RESET knop in te
drukken.
Als deze storing zich herhaaldelijk
voordoet, betekent dit dat de afvoer van
de rookgassen niet probleemloos
verloopt. Wij adviseren om dan door de
installateur de oorzaak op te laten zoeken
en deze te laten verhelpen.
Belangrijk.
Indien de boiler buiten bedrijf
gesteld is door een storing, kan dit
door de TTB veroorzaakt zijn. Dit is
zichtbaar doordat de RESET knop op
de TTB naar buiten gesprongen is.
Het toestel kan weer in bedrijf
gesteld worden door de RESET
knop in te drukken.
De TTB mag nooit buiten werking
gesteld worden. Terugslag van
rookgassen kan leiden tot vergiftiging.
7

1.3 Technische beschrijving
1.3.1 Maatvoering
De toestellen zijn geschikt voor een rookgasafvoerkanaal met een minimale diameter
zoals aangegeven staat bij maat G.
Alle maten zijn in mm aangegeven (afgerond op 5 mm).
8
MAAT BTI 85 BTI 100
A 1585 1780
B 1450 1640
D 645 675
E 770 775
G 130 130
K 340 340
M 1505 1685
N 1505 1685
R 285 285
S 1280 1460
1 Koudwaterinlaat
2 Warmwateruitlaat
3 Gasaansluiting
4 Aftapkraan
5 T&P aansluiting
6 Reinigingsopening

Afbeelding 3 - Afmetingen
9

1.3.2 Technische gegevens Toestel categorie: I2E+ en I3+
10
OMSCHRIJVING eenheid
GEGEVENS AARDGAS G20 - 20 mbar
BTI 85 BTI 100
Nominale belasting (onderwaarde) kW 22,6 24,0
Vermogen kW 19,2 20,4
Voordruk mbar 20 20
Gasverbruik* m 3 /h 2,4 2,5
Diameter hoofdinspuiter mm 3,45 3,60
Diameter waakvlaminspuiter mm 0,56/0,41 0,56/0,41
Opwarmtijd ∆T = 45 K min 43 55
GEGEVENS AARDGAS G25 - 25 mbar
Nominale belasting (onderwaarde) kW 20,5 21,9
Vermogen kW 17,4 18,6
Voordruk mbar 25 25
Gasverbruik * kg/h 2,5 2,7
Diameter hoofdinspuiter mm 3,45 3,60
Diameter waakvlaminspuiter mm 0,56/0,41 0,56/0,41
GEGEVENS BUTAAN G30 - 30 mbar
Nominale belasting (onderwaarde) kW 22,6 24,0
Vermogen kW 19,2 20,4
Voordruk mbar 30 30
Gasverbruik * kg/h 1,8 1,9
Diameter hoofdinspuiter mm 2,30 2,35
Diameter waakvlaminspuiter mm 0,23 0,23
*Gasverbruik bij 1013,25 mbar en 15 °C

OMSCHRIJVING eenheid
GEGEVENS PROPAAN G31 - 37 mbar
Elektrische aansluiting
BTI 85 BTI 100
Nominale belasting (onderwaarde) kW 21,1 22,9
Vermogen kW 17,9 19,5
Voordruk mbar 37 37
Gasverbruik * kg/h 1,6 1,8
Diameter hoofdinspuiter mm 2,30 2,35
Diameter waakvlaminspuiter mm 0,23 0,23
ALGEMEEN
Inhoud liters 265 355
Wateraansluitingen** - 1"-11,5 NPT 1 1 / 4 "-11,5 NPT
Gasaansluiting - ISO 7 / 1 Rp 1 / 2 ISO 7 / 1 Rp 1 / 2
Aftapkraan - 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Extra aansluiting (bv. voor circulatieleiding of
T&P plug)
- 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Maximale werkdruk bar 8 8
Ledig gewicht kg 122 149
* Gasverbruik bij 1013,25 mbar en 15 °C
** Voor een lekdichte verbinding kunnen op de NPT-aansluitnippels Europese koppelstukken
gebruikt worden met pijpschroefdraad ISO 228/1 - G ¾ of ISO 7/1 ¾
Voedingsspanning Frequentie Minimaal elektrisch afgezekerd op
220/240 V AC 50 Hz 5A
11

2. VOOR DE INSTALLATEUR
2.1 Installatievoorschriften
Het toestel mag alleen in een ruimte
geïnstalleerd worden indien die ruimte
voldoet aan de vereiste landelijke en
plaatselijke ventilatievoorschriften. De
opstellingsruimte moet vorstvrij zijn of
tegen vorst beveiligd zijn.
Ten opzichte van de brandbare
materialen dienen de volgende afstanden
in acht genomen te worden:
Zijkant van het toestel: 15 cm
Achterkant van het toestel: 15 cm
Voorkant van het toestel: 60 cm
Trekonderbreker en afvoerbuis:15 cm
rondom
Bij hout- en kunststofvloeren dient het
toestel op een vuurvaste ondergrond
geplaatst te worden. Wanneer de boiler
in een gesloten ruimte zonder vensters
wordt geplaatst, dient voor toevoer van
voldoende verse lucht te worden
gezorgd. Onvoldoende luchttoevoer kan
leiden tot brand, explosie of verstikking.
Raadpleeg de landelijke en plaatselijke
voorschriften.
1) Gaskraan
2) Afsluiter
3) Temperatuur- en drukventiel
4) Terugslagklep
5) Terugslagklep
6) Circulatiepomp
7) Aftapkraan
8) Drukreduceer
9) Overstortventiel
A) Gasleiding
B) Warmwaterafvoer
C) Koudwaterafvoer
D) Tappunten
12
2.1.1 Installatie
De installatie dient te geschieden
overeenkomstig de algemeen en
plaatselijk geldende voorschriften van
gas- en waterbedrijven en brandweer,
door een erkend installateur.
2.1.2 Wateraansluiting
De maximale toegestane bedrijfsdruk
van het toestel bedraagt 8 bar.
Koudwaterzijdig moet het voorraadtoestel
van een afsluitkraan en een
goedgekeurde inlaatcombinatie voorzien
zijn. Tevens moet er een goedgekeurd
reduceertoestel geplaatst worden bij
een waterleidingdruk van meer dan 8
bar. De overdrukzijde van de inlaatcombinatie
moet op een open waterafvoerleiding
aangesloten worden (zie
afbeelding 4). Isolatie van lange
leidingen voorkomt onnodige energieverspilling.
Afbeelding 4 - Aansluitschema

2.1.3 Gasaansluiting
De gaszijdige installatie mag alleen
geschieden door een erkend installateur
en overeenkomstig de algemeen
geldende voorschriften van gas-,
elektriciteit- en waterleidingbedrijven
(GAVO).
2.1.4 Rookgasafvoer
Er mogen aan de rookgasafvoer géén
veranderingen en/of omhullingen
aangebracht worden. De tegen corrosie
beschermde afvoerpijp moet minimaal
dezelfde diameter hebben als de
diameter van de trekonderbreker. Direct
op de trekonderbreker moet verticaal
een afvoerpijp geplaatst worden. Deze
moet minimaal 50 cm lang zijn. Als men
daarna een gedeelte horizontale
afvoerpijp wil plaatsen moet deze met
een opschot van minimaal 6 cm per
meter naar de schoorsteen geleid
worden. Verder moet de afvoerverbindingsbuis
tussen trekonderbreker
en het schoorsteenkanaal zo kort
mogelijk gehouden worden.
2.1.5 Rookgasafvoerbeveiliging
Het toestel is voorzien van een rookgasafvoerbeveiliging.
De werking van
de beveiliging berust op het principe van
de Thermische Terugslag Beveiliging,
kortweg TTB genoemd.
De TTB is te herkennen aan de koperkleurige
spiraal die aan de onderkant
van de trekonderbreker bevestigd is.
De spiraal is door middel van een
capilairleiding verbonden aan een
thermostaat. De bedrading van de
thermostaat dient op het thermokoppelcircuit
aangesloten te zijn.
Belangrijk
De T.T.B. mag nooit buiten werking
gesteld worden. Terugslag van
rookgassen kan leiden tot vergiftiging.
Attentie!
Instructie toevoeging voor de installateur.
Montage van de Thermische Terugslag
Beveiliging:
1. Verwijder de twee schroefjes uit de
deksel;
2. plaats het steuntje (met de voorgemonteerde
TTB) op de deksel;
3. zet het steuntje met de beide
schroefjes vast;
4. maak de verbinding tussen de maleen
female connectors op de deksel.
2.1.6 Elektrische aansluiting
Alle elektrische aansluitingen moeten
overeenkomstig NEN1010 en volgens de
plaatselijk geldende voorschriften
uitgevoerd worden door een erkend
elektrisch installatiebureau. Het toestel
moet middels een permanente elektrische
verbinding op een voedingsspanning
aangesloten worden. Tussen
deze vaste verbinding en het toestel
moet een dubbelpolige hoofdschakelaar
met een contactopening van tenminste 3
mm geplaatst worden. De voedingskabel
moet aders van minimaal 3* 1.0
mm 2 bevatten. De aansluitklemmen voor
het elektrisch circuit zijn aangegeven
met de symbolen, voor aarde , N
voor de nul en L voor de fase.
Controleer met behulp van een multimeter
altijd of in de branderautomaat ook
inderdaad de fase en de nul correct zijn
aangesloten. Dit is noodzakelijk voor het
functioneren van de vlamdetectie van
het toestel. De voedingsspanning moet
voldoen aan onderstaande eisen:
Voedings- Frequentie Minimaal
spanning elektrisch
afgezekerd op
220 / 240 50 Hz 5 A
VAC
De maximale voeding is 25 W.
Het elektrisch schema van alle aansluitingen
is weergegeven in bijlage 1.
13

2.2 In bedrijf stellen
Vullen van het toestel.
1.Monteer de aftapkraan en controleer
of deze gesloten is.
2.Koudwaterkraan naar de boiler openen
en alle kranen op warmwateraftappunten
ter ontluchting openen.
Het toestel is gevuld zodra op alle
aftappunten koud water stroomt.
3.Alle kranen op warmwateraftappunten
weer sluiten
In bedrijf stellen.
1.Controleer of het toestel met water
gevuld is en of de gasleiding naar de
boiler open is.
2.De AAN/UIT schakelaar moet in de UIT
stand staan.
3.Ontlucht de gasleiding door de druk
meetnippel aan de instroomzijde van
het gasblok te openen. Sluit de druk
meetnippel zodra de gasleiding
ontlucht is.
4.Controleer of de spanning juist is aan
gesloten op het toestel, gebruik hier
voor een multimeter.
5.Bij de eerste opstart van het toestel
kan de branderautomaat in een rust
positie staan, druk op de reset knop
om de automaat te reseten. (Na handmatige
reset zal een uitgebreide afloop/wacht
periode zich voordoen)
6.Schakel de AAN/UIT schakelaar in de
AAN stand. Zodra de waakvlam niet
ontsteekt binnen 25 seconden zal de
automaat de reset knop doen oplichten
en moet deze worden gereset
(wacht 15 seconden om een nieuwe
resetpoging te ondernemen). Het kan
mogelijk zijn dat u dit meerdere keren
moet herhalen doordat er nog lucht in
het gasleidingnet aanwezig is.
7.Controleer voordruk en branderdruk
en indien noodzakelijk dient u deze bij
stellen. Zie voor de juiste gegevens
de tabel met technische gegevens.
8.Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand, bij voorkeur 60 °C.
(zie ontkalking).
14
Opmerking:
Zodra bij normaal gebruik de reset knop
is ingedrukt zal het gasblok en de
branderautomaat buiten werking treden,
een nieuwe herstart zal plaatsvinden
zodra de reset knop wordt geactiveerd.
Buiten werking stellen
Opmerking:
De boiler mag alleen uitgeschakeld
worden als er voor langere duur geen
vraag is naar water, b.v. vakanties,
anders moet de boiler gewoon in
werking blijven. Het uitschakelen
gebeurt door de AAN/UIT schakelaar in
de UIT stand te zetten.
Indien er vorstgevaar is dient de boiler
in z'n geheel afgetapt te worden. Maak
het toestel spanningsloos (stekker uit
het stopcontact) en draai de gastoevoer
dicht.

2.3 Demontage en montage
van de zuil
Demontage van de zuil
(zie afbeelding 6).
1.Verwijder de schroef aan de voorzijde
van de zuil.
2.Duw de zuil omhoog zodat de haakjes
aan de onderzijde van de zuil vrij zijn
van de bodem.
3.Trek de zuil aan de onderzijde voorzichtig
naar u toe.
4.Haal de zuil in zijn geheel naar beneden
zodat de bovenzijde vrij is.
Montage van de zuil
(zie afbeelding 6).
1.Plaats de top van de zuil onder de
rand van het kolompaneel en duw
hem zover mogelijk naar boven.
2.Plaats de haakjes in de branderopening
en over de bodemrand.
3.Laat de zuil naar beneden zakken.
4.Plaats de schroef aan de voorzijde
van de zuil.
Afbeelding 6 - Demontage en montage
2.4 Het instellen van de
gasdruk
De gasdruk wordt standaard ingesteld
af fabriek.
De volgende procedure moet in acht
worden genomen zodra de gasdruk
nagekeken of bijgesteld wordt.
1.Zet de boiler buiten werking door de
hoofdschakelaar op UIT te zetten.
2.Sluit een manometer aan op de drukmeetnippel
om de branderdruk te kunnen
meten van het gasblok.
3.Zet de boiler aan en laat de brander
ontsteken.
4.Bekijk de branderdruk. Indien
noodzakelijk, stel de branderdruk
opnieuw in. Met de klok meedraaien
vergroot de gastoevoer, tegen de klok
in draaien verkleint de gastoevoer.
5.Zet de boiler uit, verwijder de
manometer en dicht de meetdruk af.
6.Neem het toestel in gebruik.
IMD 0391
15

