ROTIXA 50 S ROTIXA 50 RS - HettichLab
ROTIXA 50 S ROTIXA 50 RS - HettichLab
ROTIXA 50 S ROTIXA 50 RS - HettichLab
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NL<br />
START<br />
STOP<br />
PROG<br />
RCL<br />
STO<br />
14/98<br />
1. Temperatuur-streefwaarde, parameter T/°C (alleen bij centrifuge met koeling). Instelbaar van -20°C tot<br />
+40°C, in stappen van 1°C (bij optie verwarmen/koelen van -20°C tot +60°C / +90°C instelbaar). De laagst<br />
bereikbare temperatuur hangt af van de rotor (zie hoofdstuk "Anhang/Appendix, Rotoren und<br />
Zubehör/Rotors and accessories").<br />
2. Centrifugeerradius, parameter r/mm. Invoer in mm. Centrifugeerradius: zie hoofdstuk "Anhang/Appendix,<br />
Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories".<br />
1. Centrifugaalloop starten. De rotatieaanduiding verschijnt.<br />
2. Overname van veranderingen gedurende de centrifugaalloop.<br />
Centrifugaalloop beëindigen.<br />
De rotor loopt met de vooraf gekozen uitloopparameter uit. Bij tweemaal indrukken van de toets volgt een<br />
noodstop.<br />
Programmaplaats kiezen, parameter PROG-Nr.<br />
Oproepen van programma’s.<br />
Opslaan van programma’s.<br />
Er kunnen 89 programma’s worden opgeslagen (programmaplaatsen 1 tot 89). Opmerking: de<br />
programmaplaatsen "----" en 90 tot 99 dienen als automatisch tussengeheugen (zie hoofdstuk "Automatisch<br />
tussengeheugen"). Op deze programmaplaatsen kunnen geen programma’s worden opgeslagen.<br />
13 Centrifugeerparameters invoeren<br />
Een parameter kan alleen worden ingevoerd wanneer het invoerveld invers (wit op zwart) aan wordt gegeven.<br />
Een invers invoerveld verdwijnt automatisch na 10 seconden.<br />
13.1 Looptijd<br />
13.1.1 Voorselectie van de tijd<br />
• Toets t net zo vaak indrukken tot parameter t/min: of t/ :sec wordt aangegeven. Het invoerveld wordt invers<br />
aangeduid.<br />
• Stel met de draaiknop de gewenste waarde in.<br />
13.1.2 Continu bedrijf<br />
• De parameters t/min: en t/ :sec na elkaar kiezen (zie hoofdstuk "Voorselectie van de tijd"), en beide parameters<br />
met de draaiknop op nul zetten. In het invoerveld wordt "---:--" aangeduid.<br />
13.2 Toerental (RPM)<br />
• Toets n net zo vaak indrukken tot parameter RPM aan wordt gegeven en het invoerveld invers weer wordt<br />
gegeven.<br />
• Stel met de draaiknop de gewenste waarde in.<br />
13.3 Relatieve centrifugaalversnelling (RCF/RZB)<br />
• Toets RCF net zo vaak indrukken tot parameter RCF/RZB aan wordt gegeven en het invoerveld invers wordt<br />
aangeduid.<br />
• Stel met de draaiknop de gewenste waarde in.<br />
Gedurende het instellen knippert het symbool van de centrifugaalradius.<br />
13.4 Aan- en uitloopparameters<br />
De ingestelde aan- en uitloopparameter worden aangeduid.<br />
x y<br />
x: 1-9 = aanloopfase, t = aanlooptijd<br />
y: R1-R9, B1-B9 = remfase, R0 = ongeremde uitloop, t = uitlooptijd, n<br />
PROFIL<br />
(•) = toerental<br />
remuitschakeling<br />
13.4.1 Aanloopfase<br />
• Toets zo vaak indrukken tot parameter 1-9 of t aan wordt gegeven. Het invoerveld wordt invers<br />
•<br />
weergegeven.<br />
Stel met de draaiknop de gewenste fase in.