2.5 Montage van de binnendeur
Montage volgorde: (zie afbeelding 7)
1.Positioneer de clips van de
binnendeur zo, dat deze in zijn geheel
door de branderkameropening kan.
2.Breng de binnendeur in de
branderkamer.
3.Til de binnendeur op en draai hem
over de brander zodat hij in zijn juiste
stand komt
4.Haal de binnendeur naar u toe zodat
hij tegen de rand van de branderkamer
gepositioneerd wordt.
5.Verdraai de clips, met gereedschap,
zodat de binnendeur in de juiste
positie zit.
Afbeelding 7 - Montage van de
binnendeur
16
2.6 Temperatuurregeling
Het toestel staat onder waterleidingdruk
(maximaal 8 bar). Er wordt evenveel
koud water toegevoerd, als er warmwater
verbruikt wordt. Het gasblok
schakelt automatisch de gastoevoer.
Dat betekent dat de gastoevoer naar de
hoofdbrander geopend wordt, wanneer
de temperatuur van het water te laag is
en weer gesloten wordt, als de
ingestelde temperatuur bereikt is.
Bij hoge watertemperaturen ontstaat er
meer kalkafzetting in het toestel. Daarom
wordt aanbevolen om de temperatuurregelknop
in te stellen op 60 °C omdat er
dan minder kalkafzetting optreedt.
1) Brandersteun
2) Binnendeur
3) Clip
4) Hoofdbrander
5) Branderkamer
6) Staalmantel
7) Bodemplaat

2.7 Onderhoud
Het voorraadtoestel moet minstens
éénmaal per jaar door een vakman
getest en gereinigd worden, zodat een
goede werking gegarandeerd is.
2.7.1 Opofferingsanode
1.De levensduur van de anode wordt
bepaald door de kwaliteit en de hoeveelheid
water die door het toestel
stroomt. Het wordt daarom aanbevolen
om ieder jaar de anode te laten
controleren.
2.Stopkraan in de koudwatertoevoer
leiding sluiten
3.Dichtstbijzijnde waterkraan openen
zodat de waterdruk uit de boiler en
leidingnet wegvalt.
4.Anode met passende sleutel los
draaien.
5.Anode controleren en vernieuwen
indien deze voor 60% of meer is
aangetast.
6.Anode waterdicht inschroeven.
Indien het noodzakelijk is de anode te
vervangen moet deze altijd vervangen
worden door eenzelfde exemplaar. Aan
de hand van het toesteltype en het
volledige serienummer kan het type
anode vastgesteld worden.
2.7.2 Reiniging
1.Sluit de gastoevoer af en demonteer
de brander nadat deze afgekoeld is.
2.Brander en waakvlamleiding van het
gasblok losmaken.
3.Verwijder de complete branderset.
4.Brander met een zachte borstel
schoonmaken.
5.Waakvlambrander controleren en
eventueel schoonmaken.
6.Branderkamer, rookgaskanaal en de
wervelstrip controleren en indien
nodig reinigen.
7.In omgekeerde volgorde weer
monteren.
2.7.3 Ontkalking
Kalkvorming is afhankelijk van de
watergesteldheid en behoefte. Daarnaast
treedt bij hoge watertemperaturen
meer kalkafzetting op in het toestel. Een
temperatuurinstelling van 60 °C wordt
aanbevolen, zodat de kalkafzetting
gering blijft. Ontkalking moet met
geschikte middelen uitgevoerd worden.
Voor uitgebreide informatie is een
ontkalkingsinstruktie beschikbaar.
2.7.4 Service onderdelen
Voor het bestellen van reserveonderdelen
is het van belang het
toestelmodel en het volledige serienummer
van het toestel te noteren. Aan
de hand van het toestelmodel en het
volledige serienummer kunnen gegevens
van reserve-onderdelen vastgesteld
worden.
2.8 Inlaatcombinatie
Door middel van ontlasten testen. Het
water dient met een volle straal uit te
stromen. Testen of de afvoerleiding
open is en eventueel kalkresten
verwijderen.
2.9 Gaslucht
WAARSCHUWING.
Direct de hoofdgaskraan sluiten.
Géén vuur of licht ontsteken, géén
elektrische schakelaars of bellen
gebruiken. Ramen openen. Inspecteer
grondig alle gasaansluitingen
en schakel, indien de gaslucht zich
handhaaft, het plaatselijk gasbedrijf
of uw installateur in.
17

2.10 Condensatie
Als het toestel met koud water gevuld
is of als het warm water verbruik zeer
hoog is, zal normaal gesproken
condensatie van de rookgassen
optreden aan de koude vlakken van de
verbrandingskamer en de rookgasafvoerpijp.
De waterdruppels zullen op
de brander vallen, wat sissende
geluiden tot gevolg kan hebben. Dit is
een normaal verschijnsel dat zal
verdwijnen zodra het toestel zijn
bedrijfstemperatuur weer heeft bereikt.
2.11 Belangrijke
waarschuwing
Het toestel mag nooit met een gesloten
koudwater toevoer in bedrijf genomen
worden.
18

3. VOOR DE GEBRUIKER
3.1 Gebruiksaanwijzing
Het installeren en voor de eerste maal
in bedrijf stellen dient te geschieden
door een erkend installateur.
Vullen van het toestel
1.Monteer de aftapkraan en controleer
of deze gesloten is.
2.Koudwaterkraan naar de boiler
openen en alle kranen op warm
water aftappunten ter ontluchting
openen. Het toestel is gevuld zodra
op alle aftappunten koud water
stroomt.
3.Alle kranen op warmwater
aftappunten weer sluiten
In bedrijf stellen.
1.Controleer of het toestel met water
gevuld is en of de gasleiding naar de
boiler open is.
2.De AAN/UIT schakelaar moet in de
UIT stand staan.
3.Ontlucht de gasleiding door de
drukmeetnippel aan de instroomzijde
van het gasblok te openen. Sluit de
drukmeetnippel zodra de gasleiding
ontlucht is.
4.Controleer of de spanning juist is
aangesloten op het toestel, gebruik
hiervoor een multimeter.
5.Bij de eerste opstart van het toestel
kan de branderautomaat in een rust
positie staan, druk op de reset knop
om de automaat te reseten. (Na
handmatige reset zal een uitgebreide
afloop/wacht periode zich voordoen)
6.Schakel de AAN/UIT schakelaar in de
AAN stand. Zodra de waakvlam niet
ontsteekt binnen 25 seconden zal de
automaat de reset knop doen
oplichten en moet deze worden
gereset (wacht 15 seconden voor
een nieuwe reset poging te ondernemen).
Het kan mogelijk zijn dat u dit
meerdere keren moet herhalen
doordat er nog lucht in het
gasleidingnet aanwezig is.
7.Controleer voordruk en branderdruk
en indien noodzakelijk dient u deze
bijstellen. Zie voor de juiste gegevens
de tabel met technische gegevens.
8.Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand, bij voorkeur 60 °C.
(zie ontkalking).
Opmerking:
Zodra bij normaal gebruik de reset knop
is ingedrukt zal het gasblok en de
branderautomaat buiten werking treden,
een nieuwe herstart zal plaatsvinden
zodra de reset knop wordt geactiveerd.
3.2 Gebruik
Het toestel staat onder waterleidingdruk
(maximaal 8 bar). Er wordt evenveel
koud water toegevoerd, als er warm
water verbruikt wordt. Het gasblok
schakelt automatisch de gastoevoer.
Dat betekent dat de gastoevoer naar de
hoofdbrander geopend wordt, wanneer
de temperatuur van het water te laag is
en weer gesloten wordt, als de
ingestelde temperatuur bereikt is.
Bij hoge watertemperaturen ontstaat er
meer kalkafzetting in het toestel.
Daarom wordt aanbevolen om de
temperatuurregelknop in te stellen op
60 °C omdat er dan minder kalkafzetting
optreedt.
19

3.3 Maatregelen bij storing
20
Storing Oorzaak Maatregel
Gaslucht. Ruikt u gas, direct de hoofdgaskraan sluiten, geen vuur
of licht ontsteken, geen elektrische schakelaars of
bellen gebruiken. Ramen openen. Neem direct contact
op met uw installateur of het plaatselijk gasbedrijf.
Toestel is uit Branderautomaat in vergrendeling Branderautomaat resetten met behulp van de RESET
of ontsteekt toets op bovenzijde van de kolom.
niet.
Rookgasafvoerbeveiliging heeft het Het toestel in bedrijf stellen. Wanneer dit vaker voor
toestel buiten bedrijf gesteld. komt, uw installateur waarschuwen.
Veiligheidsthermostaat is . Water in het toestel af laten koelen en de
aangesproken watertemperatuur lager instellen (60 °C). Veiligheidsthermostaat
resetten met behulp van RESET knop.
Gastoevoer gesloten. Gaskraan openen.
Onvoldoende Temperatuur te laag ingesteld. Watertemperatuur op een hogere waarde instellen.
of helemaal
geen warm Rookgasafvoerbeveiliging ,TTB, De TTB resetten en toestel in bedrijf stellen. Wanneer dit
water. heeft het toestel buiten bedrijf gesteld. vaker voorkomt, uw installateur waarschuwen.
Veiligheidsthermostaat is Water in het toestel af laten koelen en de
aangesproken. watertemperatuur lager instellen (60 °C). Veiligheids-
thermostaat resetten met behulp van RESET knop.
Warmwatervoorraad is op. Reduceer uw warmwater gebruik. Geef het toestel de
tijd om water op te warmen.
Oorzaak niet vast te stellen. Toestel spanningsloos maken. Gaskraan sluiten en uw
installateur waarschuwen.
Explosieve Verkeerde voordruk en/of Juiste voordruk en/of branderdruk instellen.
ontsteking. branderdruk.
Vervuilde inspuiters. Inspuiters schoonmaken.
Vlambeeld Verkeerde voordruk en/of Juiste voordruk en/of branderdruk instellen.
slecht. branderdruk.
Waterlekkage. Condensatie van (rook)gassen. Zie “condensatie”.
Lekkage uit andere water toestellen Spoor de oorzaak op.
of leidingen in de buurt.
In het algemeen geldt dat indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende storingen U contact op dient te
nemen met Uw installateur.

4. GARANTIE
Indien correct en tijdig ingevuld, geeft dit
certificaat de eigenaar van een door
A.O.SMITH Water Products Company
B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna
”A.O.SMITH”) geleverde boiler, recht op
de hierna omschreven garantie waartoe
A.O.SMITH zich jegens de eigenaar
verbindt.
4.1 Garantie algemeen
Indien binnen één jaar na de oorspronkelijke
installatiedatum van een door
A.O.SMITH geleverde boiler, na
onderzoek en ter uitsluitende beoordeling
van A.O.SMITH, blijkt dat een deel of
onderdeel, met uitzondering van de
tank, niet of niet juist functioneert ten
gevolge van fabricage- en/of materiaalfouten,
zal A.O.SMITH dit deel of
onderdeel vervangen of repareren.
4.2 Garantie tank
Indien binnen 3 jaar na de oorspronkelijke
installatiedatum van een door
A.O.SMITH geleverde boiler, na
onderzoek en ter uitsluitende beoordeling
van A.O.SMITH, blijkt dat de stalen
glasslined tank lekt ten gevolgen van
roest of corrosie vanuit de waterzijdige
kant, zal A.O.SMITH een volledig nieuwe
boiler van gelijkwaardige grootte en
kwaliteit ter beschikking stellen. Op de
ter vervanging beschikbaar gestelde
boiler zal een garantie worden gegeven
voor de duur van de resterende
garantieperiode van de oorspronkelijk
geleverde boiler. In afwijking van het in
artikel 2 bepaalde geldt, dat de garantieduur
van 3 jaar op de stalen glasslined
tank wordt teruggebracht naar één jaar
na de oorspronkelijke installatiedatum
indien gefilterd, onthard water door de
boiler stroomt of daarin achter blijft.
4.3 Installatie- en
gebruiksvoorwaarden
De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie
geldt uitsluitend indien aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
a) de boiler is geïnstalleerd met
inachtneming van zowel de installa
tie-voorschriften van A.O.SMITH
geldend voor het specifieke model
als de plaatselijk geldende
installatie- en bouwverordeningen,
voorschriften en regelingen van
overheidswege;
b) de boiler blijft geïnstalleerd op de
oorspronkelijke installatieplaats;
c) er wordt uitsluitend drinkwater
gebruikt, dat te allen tijde vrij kan
circuleren, terwijl de tank vrij is van
schadelijke ketelsteen- en
kalkaanslag (gebruik van een
afzonderlijk geïnstalleerde
warmtewisselaar voor indirecte
verwarming van zout of
corrosief water verplicht);
d) de tank wordt door middel van
preventief onderhoud gevrijwaard
van kalkafzetting;
e) de boilerwatertemperaturen zijn niet
hoger dan de maxima aangegeven in
het instructiemateriaal;
f) de waterdruk en/of warmtebelasting
is niet groter dan de maxima
aangegeven op de typeplaat van de
boiler;
g) de boiler is geplaatst in een niet
corrosieve atmosfeer of omgeving;
h) de boiler is voorzien van een door de
daartoe bevoegde instantie
goedgekeurde drukontlastklep van
voldoende capaciteit, niet groter dan
de werkdruk als aangegeven op de
boiler en eventueel ook van een door
de daartoe bevoegde instantie
goedgekeurde temperatuur- en
drukontlastklep, die gemonteerd is
overeenkomstig de installatievoorschriften
van A.O.SMITH die van
toepassing zijn op het specifieke
model en voorts met inachtneming
van de plaatselijke voorschriften en
regelingen van overheidswege;
i) de anodes worden vervangen en
vernieuwd indien en zodra deze
voor60% of meer zijn opgelost.
21

4.4 Uitsluitingen
De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie
geldt niet:
a) indien de boiler door een van buiten
komende oorzaak beschadigd is;
b) in het geval van misbruik,
verwaarlozing (met inbegrip van
bevriezing), verandering, onjuist en/
of afwijkend gebruik van de boiler en
wanneer gepoogd is lekken te
repareren;
c) indien verontreinigingen of andere
deeltjes in de tank hebben kunnen
stromen;
d) het watergeleidingsvermogen minder
is dan 150 micro Siemens/cm en/of
de hardheid van het water minder is
dan 6°DH;
e) indien ongefilterd, gerecirculeerd
water door de boiler stroomt of in de
boiler opgeslagen wordt;
f) indien gepoogd is zelf een defecte
boiler te repareren.
4.5 Omvang garantie
De verplichting van A.O.SMITH krachtens
de gegeven garantie gaat niet
verder dan kosteloze levering af
magazijn Veldhoven van de te vervangen
delen of onderdelen respectievelijk
boiler. Vervoers-, arbeids-, installatieen
andere met de vervanging verband
houdende kosten komen niet voor
rekening van A.O.SMITH.
4.6 Claims
Een claim gebaseerd op de gegeven
garantie moet worden gedeponeerd bij
de handelaar bij wie de boiler is gekocht
of bij een andere handelaar die de
produkten van A.O.SMITH verkoopt. Het
onderzoek van de boiler bedoeld in de
artikelen 1 en 2 zal plaatsvinden in een
laboratorium van A.O.SMITH.
22
4.7 Geen andere
verplichtingen voor
A.O.SMITH dan in dit
certificaat bepaald
Met betrekking tot haar boilers respectievelijk
de ter vervanging geleverde
(delen of onderdelen van de) boilers,
wordt door A.O.SMITH geen andere
garantie of waarborg gegeven dan de
garantie zoals uitdrukkelijk in dit
certificaat verwoord. A.O.SMITH is
krachtens de gegeven garantie of
anderszins niet aansprakelijk voor
schade aan personen of zaken,
veroorzaakt door (delen of onderdelen
respectievelijk de stalen glasslined tank
van) een door haar (tervervanging)
geleverde boiler. Deze garantie geldt
voor de volgende modellen:
BTI 85
BTI 100

5. BIJLAGE 1
Aansluitschema BTI modellen
1
2
3
4
5
6
= bruin A = Ontstekingscontroller M = Ontstekingsreset
= blauw B = AAN/UIT schakelaar N = Kroonsteenstrip
= geel/groen C = Waakvlambrander P = Kroonsteenstrip
= zwart D = Ontstekingselectrode R = Aardingsstrip
= wit E = Ionisatie-electrode S = Connector
= rood F = Transformer vlamdetection * T = Gasblok
G = TTB U = Kroonsteenstrip
H = Control thermostaat V = Tank
K = Veiligheidsthermostaat W = Mantel
L = Tijdschakelaar * X = Basisplaat zuil
* = In optie leverbaar
23

26
Deel 2 : Franstalig
Partie 2 : Français
Teil 2 : Französisch
Lisez tout d’abord les consignes d’installation avant d’installer l’appareil, et le manuel
d’utilisation avant d’allumer l’appareil. Si ce mode d’emploi n’est pas scrupuleusement
suivi, un risque d’explosion et/ou d’incendie pouvant provoquer des dégâts matériels et/
ou des blessures pourraient survenir.
L’installation et la première mise en service de l’appareil doivent être effectuées par un
installateur agréé. Le type de gaz et les valeurs standard sur lesquels l’appareil est réglé
(départ usine) sont indiqués sur la plaquette signalétique de l’appareil. L’appareil doit
uniquement être installé dans un endroit où les conditions sont conformes aux prescriptions
requises de ventilation.
A.O. SMITH DÉCLINE TOUTE RESPONSABILITÉ EN MATIÈRE DE GARANTIE, DE
SERVICE APRÈS-VENTE ET/OU DE RESPONSABILITÉ EN CAS D’ADAPTATIONS, DE
MODIFICA TIONS DE PRODUIT OU DE RÉPARATIONS NON-AUTORISÉES.

SOMMAIRE PAGE
1. GENERALITES ................................................................................ 29
1.1 Description de l’appareil ................................................................................ 29
1.2 Dispositifs de sécurité technique ................................................................... 30
1.2.1 Blocgaz........................................................................................................... 30
1.2.2 Coffret de commande ........................................................................ ........... 30
1.2.3 Fonctionnement de l’appareil ......................................................................... 31
1.2.4 Sécurité d’évacuation des fumées ................................................................. 31
1.3 Description technique .................................................................................... 32
1.3.1 Dimensions ................................................................................................... 32
1.3.2 Spécifications techniques ............................................................................. 34
2. INSTRUCTIONS POUR L’INSTALLATEUR ................................................. 36
2.1 Directives d’installation ................................................................................. 36
2.1.1 Installation .................................................................................................... 36
2.1.2 Raccordement hydraulique ........................................................................... 36
2.1.3 Raccordement de gaz .................................................................................. 37
2.1.4 Evacuation des fumées ................................................................................. 37
2.1.5 Sécurité d’évacuation des fumées .................................................................. 37
2.1.6 Connexion électrique .................................................................................... 37
2.2 Mise en service ............................................................................................. 38
2.3 Démontage et remontage du coffret de commande ....................................... 39
2.4 Réglage de la pression de gaz ..................................................................... 39
2.5 Montage du portillon ..................................................................................... 40
2.6 Régulation de température ............................................................................ 40
2.7 Entretien ....................................................................................................... 41
2.7.1 Anode de magnésium ................................................................................... 41
2.7.2 Nettoyage ..................................................................................................... 41
2.7.3 Détartrage ..................................................................................................... 41
2.7.4 Pièces de rechange ...................................................................................... 41
2.8 Groupe de sécurité ....................................................................................... 41
2.9 Odeur de gaz ................................................................................................ 41
2.10 Condensation ................................................................................................ 42
2.11 Avertissement important ............................................................................... 42
3. MODE D’EMPLOI POUR L’UTILISATEUR ................................................... 43
3.1 Mode d’emploi .............................................................................................. 43
3.2 Utilisation ...................................................................................................... 43
3.3 Dépistage des anomalies .............................................................................. 44
4. GARANTIE ................................................................................................... 45
5. ANNEXE 1 ..................................................................................................... 47
27

1. GENERALITES
1.1 Description de l’appareil
La construction et l’équipement du
chauffe-eau à accumulation sont régis
par la norme européenne des chauffeeau
à accumulation au gaz à usage
sanitaire (EN 89). L’appareil satisfait
ainsi aux directives européennes pour
les appareils à gaz et est en droit de
porter le label de la CE.
C’est un appareil ouvert sans
ventilateur, pourvu d’un anti-refouleur
(catégorie B 11BS ). Le chauffe-eau à
accumulation est conçu pour recevoir
une pression de 8 bars. La cuve est en
tôle d’acier et thermovitrifiée
intérieurement. Une anode de
magnésium offre une protection
supplémentaire contre la corrosion. Une
épaisse couche isolante de p.u. revêtue
d’une enveloppe en acier évite les
pertes de chaleur inutiles. Lorsque le
chauffe-eau est complètement rempli
d’eau, il se trouve constamment sous
pression du réseau d’eau. L’eau
chaude prélevée de l’appareil est
directement remplacée par le même
volume d’eau froide. Quatre chicanes
placés dans le conduit de chaleur
garantissent une meilleure transmission
de chaleur. Les fumées de gaz
transmettent leur chaleur à l’eau par
rayonnement et conduction. Les fumées
sont évacuées par tirage thermique
naturel (fig.1), et ce avec un coupetirage
par la cheminée.
Si l’on a affaire à de longues
canalisations, il est conseillé de monter
une boucle de circulation avec pompe.
La boucle de circulation est à raccorder
à la conduite d’eau froide.
1) Coupe-tirage
2) Sortie d’eau chaude
3) Isolant
4) Conduit de chaleur
5) Cuve thermovitrifiée
6) Bloc de gaz et allumage
7) Coffret de commande
8) Orifice de nettoyage
9) Electrode d’allumage
10) Arrivée d’eau froide
11) Bouton de réinitialisation de
l’anti-refouleur thermique
12) Raccord T&P
13) Enveloppe extérieure en acier
14) Chicane
15) Anode de magnésium
16) Robinet de vidange
17) Brûleur principal Figure 1 - Coupe transversale de
l’appareil
29

1.2 DISPOSITIFS DE SÉCURITÉ
TECHNIQUE
1.2.1 Bloc gaz
Le chauffe-eau à accumulation est
pourvu d’un bloc gaz qui assure
l’arrivée du gaz vers le brûleur. Le bloc
gaz comprend une soupape de
sécurité, une soupape de gaz et un
régulateur de pression du brûleur
d'allumage (réglage standard sur gaz
naturel). La position des soupapes de
sécurité et de gaz est réglée à partir de
l’automate brûleur. Pour obtenir un
meilleur comportement d’allumage, la
soupape de gaz s’ouvre avec un
certain retard (softlite).
Le bloc gaz convient pour les gaz des
trois premières catégories de gaz.
Figure 2. Vue de dessus du coffret
de commande
A) Sortie eau chaude
B) Entrée eau froide
30
A
1
3
5
La pression maximale d’entrée est de
60 mbar. L’allumage automatique veille
à ce que le brûleur s’allume dès que le
système requiert de la chaleur.
1.2.2 Coffret de commande
La régulation de température du
chauffe-eau se situe dans le coffret
disposée sur l’enceinte de l’appareil
(voir figure 2).
A des fins de sécurité, l’appareil est
équipé de 2 thermostats: un thermostat
de réglage avec une plage de 40 à 80°C
et un thermostat de sécurité, lequel est
sollicité à 90°C. La colonne est équipée
d’un bouton MARCHE/ARRET ('I/0').
En position 'I', le bloc gaz est sollicité en
fonction des besoins énergétiques du
thermostat de réglage. En position '0',
l’appareil est hors service.
4
2
B
IMD 0392
1) Alimentation électrique
2) Interrupteur MARCHE/ARRET
3) Bouton de réinitialisation
(RESET) pour régulateur
d’allumage
4) Régulateur de température
5) Bouton de réinitialisation du
thermostat de sécurité

1.2.3 Fonctionnement de
l’appareil
Commande normale
Au cas où la chaleur est requise, une
période d’attente d’une seconde doit
être observée avant que l’automate
brûleur et le bloc gaz ne soient
sollicités. L'électrode d’allumage allume
le brûleur d'allumage et la flamme
produite doit être détectée par
l’électrode d’ionisation. Une fois la
flamme détectée, l'electrode d’allumage
est arrêté et le clapet de gaz principal
ouvert. Le brûleur principal est allumé
par le brûleur d'allumage. L’appareil
fonctionne. Une fois que la température
d’eau préréglée est atteinte, le thermostat
est mis hors service et le signal
électrique vers l’automate brûleur
interrompu. L’arrivée de gaz est fermée.
Message d’erreur d’allumage
Si la flamme ne s’allume pas dans la
période de sécurité fixée à 25
secondes, l’allumage automatique est
mis hors service. Dans ce cas, le
bouton RESET du coffret s’allume.
L’appareil devra ensuite être réinitialisé
en appuyant sur le bouton RESET. Si la
flamme s’éteint pendant la procédure
normale, répéter celle-ci dans l’ordre
indiqué.
1.2.4 Sécurité d’évacuation des
fumées
L’appareil est pourvu d’une évacuation
des fumées, dont le fonctionnement
repose sur le principe de Sécurité
Refoulement Thermique (SRT). Ceci
prévient la propagation des gaz dans la
pièce où est placé l’appareil au lieu
d’être évacués vers l’extérieur. L’antirefoulement
est sollicité par
l’échauffement du détecteur suite à
l’arrivée des gaz chauds et coupe alors
l'alimentation du 923.
Une fois détectée la cause de cette
anomal, l’appareil peut être remis en
marche en appuyant sur le bouton de
réinitialisation RESET du thermostat de
fumées
Si cette anomalie se représente à
plusieurs reprises, ceci signifie qu’il y a
des problèmes d’évacuation des gaz.
Dans ce cas, nous vous conseillons de
demander à votre installateur de
déterminer la cause et d’y remédier.
Important
Si le chauffe-eau tombe en panne,
cela peut être dû à
l’enclenchement de l’anti-refouleur
thermique. Dans ce cas, le bouton
´RESET´ sur le thermostat est sorti.
On remet l’appareil en marche en
appuyant sur le bouton RESET.
Il ne faut jamais mettre le
dispositif d’anti-refoulement
thermique hors service, car le
refoulement des fumées de gaz
peut occasionner des
intoxications.
31

1.3 Description technique
1.3.1 Dimensions
Les appareils sont conçus pour une évacuation des fumées d’un diamètre minimal mentionné
à la cote G.
Toutes les mesures sont mentionnées en mm (arrondies à 5 mm)
32
Dim. BTI 85 BTI 100
A 1585 1780
B 1450 1640
D 645 675
F 770 775
G 130 130
K 340 340
M 1505 1685
N 1505 1685
R 285 285
S 1280 1460
1 Entrée eau froide
2 Sortie eau chaude
3 Raccord de gaz
4 Robinet de purge
5 Raccord T&P

Figure 3 - Dimensions
33

1.3.2 Spécifications techniques Catégorie d’appareil : I2E+ I3+
34
Description unité BTI 85 BTI 100
DONNEES GAZ NATUREL G20-20mbar
Débit calorifique nominal kW 22,6 24,0
Puissance utile kW 19,2 20,4
Pression amont (G20) mbar 20 20
Consommation de gaz (G20)* m 3 /h 2,4 2,5
Diamètre injecteur principal (G20) mm 3,45 3,60
Diamètre injecteur veilleuse (G20)* mm 0,56/0,41 0,56/0,41
Temps de réchauffement DT=45 K min 43 55
DONNEES GAZ NATUREL G25-25mbar
Débit calorifique nominal kW 20,5 21,9
Puissance utile kW 17,4 18,6
Pression amont (G25) mbar 25 25
Consommation de gaz (G25)* kg/h 2,5 2,7
Diamètre injecteur principal (G25) mm 3,45 3,60
Diamètre injecteur veilleuse (G25)* mm 0,56/0,41 0,56/0,41
DONNEES BUTANE G30-30mbar
Débit calorifique nominal kW 22,6 24,0
Puissance utile kW 19,2 20,4
Pression amont (G30) mbar 30 30
Consommation de gaz (G30)* kg/h 1,8 1,9
Diamètre injecteur principal (G30) mm 2,30 2,35
Diamètre injecteur veilleuse (G30) mm 0,23 0,23
*Consommation de gaz pour 1013,25 mbar à 15°C

Description unité BTI 85 BTI 100
DONNEES PROPANE G31-37mbar
Débit calorifique nominal kW 21,1 22,9
Puissance utile kW 17,9 19,5
Pression amont (G31) mbar 37 37
Consommation de gaz (G31)* kg/h 1,6 1,8
Diamètre injecteur principal (G31) mm 2,30 2,35
Diamètre injecteur veilleuse (G31) mm 0,23 0,23
GENERALITES
Capacité utile litre 265 355
Raccordement eau** - 1"-11.5 NPT 1 1 / 4 "-11.5 NPT
Raccordement gaz - ISO 7 / 1 Rp 1 / 2 ISO 7 / 1 Rp 1 / 2
Robinet de purge - 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Raccordement supplémentaire*** - 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Pression maximale de service bar 8 8
Poids à vide kg 122 149
* Consommation de gaz pour 1013,25 mbar à 15°C
** Pour obtenir un raccordement hermétique, on peut utiliser sur les raccords NPT des
accouplements européens, avec filetage ISO 228/1- G ¾ ou ISO 7/1 - Rp ¾
*** (par ex. pour boucle de circulation ou bouchon T&P)
Connexion électrique
Tension d’alimentation Fréquence Fusible minimum
220/240 V AC 50 Hz 5A
35

2. INSTRUCTIONS POUR
L’INSTALLATEUR
2.1 Directives
d’installation
L’appareil ne peut être installé dans le
local prévu à cet effet qu’à la condition
que ce local satisfasse aux normes
nationales et locales concernant la
ventilation. L’endroit doit être à l’abri du
gel ou conçu pour être à l’abri du gel.
En raison de la présence de matières
inflammables, il convient de respecter
les distances suivantes:
Côté de l’appareil: 15 cm
Arrière de l’appareil: 15 cm
Avant de l’appareil: 60 cm
Coupe-tirage et tuyau
d’évacuation: 15 cm tout
autour
En présence de sols en bois ou en
matière plastique, il convient de placer
l’appareil sur une base en matériau
réfractaire. Si le chauffe-eau doit être
placé dans un local fermé sans
fenêtres, il faut assurer une arrivée
1) Robinet de gaz
2) Robinet d’arrêt
3) Soupape de température
et de pression
4) Clapet anti-retour
5) Clapet anti-retour
6) Pompe de circulation
7) Robinet de vidange
8) Réducteur de pression
9) Groupe de sécurité
A) Conduite de gaz
B) Sortie eau chaude
C) Entrée eau froide
D) Points de puisage
36
d’air frais en suffisance. Une arrivée
d’air insuffisante peut causer incendie,
explosion ou asphyxie. Consultez les
normes nationales et locales à ce sujet.
2.1.1 Installation
L’installation doit être effectuée par un
installateur agréé, conformément aux
normes générales et locales en vigueur
des compagnies du gaz et des eaux
ainsi que des sapeurs-pompiers.
2.1.2 Raccordement hydraulique
La pression de service maximale de
l’appareil est de 8 bars. Pour l’eau
froide, le chauffe-eau doit être pourvu
d’un robinet d’arrêt général et d’un
groupe de sécurité approuvé. En outre,
il faut placer un réducteur de pression
approuvé lorsque la pression dans la
conduite d’eau excède les 8 bars. Le
côté surpression du groupe de sécurité
doit être raccordé à un tuyau
d’écoulement ouvert (fig.4). Isolez les
longues conduites pour éviter le
gaspillage d’énergie.
Figure 4 - Schéma du raccordement

2.1.3 Raccordement gaz
Le raccordement au gaz ne peut être
effectué que par un installateur agréé,
conformément aux normes générales
en vigueur des compagnies du gaz, de
l’électricité et de l’eau.
2.1.4 Evacuation des fumées de
gaz
On ne peut apporter aucune modification
ni mettre d’enveloppe au conduit
d’évacuation des fumées. Le conduit
protégé contre la corrosion doit avoir au
moins le même diamètre que celui du
coupe-tirage. Le conduit
d’évacuation doit être placé
verticalement, directement sur le
coupe-tirage. Ce conduit doit avoir
au moins 50 cm de long. Si l’on veut
ensuite installer une section horizontale,
il faut l’incliner d’au moins 6 cm par
mètre vers l'appareil. Le conduit de
raccordement entre le coupe-tirage et la
cheminée doit être aussi court que
possible.
2.1.5 Sécurité d’évacuation des
fumées
L’appareil est pourvu d’une évacuation
des fumées, dont le fonctionnement
repose sur le principe de Sécurité
refoulement thermique (SRT).
Cette S.R.T. est identifiable à la spirale
cuivrée fixée au bord inférieur du
coupe-tirage. La spirale est raccordée à
un thermostat au moyen d’une conduite
capillaire. Le câblage du thermostat doit
être raccordé au circuit du
thermocouple.
Important:
Il ne faut jamais mettre le dispositif
d’anti-refoulement thermique hors
service, car le refoulement des fumées
de gaz peut occasionner des
intoxications.
Attention:
Instruction supplèmentaire pour
l’installateur.
Montage du Thermostat de fumes:
1. Enlevez les deux vis du couvercle;
2. placez le petit support (avec la SRT
prémontée) sur le couvercle;
3. fixez le petit support à l’aide des
deux vis;
4. réalisez le raccordement entre les
connecteurs mâle et femelle sur le
couvercle.
2.1.6 Connexion électrique
Toutes les connexions électriques
doivent être conformes à la norme
NEN1010 et être réalisées selon les
prescriptions locales en vigueur par un
société d’installation électrique agréé.
L’appareil doit être raccordé par une
connexion permanente à une tension
d’alimentation. Entre cette connexion
fixe et l’appareil, un interrupteur
bipolaire avec contact d’au moins 3 mm
doit être prévu. Le cordon d’alimentation
doit être constitué de conducteurs d’au
moins 3* x 1,0 mm². Les bornes de
raccordement pour le circuit électrique
portent les symboles de terre (^), de
neutre (N) et de phase (L).
Contrôlez toujours avec un détecteur de
tension si, dans l’automate brûleur, la
phase et le neutre ont été correctement
raccordés. Ceci est nécessaire pour
s’assurer du bon fonctionnement de la
détection de flamme. A remarquer que
la tension d’alimentation doit répondre
aux normes suivantes:
Tension Fréquence Fusible
d’alimenta- minimum
tion
220 / 240 50Hz 5A
VAC
La cansommation est de 25 W au
maximum.
Le schéma électrique général est
représenté à l’annexe 1.
37

2.2 Mise en service
Remplissage de
l’appareil
Montez le robinet de vidange et vérifiez
s’il est fermé.
Ouvrez le robinet d’arrivée d’eau froide
au chauffe-eau et ouvrez tous les
robinets aux points de puisage d’eau
chaude pour purger. L’appareil est
rempli dès que de l’eau froide coule par
tous les points de puisage.
Refermez tous les robinets des points
de puisage d’eau chaude.
Mise en marche
1 Vérifiez si l’appareil est rempli d’eau
et si la vanne gaz vers le
chauffe-eau est ouverte.
2 Mettez l’interrupteur marche/arrêt
en position d’arrêt.
3 Purgez la conduite de gaz en
ouvrant le raccord de mesure à
l’arrivée du bloc gaz. Fermez le
raccord dès que la purge a eu lieu.
4 Vérifiez si la tension est branchée
correctement à l’appareil à l’aide
d’un détecteur de tension (voir
annexe 1).
5 Lors de la première mise en route
de l’appareil, l’automate brûleur
peut se trouver en position de
repos. Appuyez dans ce cas sur le
bouton RESET afin de réinitialiser
l’automate. (La réinitialisation
manuelle sera suivie d’une période
de fonctionnement/d’attente).
6 Mettez l’interrupteur marche /arrêt
en position de marche. Si la
veilleuse ne s’allume pas dans les
25 secondes, l’automate agira sur
le témoin du bouton RESET, lequel
s’allume. Dans ce cas, il faudra
réinitialiser. Attendez 15 secondes
avant d’agir. Il se peut que cette
opération doive être répétée à
plusieurs reprises étant donné la
présence d'air dans le réseau.
7 Contrôlez la pression amont et la
pression du brûleur et, au besoin,
ajustez. Les données exactes sont
38
reprises au tableau des
spécifications techniques.(chapitre
1.3.2.).
8 Mettez le régulateur de température
en position requise, de préférence
sur 60°C (voir détartrage).
Remarque:
Si l’on appuie sur le bouton de
réinitialisation (RESET) en mode normal,
le bloc gaz et l’automate brûleur sont
mis hors service. Réarmez avec le
bouton RESET et remettez en marche.
Mise hors service
Remarque: Ne mettez le chauffe-eau
hors service pour une période
prolongée (p.ex.pendant les vacances)
que s’il n’y a pas besoin d’eau. Sinon, le
chauffe-eau doit rester en service. Pour
mettre le chauffe-eau hors service,
agissez sur l’interrupteur MARCHE/
ARRET.

2.3 Démontage et
remontage du coffret
de commande
Démontage du coffret
(voir fig.6)
1. Dévissez la vis à l’avant du
coffret;
2. Soulevez le coffret de sorte à
libérer les crochets à la base;
3. Tirez prudemment le coffret vers
vous par le dessous;
4. Déplacez le coffret toute entiér
vers le bas pour libérer la section
supérieure.
Remontage du coffret
(voir fig.6)
1. Disposez la section supérieure du
coffret sous le rebord du panneau
et poussez le plus possible vers le
haut;
2. Accrochez les crochets dans les
orifices du brûleur et par dessus le
rebord de base;
3. Laissez descendre le coffret en
place;
4 Revissez la vis à l’avant.
2.4 Réglage de la pression
de gaz
La pression de gaz est reglée au départ
d'usine sur une valeur standard.
Pour contrôler et, le cas échéant,
changer la pression de gaz, procedez
comme suit:
1. Mettez le chauffe-eau hors service
avec l’interrupteur MERCHE/
ARRET;
2. Raccordez un manomètre au
raccord de mesure pour déterminer
la pression du brûleur au bloc gaz;
3. Mettez le chauffe-eau en service et
allumez le brûleur;
4. Regardez la pression de brûleur. Au
besoin, régler à nouveau la
pression. Tournez vers la droite
pour réduire l’arrivée de gaz et vers
la gauche pour l’augmenter;
5. Mettez le chauffe-eau hors service,
déposez le manomètre et refermez
le raccord de mesure;
6. Mettez l’appareil en service.
IMD 0391
39

2.5 Montage du portillon
Ordre de montage
(voir fig.7)
1 Positionnez les clips du portillon de
sorte qu' il puisse passer sans
entrave par l’ouverture de la
chambre de brûleur.
2 Disposez le portillon dans la
chambre de brûleur.
3 Soulevez le portillon et tournez le
par dessus le brûleur pour le mettre
en possition correcte.
Tirez le portillon vers vous de sorte
à le disposer contre le rebord de la
chambre de brûleur.
4 Avec un outil adéquat tournez les
clips pour mettre le portillon en
place.
40
2.6 Régulation de
température
L’appareil est sous pression du réseau
d’eau (maximum 8 bars). Il entre autant
d’eau froide qu’on prélève d’eau
chaude. Le bloc gaz enclenche
automatiquement l’arrivée de gaz. Cela
veut dire que l’arrivée du gaz au brûleur
principal s’ouvre quand la température
de l’eau est basse et
qu’elle se ferme quand la température
indiquée est attei nte.
De hautes températures provoquent
plus de dépôts calcaires dans l’appareil.
C’est pourquoi il est recommandé de
mettre le régulateur de température sur
60°C afin de réduire l’entartrage.
1) Support de brûleur
2) Portillon
3) Clips
4) Brûleur principal
5) Chambre de brûleur
6) Enveloppe en acier
7) Plaque de fond
Figure 7 - Montage du portillon

2.7 Entretien
Afin de garantir le bon fonctionnement
de l’appareil, il faut le faire contrôle et
nettoyer par un spécialiste au moins
une fois par an.
Un contrat d'entretien est fortement
recommandé.
2.7.1 Anode de magnésium
1 La durée de vie de l’anode est
déterminée par la qualité et la
quantité d’eau qui passe par
l’appareil. Il est donc recommandé
de faire contrôler l’anode tous les
ans.
2 Fermez le robinet d’arrêt de la
conduite d’arrivée d’eau froide.
3 Ouvrez le robinet d’eau le plus
proche de manière à laisser
échapper la pression d’eau du
chauffe-eau et du réseau.
4 Dévissez l’anode avec la clé
adéquate.
5 Contrôlez l’anode et remplacez-la si
elle est corrodée à 60% ou plus.
6. Replacez l’anode et revissez-la de
façon étanche.
S’il est nécessaire de remplacer
l’anode, il faut toujours utiliser le même
modèle. Consultez à cet effet le modèle
d’appareil et le numéro de série complet
pour permettre de déterminer le type
d’anode.
2.7.2 Nettoyage
1 Fermez l’arrivée du gaz et
démontez le brûleur une fois qu’il
est refroidi.
2 Débranchez le brûleur et le conduit
de la veilleuse du bloc gaz.
3 Enlevez le kit brûleur dans sa
totalité.
4 Nettoyez le brûleur avec une
brosse à poils doux.
5 Vérifiez le brûleur de la veilleuse et,
au besoin, nettoyez-le .
6 Vérifiez la chambre de combustion,
le conduit d’évacuation fumées et la
chicane et, au besoin, nettoyez-les.
7 Remontez les pièces en sens
inverse du démontage.
2.7.3 Détartrage
La formation de dépôt calcaire dépend
de la composition de l’eau et de la
consommation. A cela s’ajoute que, à
des températures élevées, il se forme
plus de dépôt calcaire dans l’appareil.
Pour limiter le dépôt calcaire, il est
recommandé de régler la température à
60°C. Le détartrage doit se faire avec
des produits appropriés. Pour en savoir
plus sur le détartrage, des instructions
de détartrage sont disponibles.
2.7.4 Pièces de rechange
Pour commander des pièces de
rechange, il est primordial de prendre
note du modèle de l’appareil et du
numéro de série complet. A partir du
modèle et du numéro en question, il est
possible de déterminer les pièces
requises.
2.8 Grouppe de sécurité
Effectuer un test de décharge. L’eau
doit sortir avec force. Tester si la
conduite d’évacuation est ouverte et, au
besoin, la débarrasser des dépôts de
calcaire.
2.9 Odeur de gaz
Avertissement
Fermez immédiatement le robinet
de gaz principal. N’allumez ni feu ni
lumière, n’utilisez ni interrupteur
ni sonnette.
Ouvrez les fenêtres. Inspectez
soigneusement tous les raccords
de gaz et, si l’odeur de gaz
persiste, faites venir la compagnie
du gaz ou votre installateur.
41

2.10 Condensation
Lorsque l’appareil est rempli d’eau froide
ou si la consommation d’eau chaude est
très élevée, il y aura normalement
condensation des fumées sur les parois
froides de la chambre de combustion et
sur le conduit d’évacuation des fumées.
Des gouttelettes d’eau tomberont sur le
brûleur provoquant de petits
sifflements. Ce phénomène est normal
et disparaîtra dès que l’appareil aura
atteint sa température de service.
2.11 Avertissement
important
L’appareil ne doit JAMAIS être mis en
marche avec le robinet d’arrivée d’eau
froide fermé.
42

3. MODE D’EMPLOI DE
L’UTILISATEUR
3.1 Mode d’emploi
L’installation et la première mise en
marche de l’appareil doivent être
effectuées par un installateur agréé.
Remplissage de l’appareil
Marche à suivre:
1 Montez le robinet de vidange et
vérifiez s’il est bien fermé.
2 Ouvrez le robinet d’arrivée d’eau
froide vers le chauffe-eau et tous
les robinets aux points de puisage
pour purger. L’appareil est
rempli dès que l’eau froide coule à
tous les points de puisage.
3 Refermez tous les robinets des
points de puisage d’eau chaude.
Mise en marche
Marche à suivre:
1 Vérifiez si l’appareil est rempli d’eau
et si la vanne de gaz vers le
chauffe-eau est ouverte.
2 Mettez l’interrupteur marche/arrêt
en position d’arrêt.
3 Purgez la conduite de gaz en
ouvrant le raccord de mesure à
l’arrivée du bloc gaz. Fermez le
raccord dès que la purge a eu lieu.
4 Vérifiez si la tension est branchée
correctement à l’appareil à l’aide
d’un détecteur de tension (voir
annexe 1).
5 Lors de la première mise en route
de l’appareil, l’automate brûleur
peut se trouver en position de
repos. Appuyez dans ce cas sur le
bouton RESET afin de réinitialiser
l’automate. (La réinitialisation
manuelle sera suivie d’une période
de fonctionnement/d’attente).
6 Mettez l’interrupteur marche /arrêt
en position de marche. Si la
veilleuse ne s’allume pas dans les
25 secondes, l’automate agira sur le
témoin du bouton RESET, lequel
s’allume. Dans ce cas, il faudra
réinitialiser. Attendez 15 secondes
avant d’agir. Il se peut que cette
opération doive être répétée à
plusieurs reprises étant donné la
présence d'air dans le réseau.
7 Contrôlez la pression amont et la
pression du brûleur et, au besoin,
ajustez. Les données exactes sont
reprises au tableau des
spécifications techniques, (chapitre
1.3.2.).
8 Mettez le régulateur de température
en position requise, de préférence
sur 60°C (voir détartrage).
Remarque: Si l’on appuie sur le bouton
de réinitialisation (RESET) en mode
normal, le bloc gaz et l’automate brûleur
sont mis hors service. Réarmez avec le
bouton RESET et remettez en marche.
3.2 Utilisation
L’appareil est sous pression du réseau
d’eau (maximum 8 bars). Il entre autant
d’eau froide qu’on prélève d’eau
chaude. Le bloc gaz enclenche
automatiquement l’arrivée de gaz. Cela
veut dire que l’arrivée du gaz au brûleur
principal s’ouvre quand la température
de l’eau est basse et qu’elle se ferme
quand la température indiquée est
atteinte.
Il est recommandé de mettre le
régulateur de température sur 60°C afin
de réduire l’entartrage.
43

3.3 Dépistage des anomalies
44
Anomalie Cause Remède
Odeur de gaz Si vous sentez une odeur de gaz,
ne pas allumer ni feu ni électricité,
ne pas utiliser d’interrupteurs
électriques ni de sonnette. Ouvrir
les fenêtres. Appeler immédiatement
votre installateur ou la compagnie
locale de gaz.
L’appareil est Automate brûleur bloqué Réinitialiser l’automate brûleur à
hors service ou l’aide du bouton RESET prévu à la
ne s’allume section supérieur e du coffret.
pas
La sécurité d’évacuation des Remettre l’appareil en service en
fumées a mis l’appareil hors service appuyant sur le bouton RESET du
thermostat de fumées. Si cette
situation se répète fréquemment,
avertir votre installateur.
Thermostat de sécurité sollicité Refroidissez l’eau dans l’appareil
et réglez sa température à un niveau
inférieur (60 °C). Réinitialisez le
thermostat de sécurité avec
le bouton de réinitialisation RESET.
Arrivée de gaz fermée. Ouvrir le robinet du gaz.
Quantité Régulation de température. Régler la température sur une valeur
insuffisante ou supérieure
nulle d’eau
chaude. La sécurité d’évacuation des Réinitialiser l’anti-refoulement
fumées, l’anti-refoulement thermique et mettre l’appareil en
thermique, a mis l’appareil hors service. Si cette situation se répète
service. fréquemment, avertir votre
installateur.
Thermostat de sécurité sollicité. Refroidissez l’eau dans l’appareil
et réglez sa température à un niveau
inférieur (60 °C). Réinitialisez le
thermostat de sécurité avec
le bouton de réinitialisation RESET.
Réserve d’eau chaude épuisée. Réduire votre consommation d’eau
chaude. Donner à l’appareil le temps
de réchauffer l’eau.
Cause inconnue Débrancher la tension de l’appareil.
Fermer le robinet du gaz et avertir
votre installateur.
Allumage Mauvaise pression amont et/ou Régler la pression amont et/ou la
explosif. pression de brûleur. pression de brûleur
Injecteurs encrassés. Nettoyer les injecteurs.
Mauvaise Mauvaise pression amont et/ou Régler la pression amont et/ou la
flamme. pression de brûleur. pression de brûleur.
Fuite d’eau. Condensation des fumées Se référer à la section “Condensation”.
Fuite à d’autres appareils ou Détecter la fuite et y remédier.
conduites à proximité.
Si une panne ne peut être corrigée ou si elle est persistante, veuillez contacter votre installateur.

4. GARANTIE
Le présent certificat, dûment rempli
dans le délai indiqué, donne droit au
propriétaire à la garantie décrite cidessous
selon laquelle le fournisseur,
A.O. Smith Water Products Company
B.V. à Veldhoven (NL), s’engage envers
le propriétaire.
4.1 Garantie générale
Si, durant l’année suivant la date initiale
d’installation après examen par et sur
l’appréciation exclusive de A.O.Smith,
toute partie ou pièce, à l’exception de la
cuve, ne fonctionne pas ou ne
fonctionne pas correctement suite à
des vices de construction ou de
matériau, A.O.Smith remplacera ou
réparera la partie ou pièce défectueuse.
4.2 Garantie de la cuve
Si, moins de trois ans après la date
initiale de l’installation après examen par
et sur l’appréciation exclusive de
A.O.Smith, la cuve en acier
thermovitrifié présente des fuites suite à
une formation de rouille ou de corrosion
du côté de l’eau, A.O.Smith mettra à
disposition un nouveau chauffe-eau à
accumulation de même contenance et
de même qualité. Il sera accordé une
garantie sur la cuve de remplacement,
valable pour le reste de la période de
garantie du chauffe-eau initial.
En dérogation à l’article 2, la durée de
garantie de trois ans valable pour la
cuve en acier thermovitrifié est ramenée
à un an après la date initiale
d’installation si de l’eau trop adoucie
coule dans le chauffe-eau ou y
sejourne.
4.3 Conditions
d’installation et
d’utilisation
La garantie visée aux articles 1 et 2 est
valable exclusivement si les conditions
suivantes sont remplies:
a) le chauffe-eau est installé compte
tenu des prescriptions d’installation
de A.O.Smith en vigueur pour un
modèle spécifique ainsi que le
respect des arrêtés, prescriptions
et règlements officiels en ce qui
concerne les installations et les
constructions;
b) le chauffe-eau reste installé à
l’endroit initial;
c) il est fait usage exclusivement
d’eau potable, circulant librement
en tout temps, tandis que la cuve
est à l’abri des effets dégradants de
tartre et de dépôt calcaire
(utilisation obligatoire d’un
échangeur de chaleur pour
réchauffement indirect d’eau salée
ou corrosive);
d) un entretien préventif élimine tout
dépôt calcaire dans la cuve;
e) les températures de l’eau du
chauffe-eau n’excèdent pas les
maxima indiqués sur la plaque
signalétique du chauffe-eau;
f) la pression hydraulique et/ou la
charge thermique n’excèdent pas
les maxima indiqués sur la plaque
signalétique du chauffe-eau;
g) le chauffe-eau est placé dans un
environnement non corrosif;
h) le chauffe-eau est pourvu d’une
soupape de sécurité approuvée à
cette fin par une autorité
compétente, de capacité suffisante,
n’excédant pas la pression de
service telle qu’indiquée sur le
chauffe-eau, ainsi
qu’éventuellement d’une soupape
de sécurité P&T (pression et
température) montée conformément
aux prescriptions de A.O.Smith
relatives au modèle spécifique de
chauffe-eau et compte tenu des
prescriptions et règlements locaux
officiels;
i) les anodes doivent être
remplacées et renouvelées dès
qu’elles sont corrodées à 60 % ou
plus.
45

4.4 Réserves
La garantie visée dans les articles 1 et
2 ne couvre pas les cas suivants:
a) si le chauffe-eau a subi des
dégradation sous l’effet d’agents
extérieurs;
b) en cas de négligence (y compris
exposition au gel), modification ou
usage incorrect ou abusif du
chauffe-eau et lorsqu’on a essayé
de réparer soi-même les fuites;
c) si des saletés ou autres particules
se sont infiltrées dans la cuve;
d) si la conductibilité hydraulique est
inférieure à 150 micro Siemens/cm
et/ou si la dureté de l’eau est
inférieure à 12°TH;
e) si de l’eau remise en circulation
sans être filtrée coule dans le
chauffe-eau ou y est conservée;
f) si on a essayé de réparer soi-même
un chauffe-eau défectueux.
4.5 Limites de la garantie
Le fournisseur n’est tenu de respecter
la garantie que dans les limites de la
livraison gratuite, au départ du dépôt à
Veldhoven, des pièces, parties ou
chauffe-eau à renouveler. Tous autres
frais relatifs au transport, à la maind’oeuvre,
à l’installation et au
remplacement ne sont pas à la charge
de A.O.Smith.
4.6 Réclamations
Toute réclamation basée sur la garantie
donnée doit être déposée auprès du
distributeur qui a vendu le chauffe-eau
ou d’un distributeur des produits
A.O.Smith. L’examen du chauffe-eau
visé dans les articles 1 et 2 aura lieu
dans un laboratoire de A.O. Smith.
46
4.7 Pas d’autres obligations
pour A.O.Smith que
celles définies
dans le présent
certificat
En ce qui concerne les chauffe-eau
fournis et chauffe-eau de rechange
(parties ou pièces de ces chauffe-eau),
A.O.Smith ne donne aucune autre
garantie que celle formulée
expressément dans le présent
certificat. En vertu de la présente
garantie ou d’autre manière, A.O.Smith
n’est pas responsable des dégâts
causés aux personnes ou aux biens
par le chauffe-eau (ou parties ou
pièces ou cuve en acier thermovitrifié)
ni par le chauffe-eau de rechange livrée
par elle.
La présente garantie est valable pour
les modèles suivants:
BTI 85
BTI 100

5. ANNEXE 1
Schéma électrique modèles BTI
1 = brun A = Platine électronique M = Réinitialisation d' allum.
2 = bleu B = Interrupteur marche/arrêt N = Bornier de raccordement
3 = jaune/vert C = Brûleur d'allumage P = Bornier de raccordement
4 = noir D = Electrode d'allumage R = Bornier de terre
5 = blanc E = Electrode d'ionisation S = Connecteur
6 = rouge F = Transformateur détection T = Bloc gaz
de flamme* U = Bornier de raccordement
G = Anti-refoulement thermique V = Réservoir
H = Thermostat de contrôle W= Enveloppe
K = Thermostat de sécurité X = Plaque de base coffret
L = Horloge hebdomadaire*
* disponible en option
47

Lesen Sie zuerst die Installationsanweisungen, bevor Sie das Gerät installieren. Lesen
Sie zuerst die Bedienungsanleitung, bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen. Wenn diese
Anweisungen nicht sorgfältig eingehalten werden, kann es zu Explosionsgefahr und/
oder Brand kommen und können Sachschäden und/oder körperliche Verletzungen
verursacht werden.
Die Installation und die erste Inbetriebnahme haben durch einen anerkannten Installateur
und im Einklang mit den NEN sowie den örtlich geltenden Vorschriften zu erfolgen. Die
Gasart und die Werte, auf die das Gerät standardmäßig (ab Fabrik) eingestellt ist, sind
auf dem Typenschild angegeben.
A.O. SMITH ÜBERNIMMT BEI UNBEFUGTEN ÄNDERUNGEN, MODIFIKATIONEN DES
PRODUKTS ODER REPARA TUREN KEINE GARANTIE, SERVICELEISTUNGEN UND/
ODER PRODUKTHAFTUNG.
50
Deel 3 : Duits
Partie 3 : Allemand
Teil 3 : Deutsch

INHALTSVERZEICHNIS SEITE
1. ALLGEMEINES
1.1 Gerätebeschreibung ........................................................................................ 53
1.2 Technische Sicherheitsvorrichtungen ............................................................. 54
1.2.1 Gassteuerblock ............................................................................................... 54
1.2.2 Säule ................................................................................................................ 54
1.2.3 Funktionsweise des Geräts ............................................................................ 55
1.2.4 Rauchabzugsschutzvorrichtung ..................................................................... 55
1.3 Technische Beschreibung ............................................................................... 56
1.3.1 Abmessungen ................................................................................................. 56
1.3.2 Technische Daten ............................................................................................ 58
2. ANWEISUNGEN FÜR DEN INSTALLATEUR
2.1 Installationsvorschriften .................................................................................. 60
2.1.1 Installation ........................................................................................................ 60
2.1.2 Wasseranschluß ............................................................................................. 60
2.1.3 Gasanschluß ................................................................................................... 61
2.1.4 Rauchgasableitung .......................................................................................... 61
2.1.5 Rauchabzugsschutzvorrichtung ..................................................................... 61
2.1.6 Elektrischer Anschluß ..................................................................................... 61
2.2 Inbetriebnahme ................................................................................................ 62
2.3 Demontage und Montage der Säule ................................................................. 63
2.4 Einstellung des Gasdrucks .............................................................................. 63
2.5 Montage der Innentür ....................................................................................... 64
2.6 Temperaturregelung ........................................................................................ 64
2.7 Wartung ........................................................................................................... 65
2.7.1 Verbrauchsanode ........................................................................................... 65
2.7.2 Reinigung ......................................................................................................... 65
2.7.3 Entkalkung ........................................................................................................ 65
2.7.4 Ersatzteile ........................................................................................................ 65
2.8 Einlaßkombination ............................................................................................ 65
2.9 Gasgeruch....................................................................................................... 65
2.10 Kondensation ................................................................................................... 66
2.11 Wichtige Warnung ........................................................................................... 66
3. ANWEISUNGEN FÜR DEN BENUTZER
3.1 Gebrauchsanweisung ..................................................................................... 67
3.2 Gebrauch......................................................................................................... 67
3.3 Maßnahmen bei Störungen .............................................................................. 68
4. GARANTIE. ...................................................................................................... 69
5. BEILAGE 1. ...................................................................................................... 71
51

1. ALLGEMEINES
1.1 Gerätebeschreibung
Die Bauweise und Ausstattung des
Speichergeräts entspricht der
europäischen Norm für gasbetriebene
Warmwasserspeichergeräte für den
sanitären Gebrauch (EN 89). Dieses
Gerät entspricht damit der Europäischen
Richtlinie für Gasgeräte und ist deshalb
berechtigt, das CE-Zeichen tragen. Es
handelt sich um ein offenes Gerät ohne
Ventilator mit einer
Rauchabzugschutzvorrichtung
(Kategorie sind möglich: B 11BS ).
Das Speichergerät ist für einen
Betriebsdruck bis 8 bar geeignet. Der
Tank besteht aus Stahlblech und ist an
der Innenseite emailliert. Zudem ist der
Tank mit einer Verbrauchsanode als
zusätzlichen Korrosionsschutz
versehen. Eine dicke CFK-freie PU-
Isolierschicht, verkleidet mit einer
Stahlummantelung, verhindert einen
unnötigen Wärmeverlust. Wenn das
Speichergerät vollständig mit Wasser
gefüllt ist, steht es ständig unter
Wasserleitungsdruck. Bei der Entnahme
von warmem Wasser aus dem Gerät
wird sofort wieder kaltes Wasser
ergänzt. Um eine bessere
Wärmeübertragung zu erreichen, sind
im Flammrohr vier Wirbelstreifen
eingebaut worden. Die Rauchgase
geben ihre Wärme durch Strahlung und
Leitung an das Wasser ab. Die Rauchgase
werden über die Rauchabzugunterbrechung
in den Schornstein
geleitet. Die Ableitung der Rauchgase
erfolgt durch natürlichen, thermischen
Zug (siehe Abbildung 1).
Um einen zusätzlichen Komfort zu
schaffen, kann bei langen Leitungen
eine Zirkulationsleitung mit
Zirkulationspumpe angeschlossen
werden. Die Zirkulationsleitung ist an die
Kaltwasserleitung anzuschließen.
1) Rauchabzugunterbrechung
2) Warmwasserauslaß
3) Isolationsmaterial
4) Flammrohr
5) Glasierter Tank
6) Gassteuerblock
7) Säule mit kompletter Steuerung
8) Reinigungsöffnung
9) Zündelektrode
10) Kaltwassereinlaß
11) T.S.R.-Resetknopf
12) T&P-Anschluß
13) Stahlmantel
14) Wirbelstreifen
15) Anode
16) Ablaßhahn
17) Brenner Abbildung 1: Querschnitt des Geräts
53

1.2 Technische Sicherheitsvorrichtungen
1.2.1 Gassteuerblock
Das Gerät ist mit einem Gassteuerblock
versehen, der die Zufuhr des Gases
zum Brenner regelt. Der Gassteuerblock
ist mit einem Sicherheitsventil, einem
Gasventil und einer Brennerdrucksteuerung
ausgestattet (bei Standardgaseinstellung).
Der Stand des Sicherheits-
und Gasventils wird vom Brennerautomaten
aus geregelt. Um ein besseres
Zündverhalten zu erreichen, öffnet
sich das Gasventil verzögert (softlite).
Der Gassteuerblock eignet sich für Gase
aus der ersten, zweiten und dritten
Gasfamilie. Der maximale Eingangsdruck
ist 60 mbar.
54
A
Abbildung 2 - Blick von oben auf die
Säule
A) Warmwasserauslaß
B) Kaltwassereinlaß
1
3
5
Die automatische Funkenzündung sorgt
dafür, daß der Brenner zündet, sobald
ein Wärmebedarf besteht.
1.2.2 Säule
Die Temperaturregelung des Boilerwassers
ist in der Säule untergebracht,
die auf den Mantel des Geräts montiert
ist (siehe Abbildung 2).
Aus Sicherheitsgründen ist das Gerät mit
zwei Thermostaten ausgerüstet: einem
Regelthermostat, der zwischen 10 °C
und 60 °C einstellbar ist, und einem
Sicherheitsthermostat, der bei 90 °C
geschaltet wird. Auf der Säule befindet
sich ein Ein-/Ausschalter (I/O). In der
Position „I“ wird der Gassteuerblock auf
der Grundlage des Wärmebedarfs des
Regelthermostats gesteuert. In der
Position „O“ ist das Gerät ausgeschaltet.
4
2
IMD 0392
1) Elektrischer Anschluß
2) Ein-/Ausschalter (I/O)
3) Reset-Knopf des
Zündungsreglers
4) Temperaturregelknopf
5) Reset-Knopf
Sicherheitsthermostat
B

1.2.3 Funktionsweise des Geräts
Normale Bedienung.
Sobald ein Wärmebedarf entsteht, muß
eine Wartezeit von 1 Sekunde
überbrückt werden, bevor der
Brennerautomat und der
Gassteuerblock in Betrieb gesetzt
werden. Der Zündungsstift zündet die
Dauerzündflamme, und die darauf
folgende Flamme wird von der
Ionisierungselektrode wahrgenommen.
Sobald die Dauerzündflamme
wahrgenommen wird, wird das
Entzünden der Dauerzündflamme
abgebrochen, und das Hauptgasventil
wird geöffnet. Der Hauptbrenner wird
von der Dauerzündflamme gezündet.
Das Gerät ist nun in Betrieb. Wenn die
Temperatur des Wassers die
eingestellte Temperatur erreicht hat,
schaltet sich das Thermostat aus, und
das elektrische Signal zum
Brennerautomaten wird unterbrochen.
Die Gaszufuhr ist nun geschlossen.
Fehlermeldung bei der Entzündung.
Wenn die Flamme sich innerhalb des
festgelegten Sicherheitszeitraums von
25 Sekunden nicht entzündet, wird die
automatische Zündung außer Betrieb
genommen. Das wird durch das
Aufleuchten des RESET-Knopfs auf
der Säule angezeigt. Das Gerät muß
mit der Hand betätigt werden, indem
der RESET-Knopf eingedrückt wird.
Wenn die Flamme während des
normalen Prozesses erlischt, wird die
Startreihenfolge durch die
automatische Zündung noch einmal
wiederholt.
1.2.4 Rauchabzugsschutzvorrichtung
Das Gerät ist mit einer
Rauchabzugsschutzvorrichtung
versehen. Die Funktionsweise dieser
Sicherung beruht auf dem Prinzip der
thermischen Rückschlagssicherung,
kurz T.R.S. genannt.
Der Zweck der T.R.S. ist, zu
vermeiden, daß die Rauchgase des
Geräts in den Raum gelangen, wo das
Gerät aufgestellt ist, statt über den
Rauchabzug nach draußen zu
entweichen (Rückschlag). Wenn sich
die T.R.S. durch die Erwärmung des
Fühlers durch die heißen Rauchgase
einschaltet, wird die Gaszufuhr
abgeschlossen.
Nach der Aufspürung der Ursache des
Rückschlags kann das Gerät wieder in
Betrieb genommen werden, indem der
RESET-Knopf eingedrückt wird.
Wenn diese Störung wiederholt auftritt,
bedeutet dies, daß die Ableitung der
Rauchgase nicht problemlos verläuft.
Wir empfehlen daher, die Ursache vom
Installateur herausfinden und beheben
zu lassen.
Wichtig
Wenn der Boiler aufgrund einer
Störung außer Betrieb genommen
wurde, kann das auf die T.R.S.
zurückzuführen sein. Daß ist daran
zu erkennen, daß der RESET-Knopf
auf der T.R.S. herausgesprungen
ist. Das Gerät kann wieder in
Betrieb genommen werden, indem
der RESET-Knopf eingedrückt wird.
Die T.R.S. darf niemals außer
Betrieb genommen werden. Ein
Rückschlag der Rauchgase kann zu
Vergiftungen führen.
55

1.3 Technische Beschreibung
1.3.1 Abmessungen
Die Geräte sind für einen Rauchgasablaßkanal mit einem Mindestdurchmesser geeignet,
wie er bei Maß G aufgeführt wird
Alle Maße in mm (auf 5 mm abgerundet)
56
MASS BTI 85 BTI 100
A 1585 1780
B 1450 1640
D 645 675
E 770 775
G 130 130
K 340 340
M 1505 1685
N 1505 1685
R 285 285
S 1280 1460
1 Kaltwassereinlaß
2 Warmwasserauslaß
3 Gasanschluß
4 Ablaßhahne
5 ZusatzanschlußP
6 Reinigungsöffnun

Abbildung 3: Abmessungen
57

1.3.2 Technische Daten Gerätekategorie I2E+ en I3+
58
BESCHREIBUNG Einheit BTI 85 BTI 100
ANGABEN ERDGAS G20 - 20 mbar
Nominale Belastung (Unterwert) kW 22,6 24,0
Nominale Leistung kW 19,2 20,4
Vordruck mbar 20 20
Gasverbrauch 1) m 3 /h 2,4 2,5
Haupteinspritzers 2) mm 3,45 3,60
Dauerzündflammeneinspritzers 2) mm 0,56/0,41 0,56/0,41
Vorlaufzeit ∆T = 45 K min 43 55
ANGABEN ERDGAS G25 – 25 mbar
Nominale Belastung (Unterwert) kW 20,5 21,9
Nominale Leistung kW 17,4 18,6
Vordruck mbar 25 25
Gasverbrauch 1) kg/h 2,5 2,7
Haupteinspritzers 2) mm 3,45 3,60
Dauerzündflammeneinspritzers 2) * mm 0,56/0,41 0,56/0,41
ANGABEN BUTAN G30 – 30 mbar
Nominale Belastung (Unterwert) kW 22,6 24,0
Nominale Leistung kW 19,2 20,4
Vordruck mbar 30 30
Gasverbrauch 1) kg/h 1,8 1,9
Haupteinspritzers 2) mm 2,30 2,35
Dauerzündflammeneinspritzers 2) mm 0,23 0,23
1) Gasverbrauch bei 1013,15 mbar und 15 °C
2) Durchmesser

BESCHREIBUNG Einheit BTI 85 BTI 100
ANGABEN PROPAN G31 – 37 mbar
Nominale Belastung (Unterwert) kW 21,1 22,9
Nominale Leistung kW 17,9 19,5
Vordruck mbar 37 37
Gasverbrauch 1) kg/h 1,6 1,8
Haupteinspritzers 2) mm 2,30 2,35
Dauerzündflammeneinspritzers 2) mm 0,23 0,23
ALLGEMEINES
Inhalt litre 265 355
Wasseranschlüsse 3) - 1"-11,5 NPT 1 1 / 4 "-11,5 NPT
Gasanschluß - ISO 7 / 1 Rp 1 / 2 ISO 7 / 1 Rp 1 / 2
Ablaßhahn - 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Zusätzlicher Anschluß 4) - 3 /4 "-14NPT 3 /4 "-14NPT
Maximaler Betriebsdruck bar 8 8
Leergewicht kg 122 149
3) Zu einer leckdichten Verbindung können an den NPT-Anschlußnippeln europäische
Verbindungsstücke mit einem Rohrgewinde nach ISO 228/1 – G ¾ o ISO 7/1 ¾
verwendet werden
4) z.B. für Zirkulationsleitung oder T&P-Verschluß
Elektrischer Anschluß
Netzspannung Frequenz Mindestsicherung
220/240 V AC 50 Hz 5A
59

2. ANWEISUNGEN FÜR DEN
INSTALLATEUR
2.1 Installationsvorschriften
Das Gerät darf nur in einem Raum
installiert werden, der den geltenden
staatlichen und lokalen
Belüftungsvorschriften entspricht. Der
Aufstellungsraum muß frostfrei und
frostgeschützt sein.
Im Zusammenhang mit brennbaren
Materialien sind die folgenden Abstände
einzuhalten:
Seite des Geräts: 15 cm
Rückseite des Geräts: 15 cm
Vorderseite des Geräts: 60 cm
Rauchabzugunterbrechung und
Ablaßrohr: 15 cm rundherum
Bei Holz- und Kunststoffböden muß das
Gerät auf einem feuerfesten Untergrund
aufgestellt werden. Wenn der Boiler in
einem geschlossenen Raum ohne
Fenster aufgestellt wird, muß für eine
ausreichende Frischluftzufuhr gesorgt
werden. Eine ungenügende Luftzufuhr
kann zu Brand, Explosion oder
1) Gashahn
2) Absperrventil
3) Temperatur- und
Druckventil (T&P)
4) Rückschlagventil
5) Rückschlagventil
6) Zirkulationspumpe
7) Ablaßhahn
8) Druckreduzierungsventil
9) Überlaufventil
A) Gasleitung
B) Warmwasserabflußleitung
C) Kaltwasserabfuhr
D) Entnahmestellen
60
Erstickungsgefahr führen. Informieren
Sie sich über die staatlichen und lokalen
Vorschriften.
2.1.1 Installation
Die Installation hat nach den allgemein
und örtlich geltenden Vorschriften der
Gas-, Wasser- und
Elektrizitätsversorgungsunternehmen
sowie der Feuerwehr zu erfolgen und
muß von einem zugelassenen
Installateur vorgenommen werden.
2.1.2 Wasseranschluß
Der maximal zulässige Betriebsdruck
des Geräts beträgt 8 bar.
Kaltwasserseitig muß das
Speichergerät mit einem Absperrhahn
und einer zugelassenen
Einlaßkombination ausgestattet sein.
Gleichzeitig muß bei einem
Wasserleitungsdruck von über 8 bar
eine zugelassene Reduziervorrichtung
angebracht werden. Die Überdruckseite
der Einlaßkombination muß an einen
offenen Abfluß angeschlossen werden
(siehe Abbildung 4). Die Isolierung
langer Leitungen verhindert unnötige
Energieverluste.
Abbildung 4 - Anschlußschema

2.1.3 Gasanschluß
Die gasseitige Installation darf nur durch
einen zugelassenen Installateur und
gemäß den allgemein geltenden
Vorschriften der Gas-, Strom- und
Wasserversorgungsunternehmen
(GAVO) erfolgen.
2.1.4. Rauchgasableitung
An der Rauchgasableitung dürfen keine
Veränderungen und/oder
Ummantelungen angebracht werden.
Das gegen Korrosion geschützte
Ableitungsrohr muß mindestens
denselben Durchmesser wie die
Rauchabzugunterbrechung haben.
Direkt auf der
Rauchabzugunterbrechung muß vertikal
ein Ableitungsrohr angebracht werden.
Dieses muß mindestens eine Länge von
50 cm haben. Wenn man anschließend
ein horizontales Ableitungsrohrteil
anbringen will, muß dieses mit einem
Gefälle von mindestens 6 cm pro Meter
dem Schornstein zugeführt werden.
Außerdem muß das Ableitungsverbindungsrohr
zwischen der
Rauchabzugunterbrechung und dem
Schornsteinkanal möglichst kurz sein.
2.1.5 Rauchabzugsschutzvorrichtung
Das Gerät ist mit einer Rauchabzugsschutzvorrichtung
versehen. Die
Funktionsweise dieser Sicherung
beruht auf dem Prinzip der thermischen
Rückschlagssicherung, kurz T.R.S.
genannt.
Diese TRS ist an der kupferfarbenen
Spirale zu erkennen, die am unteren
Rand des Zugunterbrechers befestigt
ist. Die Spirale ist mittels einer
Kapillarleitung mit einem Thermostat
verbunden. Die Verkablung des
Thermostats muss am Kreislauf des
Thermoelements angeschlossen
werden.
Wichtig:
Die T.R.S. darf niemals abgeschaltet
werden. Der
Rückschlag von Rauchgasen kann
zur Vergiftung führen.
Achtung!
Ergänzung zu den Vorschriften für den
Installateur:
Montage der thermischen
Rückschlagsicherung:
1. Entfernen Sie die zwei Schrauben
im Deckel.
2. Montieren Sie die Stütze (mit der
vormontierten TRS) auf dem Deckel.
3. Befestigen Sie die Stütze mit den
beiden Schrauben.
4. Verbinden Sie die männlichen und
weiblichen Anschlüsse auf dem
Deckel.
2.1.6 Elektrischer Anschluß
Alle elektrischen Anschlüsse müssen
von einem zugelassenen
Elektroinstallationsbetrieb gemäß NEN
1010 und den vor Ort geltenden
Vorschriften vorgenommen werden.
Das Gerät muß mit Hilfe einer
permanenten elektrischen Verbindung
an die Stromversorgung angeschlossen
sein. Zwischen dieser festen
Verbindung und dem Gerät muß ein
doppelpoliger Hauptschalter mit einer
Kontaktöffnung von mindestens 3 mm
angebracht werden. Das Stromkabel
muß Adern von mindesten 3 x 1,0 mm²
besitzen. Die Anschlußklemmen für den
elektrischen Schaltkreis sind mit den
folgenden Symbolen angegeben: (^) für
Erde, N für die Null und L für Phase.
Prüfen Sie mit Hilfe eines
Spannungsmessers immer, ob die
Phase und der Nulleiter im
Brennerautomaten tatsächlich richtig
angeschlossen sind. Dies ist für die
Funktionstüchtigkeit der Flammenerkennung
des Geräts notwendig.
61

Die Netzspannung muß die
nachstehenden Anforderungen erfüllen:
Netz- Strom- Mindestspannung
frequenz sicherung
62
220/240 50 Hz 5A
VAC
Die Höchsteinspeisung ist 25 W.
Der elektrische Schaltplan von allen
Anschlüssen wird in Beilage 1
wiedergegeben.
2.2 Inbetriebnahme
Füllen des Geräts
1. Montieren Sie den Ablaßhahn und
prüfen Sie, ob dieser geschlossen
ist.
2. Kaltwasserhahn zum Boiler hin
öffnen und alle Hähne an
Warmwasserentnahmestellen zum
Entlüften öffnen. Das Gerät ist
gefüllt, sobald aus allen
Entnahmestellen kaltes Wasser
fließt.
3. Alle Hähne an den
Warmwasserentnahmestellen
wieder schließen.
Inbetriebnahme
1. Prüfen Sie, ob das Gerät mit
Wasser gefüllt ist und ob die
Gasleitung zum Boiler geöffnet ist.
2. Der Ein-/Ausschalter muß in der
Position Aus stehen.
3. Entlüften Sie die Gasleitung, indem
Sie den Druckmeßnippel an der
Einströmungsseite des Gasblocks
öffnen. Schließen Sie den
Druckmeßnippel, sobald die
Gasleitung entlüftet ist.
4. Kontrollieren Sie, ob die Spannung
am Gerät richtig angeschlossen ist.
Verwenden Sie dazu einen
Spannungsmesser.
5. Bei der ersten Inbetriebnahme des
Geräts kann der Brennerautomat in
einer Ruheposition stehen. Drücken
Sie auf den RESET-Knopf, um den
Automat wieder einzuschalten.
(Nach dem Reset mit der Hand wird
eine längere Vorlauf-/Wartezeit
auftreten.)
6. Stellen Sie den Ein-/Ausschalter in
die Position Ein. Falls die
Dauerzündflamme nicht innerhalb
von 25 Sekunden zündet, leuchtet
automatisch der RESET-Knopf auf
und muß dieser betätigt werden
(warten Sie 15 Sekunden, bevor Sie
einen neuen RESET-Versuch
unternehmen). Es kann möglich
sein, daß Sie das mehrere Male
wiederholen müssen, da noch Luft
im Gasleitungsnetz vorhanden ist.
7. Kontrollieren Sie den Vordruck und
den Brennerdruck. Falls notwendig
müssen Sie diese nachregeln. Siehe
zu den genauen Angaben die
Tabelle mit den technischen Daten.
8. Stellen Sie den Temperatursteuerknopf
in die gewünschte
Position, vorzugsweise 60 °C (siehe
Entkalkung).
Bemerkung: Sobald bei normaler
Verwendung der RESET-Knopf
eingedrückt ist, schalten sich der
Gassteuerblock und der Brennerautomat
aus. Sie werden wieder
eingeschaltet, sobald der RESET-Knopf
aktiviert wird.
Außerbetriebnahme
Bemerkung:
Der Boiler darf nur ausgeschaltet
werden, wenn für eine längere Zeit kein
Wasserbedarf ist, z. B. im Urlaub. Sonst
muß der Boiler einfach im Betrieb
bleiben. Das Ausschalten geschieht,
indem der Ein-/Ausschalter in die Aus-
Position gestellt wird.
Wenn Frostgefahr besteht, muß der
Boiler vollständig geleert werden.
Schalten Sie das Gerät ab und ziehen
Sie den Stecker aus der Steckdose und
drehen Sie die Gaszufuhr zu.

2.3 Demontage und Montage
der Säule
Demontage der Säule
(siehe Abbildung 6)
1. Entfernen Sie die Schraube an der
Vorderseite der Säule;
2. Drücken Sie die Säule nach oben,
so daß sich die Haken an der
Unterseite der Säule nicht auf dem
Boden befinden;
3. Ziehen Sie die Säule an der
Unterseite vorsichtig auf Sie zu;
4. Holen Sie die Säule insgesamt nach
unten, so daß die Oberseite frei ist.
Montage der Säule
(siehe Abbildung 6)
1. Setzen Sie die Spitze der Säule unter
den Rand des Säulenpaneels und
drücken Sie diese so weit wie
möglich nach oben;
2. Setzen Sie die Haken in die Brenneröffnung
und über den Bodenrand;
3. Lassen Sie die Säule nach unten
sinken;
4. Bringen Sie die Schraube an der
Vorderseite der Säule an.
Abbildung 6: Demontage und Montage der Säule
2.4 Einstellung des Gasdrucks
Der Gasdruck wird standardmäßig in
der Fabrik eingestellt.
Das folgende Verfahren muß beachtet
werden, sobald der Gasdruck nachgesehen
oder nachgestellt wird.
1. Setzen Sie den Boiler außer Betrieb,
indem Sie den Hauptschalter auf
Aus stellen;
2. Schließen Sie am Druckmeßnippel
einen Druckmesser an, um den
Brennerdruck des Gassteuerblocks
messen zu können;
3. Schalten Sie den Boiler an, und
lassen Sie den Brenner zünden;
4. Schauen Sie sich den Brennerdruck
an. Falls notwendig, stellen Sie den
Brennerdruck neu ein. Im
Uhrzeigersinn erhöhen Sie die
Gaszufuhr, gegen den
Uhrzeigersinn verringert sich die
Gaszufuhr;
5. Schalten Sie den Boiler aus,
entfernen Sie den Druckmesser und
dichten Sie den Meßdruck ab;
6. Setzen Sie das Gerät in Betrieb.
IMD 0391
63

2.5 Montage der Innentür
Reihenfolge der Montage
(siehe Abbildung 7)
1. Halten Sie die Clips der Innentür so,
daß diese ganz durch die
Brennerkammeröffnung paßt.
2. Bringen Sie die Innentür durch die
Brennerkammer.
3. Heben Sie die Innentür an und
drehen Sie diese über den Brenner,
so daß sie in ihre richtige Stellung
kommt.
4. Ziehen Sie die Innentür auf Sie zu,
so daß sie gegen den Rand der
Brennerkammer bewegt wird.
5. Verdrehen Sie die Clips mit
Werkzeug, so daß sich die Innentür
in der richtigen Position befindet.
64
2.6 Temperaturregelung
Das Gerät steht unter
Wasserleitungsdruck (maximal 8 bar).
Es wird ebensoviel kaltes Wasser
zugeführt, wie warmes Wasser
entnommen wird. Der Gassteuerblock
schaltet die Gaszufuhr automatisch.
Das bedeutet, daß die Gaszufuhr zum
Hauptbrenner geöffnet wird, wenn die
Temperatur des Wassers zu gering ist,
und wieder geschlossen wird, wenn
die eingestellte Temperatur erreicht ist.
Bei hohen Wassertemperaturen kommt
es zu einer verstärkten Kalkablagerung
im Gerät. Daher wird empfohlen, den
Temperaturregelknopf auf 60 °C zu
stellen, weil die Kalkablagerung dann
geringer wird.
1) Brennerstütze
2) Innentür
3) Clip
4) Hauptbrenner
5) Brennerkammer
6) Stahlmantel
7) Bodenplatte
Abbildung 7: Montage der Innentür

2.7 Wartung
Das Speichergerät muß mindestens
einmal jährlich von einem Fachmann
getestet und gereinigt werden, so daß
ein einwandfreier Betrieb gewährleistet
ist.
2.7.1 Verbrauchsanode
1. Die Lebensdauer der Anode wird
durch die Qualität und die Menge
des Wassers bestimmt, das durch
das Gerät strömt. Es wird daher
empfohlen, die Anode jedes Jahr
überprüfen zu lassen.
2. Schließen Sie den Hahn der
Kaltwasserzufuhr.
3. Öffnen Sie den nächstgelegenen
Warmwasserhahn, so daß der
Wasserdruck im Boiler und im
Leitungsnetz wegfällt.
4. Lösen Sie die Anode mit dem
passenden Schlüssel.
5. Kontrollieren Sie die Anode und
tauschen Sie diese aus, wenn sie
zu 60 % oder mehr angegriffen ist.
6. Schrauben Sie die Anode
wasserdicht ein.
Wenn es erforderlich ist, die Anode
auszutauschen, muß sie stets durch ein
identisches Exemplar ersetzt werden.
Anhand des Gerättyps und der
vollständigen Seriennummer kann der
Typ der Anode ermittelt werden.
2.7.2 Reinigung
1. Schließen Sie die Gaszufuhr, und
demontieren Sie den Brenner,
nachdem sich dieser abgekühlt hat.
2. Brenner und
Dauerzündflammenleitung vom
Gassteuerblock lösen.
3. Entfernen Sie den kompletten
Brennersatz.
4. Reinigen Sie den Brenner mit einer
weichen Bürste.
5. Überprüfen Sie den
Dauerzündflammenbrenner, und
reinigen Sie ihn eventuell.
6. Überprüfen Sie die Brennerkammer,
den Rauchgaskanal und den
Wirbelstreifen und reinigen Sie
diese eventuell.
7. Montieren Sie wieder in
umgekehrter Reihenfolge.
2.7.3 Entkalken
Die Kalkbildung hängt von der
Wasserbeschaffenheit und vom
Wasserbedarf ab. Daneben kommt es
bei hohen Wassertemperaturen zu
verstärkter Kalkbildung im Gerät. Eine
Temperatureinstellung von 60 °C wird
empfohlen, so daß die Kalkablagerung
gering bleibt. Die Entkalkung muß mit
geeigneten Mittel ausgeführt werden.
Zu näheren Informationen steht eine
Entkalkungsanweisung zur Verfügung.
2.7.4 Ersatzteile
Zur Bestellung von Ersatzteilen ist es
von Bedeutung, die Gerätenummer und
die vollständige Seriennummer des
Geräts zu notieren. Anhand des
Gerätemodells und der vollständigen
Seriennummer können die Angaben der
Ersatzteile ermittelt werden.
2.8 Einlaßkombination
Durch Entlasten testen. Das Wasser
muß mit einem vollen Strahl
herausströmen. Testen Sie, ob die
Abflußleitung offen ist, und entfernen
Sie eventuelle Kalkrückstände.
2.9 Gasgeruch
WARNUNG
Sofort den Hauptgashahn
schließen.
Kein Feuer oder Licht anzünden,
keine elektrischen Schalter oder
Klingeln benutzen. Fenster öffnen.
Inspizieren Sie gründlich alle
Gasanschlüsse und schalten Sie,
wenn der Gasgeruch weiterhin
vorhanden ist, das lokale
Gasversorgungsunternehmen
oder Ihren Installateur ein.
65

2.10 Kondensation
Wenn das Gerät mit kaltem Wasser
gefüllt ist oder wenn der
Warmwasserverbrauch sehr hoch ist,
kommt es normalerweise zu einer
Kondensation der Rauchgase an den
kalten Flächen des Verbrennungsraums
und des Rauchgasableitungsrohrs. Die
Wassertropfen fallen auf den Brenner,
was zu Zischlauten führt. Das ist eine
normale Erscheinung, die verschwindet,
sobald das Gerät wieder seine
Betriebstemperatur erreicht hat.
2.11 Wichtige Warnung
Das Gerät darf niemals bei
geschlossener Kaltwasserzufuhr
in Betrieb genommen werden.
66

3. ANWEISUNGEN FÜR DEN
BENUTZER
3.1 Gebrauchsanweisung
Die Installation sowie die erstmalige
Inbetriebnahme müssen von einem
zugelassenen Installateur vorgenommen
werden.
Füllen des Geräts
1. Montieren Sie den Ablaßhahn, und
kontrollieren Sie, ob dieser
geschlossen ist.
2. Öffnen Sie den Kaltwasserhahn
zum Boiler hin, und öffnen Sie zur
Entlüftung alle Hähne der
Warmwasserentnahmestellen. Das
Gerät ist gefüllt, sobald aus allen
Entnahmestellen kaltes Wasser
herausfließt.
3. Alle Hähne der
Warmwasserentnahmestellen
wieder schließen.
Inbetriebnahme
1. Überprüfen Sie, ob das Gerät mit
Wasser gefüllt ist und ob die
Gasleitung zum Boiler geöffnet ist.
2. Der Ein-/Ausschalter muß in der
Position Aus stehen.
3. Entlüften Sie die Gasleitung, indem
Sie den Druckmeßnippel an der
Einströmungsseite des Gasblocks
öffnen. Schließen Sie den
Druckmeßnippel, sobald die
Gasleitung entlüftet ist.
4. Kontrollieren Sie, ob die Spannung
am Gerät richtig angeschlossen ist.
Verwenden Sie dazu einen
Spannungsmesser.
5. Bei der ersten Inbetriebnahme des
Geräts kann der Brennerautomat in
einer Ruheposition stehen. Drücken
Sie auf den RESET-Knopf, um den
Automat wieder einzuschalten.
(Nach dem Reset per Hand gibt es
eine längere Vorlauf-/Wartezeit.)
6. Stellen Sie den Ein-/Ausschalter in
die Position Ein. Falls die
Dauerzündflamme nicht innerhalb
von 25 Sekunden zündet, leuchtet
automatisch der RESET-Knopf auf
und muß dieser betätigt werden
(warten Sie 15 Sekunden, bevor Sie
einen neuen RESET-Versuch
unternehmen). Es kann möglich
sein, daß Sie das mehrere Mal
wiederholen müssen, da noch Luft
im Gasleitungsnetz vorhanden ist.
7. Kontrollieren Sie den Vordruck und
den Brennerdruck. Falls notwendig
müssen Sie diese nachregeln. Siehe
zu den genauen Angaben die
Tabelle mit den technischen Daten.
8. Stellen Sie den
Temperatursteuerknopf in die
gewünschte Position,
vorzugsweise 60 °C (siehe
Entkalkung).
Bemerkung:
Sobald bei normaler Verwendung der
RESET-Knopf eingedrückt ist, schalten
sich der Gassteuerblock und der
Brennerautomat aus. Sie werden
wieder eingeschaltet, sobald der
RESET-Knopf aktiviert wird.
3.2 Gebrauch
Das Gerät steht unter
Wasserleitungsdruck (maximal 8 bar).
Es wird ebensoviel kaltes Wasser
zugeführt, wie warmes Wasser
entnommen wird. Der Gassteuerblock
schaltet die Gaszufuhr automatisch.
Das bedeutet, daß die Gaszufuhr zum
Hauptbrenner geöffnet wird, wenn die
Temperatur des Wassers zu gering ist,
und wieder geschlossen wird, wenn
die eingestellte Temperatur erreicht ist.
Bei hohen Wassertemperaturen kommt
es zu einer verstärkten Kalkablagerung
im Gerät. Daher wird empfohlen, den
Temperaturregelknopf auf 60 °C zu
stellen, weil die Kalkablagerung dann
geringer wird.
67

3.3 Maßnahmen bei Störungen
Störung Ursache Behebung
Gasgeruch Wenn Sie Gas riechen, sofort den Hauptgashahn schließen
68
und keine elektrischen Schalter oder Klingeln betätigen.
Fenster öffnen. Wenden Sie sich sofort an Ihren Installateur
oder an das lokale Gasversorgungsunternehmen
Gerät ist aus Brennerautomat verriegelt Brennerautomat durch drücken der RESET-Taste an der
geschaltet Oberseite der Säule wieder einschalten
oder zündet
nicht Rauchabzugsschutzvorrichtung hat das Das Gerät in Betrieb nehmen. Wenn das öfter vorkommt, den
Gerät außer Betrieb gesetzt Installateur benachrichtigen.
Sicherheitsthermostat hat reagiert Kühlen Sie das Wasser im Gerät ab und passen Sie die
Wassertemperatur auf eine tiefere Einstellung an (60 °C).
Gaszufuhr geschlossen Gashahn öffnen
Schalten Sie den Thermostat wieder ein, indem Sie den
RESET-Knopf benutzen.
Zu wenig oder Temperatur zu niedrig eingestellt Temperatur auf höheren Wert einstellen
überhaupt
kein warmes Rauchabzugsschutzvorrichtung, T.S.R. Den T.S.R. wieder einschalten und das Gerät in Betrieb
Wasser hat das Gerät außer Betrieb gesetzt nehmen. Wenn das öfter vorkommt, den Installateur
benachrichtigen.
Sicherheitsthermostat hat reagiert Kühlen Sie das Wasser im Gerät ab und passen Sie die
Wassertemperatur auf eine tiefere Einstellung an (60 °C).
Schalten Sie den Thermostat wieder ein, indem Sie den
RESET-Knopf benutzen.
Warmwasservorrat aufgebraucht Warmwasserverbrauch reduzieren. Geben Sie dem Gerät
Zeit zum Aufwärmen.
Ursache nicht zu ermitteln. Gerät abschalten, Stecker aus der Steckdose ziehen, Gashahn
schließen und Installateur benachrichtigen
Explosive Falscher Vordruck und/oder Brennerdruck Den Vordruck und/oder Brennerdruck korrekt einstellen
Zündung
Verunreinigter Einspritzer Einspritzer reinigen
Flammbild Falscher Vordruck und/oder Brennerdruck Den Vordruck und/oder Brennerdruck korrekt einstellen
schlecht
Wasserleck Kondensierung von (Rauch)gasen Siehe „Kondensation“
Leck aus anderen Wassergeräten oder Ursache ermitteln
Leitungen in der Nähe
Falls eine Störung nicht behoben werden kann oder eine Störung fortdauert, wenden Sie sich bitte an Ihren Installateur.

4. GARANTIE
4.1 Garantie
Für die Registrierung Ihrer Garantie
füllen Sie den beigefügten
Garantieschein aus und senden ihn ein.
Anschließend erhalten Sie ein
Garantiezertifikat. Dieses Zertifikat
berechtigt den Besitzer eines von A.O.
Smith Water Products Company B.V. in
Veldhoven, Niederlande (im Folgenden
„A.O.Smith“ genannt) gelieferten
Boilers, die im Folgenden beschriebene
Garantie in Anspruch zu nehmen, zu
der sich A.O. Smith gegenüber dem
Besitzer des Geräts verpflichtet.
4.2 Allgemeine Garantie
Ergibt sich nach Prüfung und der
ausschließlich A.O. Smith obliegenden
Beurteilung innerhalb eines Jahres ab
dem ursprünglichen Installationsdatum
eines von A.O. Smith gelieferten Boilers,
dass ein Element oder Einzelteil, mit
Ausnahme des Tanks, infolge von
Herstellungs.- und/oder Materialfehlern
nicht oder nicht korrekt funktioniert,
tauscht A.O. Smith dieses Element oder
Einzelteil aus oder repariert es.
4.3 Garantie Tank
Ergibt sich nach Prüfung und der
ausschließlich A.O. Smith obliegenden
Beurteilung innerhalb von drei Jahren,
ab dem ursprünglichen
Installationsdatum eines von A.O. Smith
gelieferten Boilers, dass der
„glasslined“ Stahltank infolge von Rost
oder Korrosion der wasserführenden
Teile leckt, stellt A.O. Smith einen
vollständig neuen Boiler gleicher Größe
und Qualität zur Verfügung. Auf den zur
Verfügung gestellten Austauschtank
wird für die Dauer der restlichen
Garantiezeit des ursprünglich
gelieferten Boilers Garantie gewährt.
In Abweichung von den Bestimmungen
in Absatz 2 gilt, dass die Garantiedauer
auf ein Jahr ab dem ursprünglichen
Installationsdatum begrenzt ist, wenn
ungefiltertes oder enthärtetes Wasser
im Boiler verwendet wird oder in diesem
zurückbleibt.
4.4 Installations- und
Benutzungsbedingungen
Die in Artikel 1 und 2 genannte Garantie
gilt ausschließlich in Fällen, in denen die
folgenden Bedingungen erfüllt sind:
a)Der Boiler wurde unter Einhaltung
der Installationsvorschriften von A.O.
Smith installiert, die für das
spezifische Modell gelten, sowie
unter Berücksichtigung der örtlich
geltenden Installations- und
Bauverordnungen, behördlichen
Vorschriften und Regelungen.
b)Der Boiler bleibt an der
ursprünglichen Installationsstelle
installiert.
c)Es wird ausschließlich Trinkwasser
verwendet, das jederzeit frei
zirkulieren kann. (Für die Erwärmung
von Salzwasser oder von korrosivem
Wasser ist ein gesondert installierter
Wärmetauscher vorgeschrieben).
d)Der Tank wird bei regelmäßigen
Wartungen von schädlichen
Kesselstein- und Kalkablagerungen
gesäubert.
e)Die Boilerwassertemperaturen sind
nicht höher als die maximale
Einstellung der Thermostate, die
Bestandteil des Boilers sind.
f) Der Wasserdruck und/oder die
Wärmebelastung überschreiten die
auf dem Typenschild des Boilers
angegebenen Höchstwerte nicht.
g)Der Boiler ist in einer nicht korrosiven
Atmosphäre oder Umgebung
aufgestellt.
h)Der Boiler ist mit einer von der dazu
befugten Behörde genehmigten
Einlasskombination ausreichender
Kapazität versehen, die den auf dem
Boiler angegebenen Arbeitsdruck
nicht überschreitet, und eventuell mit
einem von der dazu befugten
Behörde genehmigten Temperaturund
Druckentlastungsventil, das
gemäß den Installationsvorschriften
von A.O. Smith montiert wurde, die
für das spezifische Boilermodell
gelten, sowie unter Einhaltung der
örtlich geltenden behördlichen
69

Vorschriften, Verordnungen und
Regelungen.
i) Die Anoden werden ausgetauscht
und erneuert, falls und sobald sie zu
mehr als 60% oder mehr abgenutzt
sind.
4.5 Ausnahmen
Die in Artikel 1 und 2 genannte Garantie
gilt nicht:
a) wenn der Boiler durch externe
Einwirkung beschädigt wurde;
b) bei unsachgemäßem Gebrauch,
Vernachlässigung (einschließlich
Einfrieren), Änderung, unkorrektem
und/oder abweichendem Gebrauch
des Boilers, oder wenn versucht
wurde, Lecks zu reparieren;
c) Wenn Verunreinigungen oder andere
Partikel in den Tank strömen konnten;
d) wenn die Leitfähigkeit des Wassers
150 mS unterschreitet und/oder die
Härte des Wassers 6°DH
unterschreitet;
e) wenn ungefiltertes,
wiederverwertetes Wasser durch
den Boiler strömt oder im Boiler
gelagert wird;
f) wenn selbst versucht wurde, einen
defekten Boiler zu reparieren.
4.6 Garantieumfang
Die von A.O. Smith kraft der Garantie
übernommenen Verpflichtungen gehen
nicht über die kostenlose Lieferung der
auszutauschenden Elemente oder
Einzelteile bzw. Boiler ab Lager
Veldhoven hinaus. Transport-, Arbeits-,
Installations- und andere mit dem
Austausch in Zusammenhang stehende
Kosten entfallen nicht auf A.O. Smith.
4.7 Schadensersatzansprüche
Ein Schadensersatzanspruch, der auf
der gewährten Garantie basiert, muss
bei dem Händler, bei dem der Boiler
erworben wurde, oder bei einem
anderen Händler, der Produkte von A.O.
Smith verkauft, geltend gemacht
werden. Die in Artikel 1 und 2 genannte
Untersuchung des Boilers erfolgt in
einem Labor von A.O. Smith.
70
4.8 Keine weiteren als die von
A.O. Smith im Zertifikat
festgelegten
Verpflichtungen
Bezüglich ihrer Boiler bzw. der als
Ersatz gelieferten Boiler (oder Elemente
oder Einzelteile dieser Boiler) übernimmt
A.O. Smith kein anderen Garantien oder
Gewährleistungen als die in diesem
Zertifikat ausdrücklich genannten. A.O.
Smith haftet kraft der gewährten
Garantie oder auch anderweitig nicht
für Personen- oder Sachschäden, die
durch einen von ihr (als Ersatz)
gelieferten Boiler (oder Elemente oder
Einzelteile bzw. den „glasslined“
Stahltank dieses Boilers) entstehen.
Diese Garantie gilt für die folgenden
Modelle:
BTI 85
BTI 100

5. BEILAGE 1
Anschlußschema für BTI-Modelle
1
2
3
4
5
6
= braun A = Zündungskontroller M = Zündungs-Reset
= blau B = Ein/Ausschalter N = Lüsterklemmenstreifen
= gelb/grün C = Dauerzündflammenbrenner P = Lüsterklemmenstreifen
= schwarz D = Zündungselektrode R = Erdungs-
= weiß E = Ionisierungselektrode klemmenstreifen
= rot F = Transformator S = Anschlußklemme
Flammenerkennung* T = Gassteuerblock
G = T.S.R. U = Lüsterklemmenstreifen
H = Kontrolle des Thermostats V = Tank
K = Sicherheitsthermostat W = Mantel
L = Zeitschalter * X = Grundplatte der Säule
* In Option lieferbar
71

72
0308 567 R1.1